ECLI:NL:GHSHE:2024:1248
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake alimentatie en draagkracht na echtscheiding
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 11 april 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de alimentatie en draagkracht na een echtscheiding. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, had eerder een beschikking van de rechtbank Limburg aangevochten, waarin de alimentatie voor de kinderen en de partneralimentatie was vastgesteld. De vrouw is op 17 juli 2023 in hoger beroep gekomen van de beschikking van 19 april 2023, waarin de rechtbank de echtscheiding had uitgesproken en de alimentatie had vastgesteld. De man, verweerder in hoger beroep, heeft op 21 september 2023 een verweerschrift ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 22 februari 2024 was de vrouw niet aanwezig, maar haar advocaat heeft haar vertegenwoordigd.
Het hof heeft vastgesteld dat de man en de vrouw ouders zijn van twee minderjarige kinderen. De rechtbank had eerder de kinderalimentatie vastgesteld op € 556,- per maand voor het oudste kind en € 485,- voor het jongste kind, met ingang van 1 augustus 2021. De vrouw verzocht in hoger beroep om een hogere bijdrage in de kosten van levensonderhoud, maar het hof oordeelde dat de man geen draagkracht had voor partneralimentatie in de periode tot 1 maart 2024. Met ingang van 1 maart 2024 is er echter overeenstemming bereikt over de kinderalimentatie, waarbij de man € 600,- per kind per maand zal betalen.
Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd voor zover het betreft de kinderalimentatie na 1 maart 2024 en de partneralimentatie. De man zal met ingang van 11 augustus 2024 een bijdrage van € 910,- per maand aan de vrouw betalen. De proceskosten in hoger beroep worden gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten draagt. De beschikking is uitgesproken in het openbaar en is tot uitvoerbaar bij voorraad verklaard.