Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het verloop van de procedure
- de rolbeslissing van 19 september 2023;
- de antwoordakte van geïntimeerde van 24 oktober 2023.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 12 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep. De appellant, vertegenwoordigd door mr. G.A. Verstijnen, had hoger beroep ingesteld tegen een herstelvonnis van de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant, dat op 24 november 2022 was gewezen. Het hof heeft vastgesteld dat het vonnis waarvan beroep een herstelvonnis betreft, zoals bedoeld in artikel 31 lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Dit artikel bepaalt dat tegen de verbetering of weigering daarvan geen voorziening openstaat. Hierdoor is de appellant niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep.
De procedure begon met een rolbeslissing van het hof op 19 september 2023, waarin werd geconstateerd dat het vonnis van 24 november 2022 een herstelvonnis was. De appellant werd in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over zijn ontvankelijkheid in hoger beroep, maar heeft geen akte genomen op de roldatum van 10 oktober 2023. De geïntimeerde, N.V. Noordhollandsche van 1816 Schadeverzekeringsmaatschappij, vertegenwoordigd door mr. A.Y. Messchaert, heeft wel een antwoordakte ingediend.
Het hof heeft in zijn beoordeling bevestigd dat het vonnis van de kantonrechter kwalificeert als een herstelvonnis en dat de appellant niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn hoger beroep. Tevens is de appellant veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 2.135,-- aan griffierecht en € 591,50 aan salaris advocaat, te vermeerderen met wettelijke rente. Het arrest is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 12 december 2023.