In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch is behandeld, gaat het om een hoger beroep van een uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De appellante, een B.V., heeft een koopovereenkomst gesloten met de geïntimeerden voor de overdracht van aandelen in een vennootschap. De appellante stelt dat de overeenkomst nietig is vanwege strijd met de goede zeden en de openbare orde, omdat deze zou zijn opgezet om belasting te ontwijken. Het hof oordeelt echter dat de overeenkomst niet in strijd is met de wet en blijft in stand. De feiten van de zaak zijn als volgt: in juni 2019 heeft de appellante een voorstel gedaan voor de aankoop van aandelen in [xxx] Holding BV, wat resulteerde in een overeenkomst waarbij de aandelen voor een bedrag van € 7.000.000 zijn verkocht. De betaling van de koopprijs is deels gedaan door het overnemen van schulden van de geïntimeerden en door dividenduitkeringen. Het hof heeft vastgesteld dat de overeenkomst niet in strijd is met de goede zeden, omdat de fiscale constructie niet onrechtmatig is en de fiscus niet is misleid. De grieven van de appellante worden verworpen, en het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank, waarbij de appellante wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de geïntimeerden.