Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod’. Aan de verdachte is een gevangenisstraf opgelegd voor de duur van twee maanden.
het proces-verbaal van bevindingen van 22 januari 2023 (pg. 3-4 en 12), voor zover inhoudende het relaas van verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 2] , [verbalisant 3] en [verbalisant 4] :
hof: gelegen in de gemeente Breda], maakte ik, [verbalisant 4] , mij kenbaar als zijnde politie middels het tonen van mijn politielegitimatiebewijs. De bestuurder toonde mij desgevraagd zijn rijbewijs, Belgische verblijfskaart en het bij het voornoemde kenteken horende kentekenbewijs. Uit het aan mij verstrekte rijbewijs bleek mij dat de houder van het rijbewijs was genaamd: [verdachte] , geboren op [geboortedag] 2000.
het proces-verbaal van bevindingen van 22 januari 2023 (pg. 6-7), voor zover inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 5] :
het afzonderlijke proces-verbaal van bevindingen, voor zover inhoudende het relaas van verbalisanten [verbalisant 6] en [verbalisant 7] :
het afzonderlijke rapport NFiDENT van 7 februari 2023, voor zover inhoudende de verklaring van rapporteur ing. [rapporteur] :
het afzonderlijke rapport NFiDENT van 7 februari 2023, voor zover inhoudende de verklaring van rapporteur ing. [rapporteur] :
het proces-verbaal van bevindingen van 22 januari 2023 (pg. 8), voor zover inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 8] :
“Nadat het voertuig tot stilstand was gebracht op de Backer en Ruebweg te Prinsenbeek, maakte ik, [verbalisant 4] , mij kenbaar als zijnde politie middels het tonen van mijn politielegitimatiebewijs. […] Ik, [verbalisant 4] , kon [verdachte] goed begrijpen in het Nederlands en [verdachte] begreep mij ook. [verdachte] vertelde mij dat hij in België woonde en daarom Nederlands sprak. […] Ik, [verbalisant 4] , vroeg aan [verdachte] of hij op dit moment verboden spullen bij zich had zoals: verdovende middelen, wapens, veel geld of gestolen goederen. Ik hoorde [verdachte] zeggen: "Nee nee. Ik rook niet. Je mag in de auto kijken." Ik, [verbalisant 4] , vroeg vervolgens aan [verdachte] specifiek of wij zijn voertuig mochten doorzoeken en dat wij dat heel goed gingen doen en ook kappen los gingen halen. Wij, [verbalisant 4] , [verbalisant 1] en [verbalisant 2] zagen dat [verdachte] met twee armen naar de auto wees en hoorden [verdachte] zeggen dat hij dit geen probleem vond.”Het hof leidt hieruit af dat de verdachte de Nederlandse taal voldoende machtig is. Bovendien is de verdachte woonachtig in [woonpl] , behorend tot het Nederlandstalig deel van België . Aan de verdachte is expliciet gevraagd of het voertuig mocht worden doorzocht en met hem is de voorgenomen gang van zaken besproken, hetgeen door de verbalisanten nauwkeurig is gerelateerd. Het daaropvolgende handgebaar van de verdachte houdt naar het oordeel van het hof - in samenhang bezien met zijn eerdere uitlating dat in de auto mag worden gekeken - een uitdrukkelijke toestemming in voor het doorzoeken van de auto. Op dat moment was nog geen sprake van een verdenking c.q. verhoorsituatie en was het geven van de cautie niet vereist.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden;
onttrekking aan het verkeervan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: