In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 15 september 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte, geboren in 2000 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was eerder vrijgesproken van een deel van de tenlastelegging, maar veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand voor het witwassen van een geldbedrag van € 11.906,11. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen deze veroordeling. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet-ontvankelijk is in het hoger beroep voor zover dit gericht is tegen de vrijspraak, aangezien hiertegen geen hoger beroep openstaat volgens artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering.
Het hof heeft het beroep op vrijspraak van de verdachte verworpen en heeft de bewezenverklaring van het witwassen bevestigd. De verdachte was betrokken bij een serie pintransacties waarbij geldbedragen van een rekening van een medeverdachte zijn gepind. De herkenning van de verdachte op camerabeelden en de verklaringen van medeverdachten zijn als bewijs gebruikt. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen, waarbij hij de opbrengsten van WhatsApp-fraude heeft verborgen en verplaatst.
Bij de strafoplegging heeft het hof rekening gehouden met de ernst van het feit, de rol van de verdachte en zijn eerdere veroordelingen. Het hof heeft een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden opgelegd, omdat de verdachte een significante rol speelde in de fraude en het belangrijk is om dergelijke misdrijven te ontmoedigen. Daarnaast is een geldbedrag van € 6.480,00 verbeurd verklaard, dat de verdachte heeft verworven uit de criminele activiteiten.