ECLI:NL:GHSHE:2024:1702

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
21 mei 2024
Publicatiedatum
21 mei 2024
Zaaknummer
200.309.873_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek naar gebreken bij oplevering van gehuurde bedrijfshallen

In deze zaak gaat het om de oplevering van twee gehuurde bedrijfshallen aan het einde van de huurovereenkomst. De vraag is of er gebreken zijn in de oplevering door de huurder en, indien dit het geval is, hoeveel schade de verhuurder heeft geleden. Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft eerder een tussenarrest gewezen waarin over verschillende posten eindbeslissingen zijn genomen. In dit arrest wordt een deskundigenonderzoek gelast om te beoordelen of de door de huurder gemaakte dakdoorvoeren op een constructief adequate wijze zijn gedicht. Dit is een vervolg op eerdere arresten van het hof, waaronder die van 27 februari 2024.

De appellanten, [X holding B.V.] en [appellant sub 2], hebben in hoger beroep de kwestie aanhangig gemaakt tegen Roto-Art B.V. De procedure omvat een deskundigenonderzoek naar de noodzaak van het aanbrengen van PE-folie bij het dichten van de dakdoorvoeren en de gevolgen van het ontbreken daarvan. Het hof heeft de deskundige, Ing. J.C.C. Schippers, benoemd om de vragen te beantwoorden die in het arrest zijn geformuleerd. De deskundige zal de feiten en oordelen uit eerdere arresten als uitgangspunt nemen en moet binnen drie maanden rapport uitbrengen. De kosten van het deskundigenonderzoek worden op de appellanten verhaald, en zij moeten een voorschot betalen. De zaak wordt op 24 september 2024 opnieuw behandeld in afwachting van het deskundigenrapport.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
zaaknummer 200.309.873/01
arrest van 21 mei 2024
in de zaak van

1.[X holding B.V.] ,gevestigd te [vestigingsplaats] ,

2.
[appellant sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
appellanten in principaal hoger beroep,
geïntimeerden in voorwaardelijk incidenteel hoger beroep,
hierna afzonderlijk aan te duiden als [X holding B.V.] en [appellant sub 2] , en tezamen als [appellanten] ,
advocaat: mr. H.A.A. Voermans te Rotterdam,
tegen
Roto-Art B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde in principaal hoger beroep,
appellante in voorwaardelijk incidenteel hoger beroep,
hierna aan te duiden als Roto-Art,
advocaat: mr. A.J.H.W. Coppelmans te Tilburg,
als vervolg op de door het hof gewezen tussenarresten van 26 juli 2022 en 27 februari 2024 in het hoger beroep van het door de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Tilburg, onder zaaknummer 9024287 en rolnummer CV EXPL 21-680 gewezen vonnis van 26 januari 2022.

8.Het vervolg van de procedure in hoger beroep

Het vervolg van de procedure in hoger beroep blijkt uit:
  • het tussenarrest van 27 februari 2024;
  • de door [appellanten] genomen akte van 26 maart 2024;
  • de door Roto-Art genomen akte van 26 maart 2024.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald.

