Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- ‘medeplegen van afpersing in eendaadse samenloop gepleegd met medeplegen van diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld, met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken’ (feit 1 en feit 2),
- ‘medeplegen van opzetheling’ (feit 3) en
- ‘opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod’
De vordering tot schadevergoeding
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal, gelet op het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep en de jeugdige leeftijd van de verdachte, met de rechtbank bepalen dat bij niet betaling van de schadevergoeding aan de benadeelde partij de gijzeling zal worden vastgesteld op 0 dagen.
BESLISSING
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
€ 10.348,26(tienduizend driehonderdachtenveertig euro en zesentwintig cent) bestaande uit
€ 8.098,26(achtduizend achtennegentig euro en zesentwintig cent)
materiële schadeen
€ 2.250,00(tweeduizend tweehonderdvijftig euro)
immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s)
hoofdelijkvoor het gehele bedrag
aansprakelijkis,
vermeerderdmet de
wettelijke rentevanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 10.348,26(tienduizend driehonderdachtenveertig euro en zesentwintig cent) bestaande uit
€ 8.098,26(achtduizend achtennegentig euro en zesentwintig cent)
materiële schadeen
€ 2.250,00(tweeduizend tweehonderdvijftig euro)
immateriële schade,
vermeerderdmet de
wettelijke rentevanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
aanvangsdatum van de wettelijke rentevoor de materiële en de immateriële schade op
15 juni 2022.