Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
,
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 8482420 \ CV EXPL 20-1957)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven;
- de memorie van antwoord met producties;
- de bij brief van 25 november 2022 door [appellant] toegezonden akte met producties, die bij de mondelinge behandeling op 9 december 2022 in het geding is gebracht;
- de mondelinge behandeling waarbij partijen spreeknotities hebben overgelegd.
3.De beoordeling
3e en laatste termijn van totale aanneemsom van € 102.276,00 Excl. BTW volgens offerte 19-3-2017”, vast staat dat [geïntimeerde] deze factuur direct heeft voldaan en het daarna bijna twee jaar heeft geduurd voordat [appellant] (zijn buurman) [geïntimeerde] mailde dat sprake zou zijn van
“nog niet afgewerkte posten”. Volgens [appellant] start het overzicht van 10 november 2019 rond 23 mei 2017. Op dat moment waren de werkzaamheden nog volop gaande. Het had derhalve van [appellant] verwacht mogen worden dat hij in ieder geval uiterlijk bij de derde en laatste termijnfactuur van 22 oktober 2017, bij afronding van het werk, kenbaar had gemaakt dat er nog een meerwerkfactuur zou volgen.
€ 2.366,--