Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
4.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 15 november 2022;
- de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep.
5.De verdere beoordeling
a) In het 1e jaar : 0,90 euro per gewerkt uur;
Het idee is om studenten als ZZP’ers in de (Zeeuwse) horeca te laten werken.”Dit voorstel was afkomstig van Seacommerce, zoals door HB17 ook bij conclusie van antwoord wordt erkend. Hieruit volgt dus niet een bepaalde bedoeling van HB17. Uit de omstandigheid dat daarin bij het lanceren van het idee naar Zeeuwse horeca wordt verwezen, kan niet worden afgeleid dat Seacommerce de bedoeling heeft gehad om het platform te ontwikkelen voor gebruik enkel en alleen in de provincie Zeeland. Het woord ‘Zeeuwse’ is immers tussen haakjes geplaatst, wat betekent dat Seacommerce de mogelijkheid open hield dat het platform ook bruikbaar zou kunnen zijn voor arbeidsbemiddeling buiten Zeeland. Uit dit voorstel volgt daarom niet dat partijen het (van meet af aan) eens waren over een geografische beperkte werking van het maximalisatiebeding of dat dit het uitgangspunt is geweest voor het aanbod van Seacommerce. Dat een dergelijke beperking uitgangspunt is geweest tijdens voorbereidende gesprekken, zoals HB17 bij memorie van grieven stelt, is verder niet onderbouwd met bescheiden of met verwijzingen naar specifieke besprekingen tussen bepaalde personen. De omstandigheid dat aan het voorstel kennelijk een door de Zeeuwse horeca ondervonden probleem ten grondslag lag, sluit niet uit dat een daarvoor te realiseren oplossing breder, ook voor buiten Zeeland gevestigde horecaondernemers, interessant en toepasbaar kan zijn.
enonderhouden van het platform. Deze vergoeding is gerelateerd aan de totale gewerkte/gedetacheerde ZZP uren via het platform. Hierbij is niet nader bepaald welk deel HB17 verschuldigd is voor het bouwen en welk deel HB17 verschuldigd is voor het onderhouden. Evenmin is de omvang van de vergoeding gerelateerd aan het aantal uren dat Seacommerce feitelijk besteedt aan onderhoud. De overeengekomen vergoeding per uur dat via het platform is gewerkt of ZZP-ers zijn gedetacheerd is in dat geval verschuldigd ongeacht de vraag of en in welke mate Seacommerce tijd aan verdere ontwikkelingswerkzaamheden en/of onderhoud aan het platform heeft besteed. Zijn dat minder uren geweest dan 16 uur per week, dan strekt dat ten voordele van Seacommerce. Zijn het er meer geweest dan 16 uur per week, dan strekt dat ten nadele van Seacommerce. In dat geval heeft HB17 voor de vaststelling van de omvang van haar betalingsverplichting ook geen belang bij de afgifte van een urenverantwoording. Redelijkheid en billijkheid leveren in dat geval geen grond op om Seacommerce tot afgifte van een dergelijke verantwoording verplicht te achten. Grief II faalt.