9.De verdere beoordeling

De verdere beoordeling van grief 1 in principaal hoger beroep
9.1.1.
In het tussenarrest van 27 februari 2024 heeft het hof, in verband met de verdere beoordeling van grief 1 in principaal hoger beroep, het voornemen geuit een deskundige (een bouwkundige) te benoemen ter beantwoording van de volgende vragen:
  • 1a. Was het noodzakelijk om in het najaar van 2020 bij het dichten van de dakdoorvoeren in de daken van de bedrijfshallen aan de [adres 1] en de [adres 2] te [vestigingsplaats] PE-folie aan te brengen?
  • 1b. Zo ja, wat zijn de nadelige gevolgen van het feit dat ter plaatse van de voormalige dakdoorvoeren geen PE-folie is aangebracht?
  • 1c. Indien ten onrechte is verzuimd om bij het dichten van de voormalige dakdoorvoeren PE-folie aan te brengen, op welke wijze kan die folie dan alsnog worden aangebracht?
  • 1d. Wat zijn (naar het prijspeil van 15 oktober 2020) de kosten van het alsnog aanbrengen van PE-folie ter plaatse van de voormalige dakdoorvoeren bij de bedrijfshal aan de [adres 1] te [vestigingsplaats] en wat zijn (naar het prijspeil van 15 oktober 2020) de kosten van het alsnog aanbrengen van PE-folie ter plaatse van de voormalige dakdoorvoeren bij de bedrijfshal aan de [adres 2] te [vestigingsplaats] ?
  • 2a. Is bij het dichten van de dakdoorvoeren de constructie van de dak van de bedrijfshallen zodanig verzwakt dat de dakconstructie
  • 2b. Zijn de hiervoor in rechtsoverweging 6.23.10 en 6.23.11 genoemde berekeningen daarbij van belang? Zijn die berekeningen correct en bruikbaar? Zo ja, waarom en zo nee, waarom niet?
  • 2c. Als vraag 2a bevestigend moet worden beantwoord, op welke wijze kan dit gebrek dan worden hersteld bij de bedrijfshal aan de [adres 1] en op welke wijze bij de bedrijfshal aan de [adres 2] ?
  • 2d. Wat zijn (naar het prijspeil van 15 oktober 2020) de kosten van het onder 2c bedoelde herstel bij de bedrijfshal aan de [adres 1] en wat zijn (naar het prijspeil van 15 oktober 2020) de kosten van het onder 2c bedoelde herstel bij de bedrijfshal aan de [adres 2] ?
Het hof heeft de zaak naar de rol verwezen voor een akte, door beide partijen gelijktijdig te nemen. De partijen dienden zich bij die akte uit te laten over het aantal, de deskundigheid en - bij voorkeur eensluidend - de persoon van de te benoemen deskundige(n). Voorts konden partijen bij de door hen te nemen akten suggesties doen over de aan de deskundige(n) voor te leggen vragen, ten aanzien waarvan het hof het hiervoor weergegeven voorstel heeft gedaan.
9.1.2.
Beide partijen hebben in de door hen genomen akten meegedeeld dat zij instemmen met het voornemen van het hof om één deskundige te benoemen, te weten een deskundige met bouwkundige expertise. Het hof zal daarom de hierna onder “De uitspraak” te vermelden bouwkundige als deskundige benoemen.
9.1.3.
Roto-Art heeft in de door haar genomen akte voorgesteld dat het hof aan de deskundige als uitgangspunten meegeeft:
  • dat de bedrijfsruimten al in 2008 (hof: [adres 1] ) respectievelijk in 2010 (hof: [adres 2] ) zijn gebouwd en in gebruik zijn genomen, zoals weergegeven in rov. 6.1.2 onder b en c van het tussenarrest van 27 februari 2024;
  • de oordelen die het hof (onder meer) ten aanzien van de dakdoorvoeren heeft gegeven in rov. 6.4.1 tot en met 6.4.5 en in rov. 6.23.1 tot en met 6.23.9 van het tussenarrest van 27 februari 2024.
Het hof gaat ervan uit dat de deskundige de in het arrest van 27 februari 2024 vastgestelde feiten en gegeven oordelen tot uitgangspunt neemt. Er is echter geen bezwaar aan verbonden om de deskundige expliciet op de door Roto-Art genoemde – voor de dakdoorvoeren relevante – feiten en oordelen te wijzen. Het hof zal dat hierna onder “De uitspraak” doen.
9.1.4.
De deskundige dient eventuele nadere informatie die hij nodig heeft en die geen deel uitmaakt van de processtukken, bij de advocaten op te vragen. De advocaat die informatie verschaft dient een afschrift daarvan toe te zenden aan de advocaat van de wederpartij. De deskundige wordt verzocht de verkregen informatie als bijlage bij het deskundigenbericht te voegen.
9.1.5.
Indien de deskundige voor het onderzoek gebruik maakt van informatie van derden, dient hij daarvan melding te maken in het rapport. De deskundige heeft aangekondigd dat hij bij zijn onderzoek een constructie adviesbureau en een bouwfysisch adviesbureau wil inschakelen, en een dakdekker om de opbouw van het dakbedekkingspakket te kunnen vaststellen. Dit is toegestaan.
9.1.6.
Het hof zal, zoals in rov. 6.23.13 van het tussenarrest van 27 februari 2024 aangekondigd, het voorschot op de kosten van het deskundigenbericht ten laste van [appellanten] brengen.
9.2.
Te zijner tijd, nadat het deskundigenbericht is uitgebracht, moeten [appellanten] bij de door hen te nemen memorie na deskundigenbericht een factuur en betaalbewijs overleggen met betrekking tot het bedrag van € 3.600,-- dat zij vorderen ter zake een reeds verrichte inspectie van de daken door [bouwbedrijf X] . Roto-Art mag daar dan te zijner tijd bij antwoordmemorie na deskundigenbericht op reageren (zie rov. 6.25.5 van het tussenarrest van 27 februari 2024).
9.3.
Het hof houdt elk verder oordeel nu aan.

