ECLI:NL:GHSHE:2023:4140

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
10 mei 2023
Publicatiedatum
12 december 2023
Zaaknummer
200.324.984_02
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk wegens ontbreken handtekening advocaat

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 10 mei 2023 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van een verzoeker in een civiele procedure. De verzoeker had een wrakingsverzoek ingediend tegen de raadsheren R.M.M. de Moor, S.M.A.M. Venhuizen en A.P. Zweers-van Vollenhoven, die betrokken waren bij zijn hoofdzaak. Het hof constateerde dat het wrakingsverzoek niet was ondertekend door een advocaat, wat in strijd is met de vereisten voor een schriftelijk wrakingsverzoek in een dergelijke procedure. De verzoeker was eerder in de gelegenheid gesteld om dit verzuim te herstellen, maar heeft hier geen gebruik van gemaakt. Het hof oordeelde dat het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk was, omdat de verzoeker niet had voldaan aan de wettelijke vereisten. Hierdoor kon het hof niet ingaan op de inhoudelijke aspecten van het wrakingsverzoek. De hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH

Wrakingskamer
registratienummer wraking: Wr-400-09-2023
zaaknummer hoofdzaak: 200.324.984/01
Beslissing van de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakings- en verschoningsverzoeken van 10 mei 2023
op het verzoek tot wraking als bedoeld in artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) in de hoofdzaak met hiervoor genoemde zaaknummer van:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: verzoeker.
strekkende tot wraking van mrs. R.M.M. de Moor, S.M.A.M. Venhuizen en A.P. Zweers-van Vollenhoven, raadsheren in het gerechtshof ’s-Hertogenbosch, team handelsrecht (hierna gezamenlijk aan te duiden als de raadsheren).

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Bij het hof is onder zaaknummer 200.324.984/01 (hierna: de hoofdzaak) een procedure aanhangig tussen verzoeker als appellant en [B.V.] B.V. t.h.o.d.n. [naam], vertegenwoordigd door mr. E.H.J. Slager, als verweerder.
1.2.
Op 30 maart 2023 heeft verzoeker in de hoofdzaak een verzoekschrift ingediend. Omdat het verzoekschrift niet is ondertekend door een advocaat, is verzoeker op 31 maart 2023 in de gelegenheid gesteld om dit verzuim uiterlijk 14 april 2023 te herstellen. Op 14 april 2023 heeft verzoeker het hof verzocht uitstel te verlenen om dit verzuim te kunnen herstellen. Het hof heeft verzoeker in de gelegenheid gesteld om uiterlijk 28 april 2023 het verzuim te herstellen.
1.3.
Op 28 april 2023 heeft verzoeker wederom een uitstelverzoek gedaan. Namens de raadsheren is verzoeker per brief van 1 mei 2023, welke digitaal aan verzoeker is verzonden, geïnformeerd dat het uitstelverzoek van verzoeker is afgewezen en dat het hof binnenkort (beoogde datum donderdag 11 mei 2023) uitspraak zal doen.
1.4.
In reactie op deze brief heeft verzoeker op 1 mei 2023 per e-mail als volgt gereageerd:
“Dit is een regelrechte schending van artikel 6 en 13 EVRM.
De verplichte procesvertegenwoordiging is een wettelijke vereiste, en de Deken ([deken]) weigert al vanaf 21 april 2023 ex artikel 13 Advocatenwet om een advocaat aan te wijzen.
U schendt de internationale rechtsorde met voeten, door mij de toegang tot de rechter te onthouden. Hierbij ga ik over tot wraking van de rechter in deze zaak, wegens de schijn van kennelijke partijdigheid.”
Nu de zaak behandeld wordt door drie raadsheren gaat de wrakingskamer ervan uit dat dit wrakingsverzoek zich richt tot deze drie raadsheren.
1.5.
Per e-mail van 1 mei 2023 heeft het secretariaat van de wrakingskamer aan verzoeker laten weten dat het verzoek tot wraking ondertekend dient te worden door een advocaat. Aan verzoeker is een termijn tot vrijdag 5 mei 2023, uiterlijk 12:00 uur verleend om dit verzuim te herstellen.
Daarbij wordt door de wrakingskamer opgemerkt dat herstel van het verzuim alleen kan plaatsvinden doordat het oorspronkelijke ingediende verzoek wordt ondertekend door een advocaat. Dat kan doordat een advocaat datzelfde verzoekschrift alsnog ondertekent en indient, dan wel doordat een advocaat een aan het oorspronkelijk ingediende verzoekschrift gelijkluidend verzoekschrift ondertekent en indient.
1.6.
De wrakingskamer heeft geen door een advocaat ondertekend verzoek tot wraking ontvangen en zal daarom uitspraak doen op basis van de beschikbare stukken.

2.De beoordeling van de ontvankelijkheid

2.1.
De wrakingskamer stelt vast dat het door verzoeker op 1 mei 2023 ingediende verzoek tot wraking niet is ondertekend door een advocaat, terwijl dit voor een schriftelijk wrakingsverzoek in een zaak als die waarbij verzoeker als partij betrokken is, wel is voorgeschreven.
In dat kader verwijst de wrakingskamer naar het wrakingsprotocol van het hof. In artikel 1.2. van dit protocol is opgenomen dat in zaken waarin de partij zich verplicht moet laten vertegenwoordigen, het verzoek tot wraking op straffe van niet-ontvankelijkheid moet worden ingediend door een advocaat.
2.2.
Verzoeker is in de gelegenheid gesteld om het verzuim – verzoek is niet ondertekend door een advocaat – te herstellen. Hij heeft daaraan geen gehoor gegeven.
2.3.
Gelet hierop is de wrakingskamer van oordeel dat verzoeker niet kan worden ontvangen in zijn wrakingsverzoek. De wrakingskamer komt niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van het wrakingsverzoek. Nu het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is kan een mondelinge behandeling achterwege blijven.

3.De beslissing

het hof (de wrakingskamer):
verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking van mrs. R.M.M. de Moor, S.M.A.M. Venhuizen en A.P. Zweers-van Vollenhoven;
bepaalt dat de hoofdzaak wordt voorgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het wrakingsverzoek van 1 mei 2023;
bepaalt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan verzoeker, de raadsheren waartegen het verzoek tot wraking is gericht en aan verweerder en belanghebbende in de hoofdzaak.
Deze beslissing is gegeven door mrs. A.M.G. Smit, T.A. Gladpootjes en A.L. Bervoets en is in het openbaar uitgesproken op 10 mei 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.