In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 10 mei 2023 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van een verzoeker in een civiele procedure. De verzoeker had een wrakingsverzoek ingediend tegen de raadsheren R.M.M. de Moor, S.M.A.M. Venhuizen en A.P. Zweers-van Vollenhoven, die betrokken waren bij zijn hoofdzaak. Het hof constateerde dat het wrakingsverzoek niet was ondertekend door een advocaat, wat in strijd is met de vereisten voor een schriftelijk wrakingsverzoek in een dergelijke procedure. De verzoeker was eerder in de gelegenheid gesteld om dit verzuim te herstellen, maar heeft hier geen gebruik van gemaakt. Het hof oordeelde dat het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk was, omdat de verzoeker niet had voldaan aan de wettelijke vereisten. Hierdoor kon het hof niet ingaan op de inhoudelijke aspecten van het wrakingsverzoek. De hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.