Uitspraak
,
Raad voor de Kinderbescherming,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de moeder via een beeldverbinding en met een tolk, bijgestaan door mr. Kunze;
- de vader, bijgestaan door mr. Palmen;
- de raad, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de raad] .
- de brief met producties 21-26 van mr. Kunze van 18 augustus 2023;
- het V6-formulier van mr. Kunze van 27 september 2023 met als bijlage het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg op 13 januari 2023.
- de brief van mr. Kunze van 15 februari 2024;
- de brief van mr. Palmen van 15 februari 2024;
- de brief met bijlage van mr. Kunze van 5 maart 2024;
- de brief van mr. Palmen van 14 maart 2024;
- de brief met bijlagen van mr. Kunze van 22 maart 2024.
3.De beoordeling
- het recht en belang van de verhuizende ouder en de vrijheid om zijn of haar leven opnieuw in te richten;
- de noodzaak om te verhuizen;
- de mate waarin de verhuizing is doordacht en voorbereid;
- alternatieven en maatregelen om de verhuizing voor de kinderen en de andere ouder te verzachten en/of compenseren;
- de mate waarin de ouders in staat zijn tot onderlinge communicatie en overleg;
- de rechten van de andere ouder en de kinderen op onverminderd contact met elkaar in de eigen vertrouwde omgeving;
- de verdeling van de zorgtaken en de continuïteit van de zorg;
- de frequentie van het contact tussen de kinderen en de andere ouder voor en na de verhuizing;
- de leeftijd van de kinderen, hun mening en de mate waarin ze geworteld zijn in de omgeving of gewend zijn aan verhuizingen;
- de (extra) kosten van het contact na de verhuizing.