ECLI:NL:GHSHE:2023:4065

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
5 december 2023
Publicatiedatum
5 december 2023
Zaaknummer
200.329.557_02
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van instantie in hoger beroep na niet verschijnen appellant

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, is appellant niet verschenen op de zitting van 3 oktober 2023, nadat hij eerder was opgeroepen door geïntimeerde. Geïntimeerde had appellant opgeroepen om te verschijnen ter openbare terechtzitting, maar bij niet verschijnen zou hij vorderen om ontslagen te worden van instantie. Op de rol van 18 juli 2023 is appellant niet verschenen, waarna hij de gelegenheid kreeg om alsnog een advocaat te stellen op de rol van 1 augustus 2023. Appellant heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.

Geïntimeerde heeft verzuimd om de originele dagvaarding bij het aanbrengen van de zaak te overleggen, maar heeft dit verzuim op de rol van 1 augustus 2023 hersteld. Na een periode van beraad op 15 augustus 2023, waarbij geen instructie van geïntimeerde kwam, is de zaak ambtshalve doorgehaald. Op 26 september 2023 heeft geïntimeerde de zaak hervat en arrest gevraagd. Het hof heeft vastgesteld dat appellant geen procesvertegenwoordiger heeft gesteld en dat geïntimeerde met zijn verzoek om arrest te wijzen, ontslag van instantie heeft gevraagd.

Het hof heeft vervolgens geïntimeerde ontslagen van instantie en appellant veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 783,00 aan griffierecht, € 107,32 aan kosten van het anticipatie-exploot en € 591,50 aan salaris advocaat. Dit arrest is gewezen op 5 december 2023 en openbaar uitgesproken door de rolraadsheer.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
zaaknummer 200.329.557/02
arrest van 5 december 2023
in de zaak van
[appellant],
wonende te [woonplaats] ,
appellant,
niet verschenen,
tegen
[geïntimeerde] , handelend onder de naam [X] -Administratie,
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. S. Yadegari te Zaandam,
op het bij exploot van dagvaarding van 5 juli 2023 ingeleide hoger beroep van het vonnis van 6 april 2023, door de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats Eindhoven, gewezen tussen appellant als gedaagde en geïntimeerde als eiser.

1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 9591105 \ CV EXPL 21-7713)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

2.Het geding in hoger beroep

2.1.
Appellant heeft bij voormeld exploot geïntimeerde opgeroepen om te verschijnen ter openbare terechtzitting van dit hof van 3 oktober 2023. Bij exploot van anticipatie van 10 juli 2023 heeft geïntimeerde appellant vervolgens opgeroepen om vervroegd te verschijnen op de rol van 18 juli 2023. Daarbij heeft geïntimeerde vermeld dat bij niet verschijnen van appellant, geïntimeerde zal vorderen te worden ontslagen van de instantie. Geïntimeerde heeft de zaak op de voet van artikel 127 lid 1 Rv op de rol van 18 juli 2023 vervroegd aangebracht. Op deze roldatum is appellant niet verschenen, waarna hij op de voet van artikel 127 lid 2 Rv in de gelegenheid is gesteld op de rol van 1 augustus 2023 alsnog advocaat te stellen.
Conform het arrest van de Hoge Raad van 7 oktober 2022 (ECLI:NL:HR:2022:1387) heeft de griffier op 18 juli 2023 een brief gestuurd aan mr. A.L. van den Bergh, de advocaat van appellant, in welke brief is gewezen op de mogelijkheid om alsnog advocaat te stellen op de rol van 1 augustus 2023. Van deze gelegenheid heeft appellant geen gebruik gemaakt.
2.2.
Bij het aanbrengen van de zaak heeft geïntimeerde verzuimd om de originele dagvaarding te overleggen. Op de rol van 1 augustus 2023 is geïntimeerde in de gelegenheid gesteld om dit verzuim te herstellen, wat hij heeft gedaan door alsnog de originele appeldagvaarding aan het hof over te leggen.
2.3.
Nadat de zaak op de rol van 15 augustus 2023 voor beraad geïntimeerde is verwezen heeft geïntimeerde geen instructie gegeven waarna de zaak ambtshalve is doorgehaald (zaaknummer 200.329.557/01).
2.4.
Op de rol van 26 september 2023 heeft geïntimeerde de zaak weer hervat (zaaknummer 200.329.557/02) en arrest gevraagd.
2.5.
Voor appellant heeft zich – na daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld – geen procesvertegenwoordiger gesteld. Het hof begrijpt dat geïntimeerde met zijn verzoek om arrest te wijzen heeft bedoeld, mede gelet op het anticipatie-exploot, ontslag van instantie te vragen.
Het hof zal geïntimeerde dan ook ontslag van instantie verlenen met veroordeling van appellant in de proceskosten.

3.De uitspraak

Het hof:
ontslaat geïntimeerde van deze instantie;
veroordeelt appellant in de kosten van deze procedure, aan de zijde van geïntimeerde tot aan deze uitspraak begroot op € 783,00 aan griffierecht, € 107,32 aan kosten anticipatie-exploot en op € 591,50 aan salaris advocaat (½ punt liquidatietarief II).
Dit arrest is gewezen door mrs. S.M.A.M. Venhuizen, E.H. Schulten en J.M.H. Schoenmakers en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 5 december 2023.
griffier rolraadsheer