Op 3 november 2023 heeft verzoekster een schriftelijk wrakingsverzoek ingediend in haar lopende strafzaken bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De drie raadsheren die de strafzaken behandelen, te weten W.E.C.A. Valkenburg (voorzitter), G.C. Bos en M. van der Horst, hebben laten weten niet in de wraking te berusten. De wrakingskamer heeft het verzoek op 6 november 2023 in raadkamer behandeld, zonder een zitting te beleggen. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek geen gegronde redenen bevat tegen de behandelend kamer en heeft verzoekster niet-ontvankelijk verklaard in haar wrakingsverzoek.
De wrakingskamer heeft opgemerkt dat verzoekster, die niet wordt bijgestaan door een advocaat, niet lijkt te begrijpen welke gronden tot een wraking van de behandelend rechter kunnen leiden. Eerdere correspondentie van verzoekster bevatte vergelijkbare stellingen, maar tijdens een eerdere zitting heeft zij verklaard geen raadsheren van het hof te willen wraken. Het huidige verzoek is in hoge mate vergelijkbaar met een eerder verzoek dat op 11 juli 2023 werd ingediend, dat ook geen gegronde wrakingsgronden bevatte. De wrakingskamer heeft daarom besloten dat het verzoek kennelijk ongegrond is en dat een volgend wrakingsverzoek van verzoekster niet in behandeling zal worden genomen.
De beslissing van de wrakingskamer houdt in dat de strafzaken tegen verzoekster worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevonden ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De wrakingskamer heeft de onverwijlde mededeling van deze beslissing aan verzoekster, de raadsheren, de advocaat-generaal en de griffier van het hof bevolen.