Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- mr. Amrani, namens de moeder van de rechthebbende;
- de opvolgend bewindvoerder.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 18 april 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep. De moeder van de rechthebbende had hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant, waarin zij als bewindvoerder was ontslagen en een opvolgend bewindvoerder was benoemd. Het hof heeft vastgesteld dat het beroepschrift te laat was ingediend, aangezien de termijn voor het indienen van het hoger beroep op 31 oktober 2023 was verstreken. De moeder van de rechthebbende had het beroepschrift pas op 29 november 2023 ingediend, zonder dat er sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding. De advocaat van de moeder had aangevoerd dat hij het beroepschrift op verzoek van zijn cliënte had ondertekend, maar kon niet aantonen dat er sprake was van bijzondere omstandigheden die de termijnoverschrijding zouden rechtvaardigen. Het hof heeft daarom de moeder van de rechthebbende niet-ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep, waardoor er geen inhoudelijke behandeling van de zaak plaatsvond. De beslissing is genomen door een collegiaal hof, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.