ECLI:NL:GHSHE:2023:88
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bijdrageplicht en eiswijziging in hoger beroep met betrekking tot schadevergoeding
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep van een appellant tegen meerdere geïntimeerden. De zaak draait om de bijdrageplicht van de partijen in verband met een schadevergoeding aan een derde, aangeduid als [persoon A]. Het hof heeft in een eerder tussenarrest van 8 november 2022 de appellant in de gelegenheid gesteld om de betekeningsstukken van de eiswijziging aan de niet verschenen partijen over te leggen. Deze stukken zijn tijdig ingediend, waardoor de eiswijziging rechtsgeldig is betekend. Het hof heeft vervolgens de grieven van de appellant gehonoreerd en het bestreden vonnis van de kantonrechter vernietigd.
Het hof heeft geoordeeld dat de appellant, [geïntimeerde 1], [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 3] ieder voor 25% bijgedragen moeten worden aan de schadevergoeding aan [persoon A]. Tevens is bepaald dat [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 3] binnen twee werkdagen na betekening van het arrest afschriften van hun bankrekeningen moeten verstrekken aan de appellant, op straffe van een dwangsom. De proceskosten in hoger beroep zijn gecompenseerd, en de kosten van de eerste aanleg zijn opnieuw aan de zijde van de geïntimeerden begroot. Het arrest is uitgesproken op 17 januari 2023.