10.De uitspraak

Het hof:
op het principaal hoger beroep
10.1.
bepaalt dat een deskundigenonderzoek wordt verricht naar de in rechtsoverweging 9.1.1 van dit arrest geformuleerde vragen, en bepaalt dat de deskundige bij de beantwoording van die vragen onder meer de in rov. 9.1.3 van dit arrest genoemde feiten en oordelen tot uitgangspunt zal nemen;
10.2.
benoemt tot deskundige ter beantwoording van deze vraag/vragen:
Ing. J.C.C. Schippers kan. NIVRE-re
verbonden aan Schippers Bouwconsult BV
[adres 3]
[postcode] [vestigingsplaats]
e-mail: [mailadres]
telefoon: [telefoonnummer] / [telefoonnummer]
10.3.
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest aan de deskundige toezendt;
10.4.
bepaalt dat partijen binnen één week na de datum van dit arrest (een afschrift van) de verdere processtukken aan de deskundige ter beschikking zullen stellen en alle door deze gewenste inlichtingen zullen verstrekken;
10.5.
bepaalt dat de deskundige eerst met het onderzoek begint nadat daartoe van de griffier bericht is ontvangen;
10.6.
bepaalt dat de datum en tijd waarop de deskundige ter plaatse onderzoek zal verrichten, door de deskundige zal worden vastgesteld in overleg met de advocaten van partijen; partijen en hun eventuele adviseurs dienen in de gelegenheid te worden gesteld bij het onderzoek aanwezig te zijn;
10.7.
bepaalt dat de deskundige bij het onderzoek –
en ten aanzien van het concept-rapport– partijen in de gelegenheid stelt opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het rapport van de deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het rapport tevens melding wordt gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
10.8.
bepaalt dat partijen binnen vier weken dienen te reageren op het concept-rapport van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren;
10.9.
verzoekt de deskundige een schriftelijk en met redenen omkleed rapport, met een duidelijke conclusie, in te leveren ter griffie van dit hof en tegelijkertijd een afschrift van het rapport aan de advocaten van partijen toe te zenden;
10.10.
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijke, ondertekende rapport ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd op
drie maandennadat door de griffier is bericht dat met het onderzoek kan worden begonnen;
10.11.
bepaalt het voorschot op de kosten van de deskundige op het door de deskundige begrote bedrag van € 16.067,29 incl. btw, tenzij (één van) partijen binnen veertien dagen na deze uitspraak
bij brief aan de griffier van dit hofmet afschrift aan de wederpartij (die binnen twee dagen hierop kan reageren bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij)tegen de hoogte van het voorschot bezwaar heeft/hebben gemaakt, in welk geval het hof op het bezwaar/de bezwaren zal beslissen en de hoogte van het voorschot zal bepalen;
bepaalt dat [appellanten] genoemd voorschot van € 16.067,29 incl. btw zal voldoen na ontvangst van de nota met betaalinstructies die door het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal worden verzonden;
verzoekt de deskundige, indien zijn kosten het voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
10.12.
benoemt mr. I.B.N. Keizer tot raadsheer-commissaris, tot wie de deskundige zich, door tussenkomst van de griffier (het Bureau Deskundigen van dit hof) dient te wenden met (procedurele) vragen en verzoeken indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft;
10.13.
verwijst de zaak naar de rol van 24 september 2024 in afwachting van het deskundigenrapport;
10.14.
Verstaat dat de zaak na ontvangst van het deskundigenrapport naar de rol wordt verwezen voor memorie na deskundigenrapport aan de zijde van [appellanten] , en wijst [appellanten] in verband daarmee op hetgeen hiervoor in rov. 9.2 is overwogen;
10.15.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. I.B.N. Keizer, M.G.W.M. Stienissen en J.J.M. Saelman en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 21 mei 2024.
griffier rolraadsheer