[appellant] en [appellante] kunnen zich met deze beslissing niet verenigen en zijn hiervan in hoger beroep gekomen. Zij hebben in het beroepschrift - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
[appellant] en [appellante] ontkennen ten stelligste dat zij de eindafrekening hebben achtergehouden. Zij hebben de eindafrekening meerdere malen opgevraagd bij de werkgever maar niet ontvangen. Alles wat zij hebben ontvangen hebben zij ook doorgestuurd, echter wat zij niet ontvangen kunnen zij ook niet doorsturen.
Ook is de zakelijk betaalpas alleen gebruikt voor werk gerelateerde zaken.
De stortingen op de rekening van de dochter van [appellant] en [appellante] betreffen onder andere stortingen door de zussen van [appellant] en zijn moeder en oma. De dochter deed voor deze derden bestellingen online daar de betreffende personen geen account hadden bij de betreffende online verkopers. De dochter ontving derhalve geldbedragen maar kocht daarvoor voor deze derden goederen en gaf deze ook aan hen af. [appellant] en [appellante] kunnen deze stellingen niet allen met bewijsstukken onderbouwen nu de moeder en oma niet langer in leven zijn.
De van het Nederlandse Rode Kruis ontvangen bedragen betreffen onkostenvergoedingen op basis van daadwerkelijk gemaakte reiskosten en onkosten tegen overlegging van bewijsstukken. Deze bedragen kunnen derhalve niet worden aangemerkt als inkomsten en zijn derhalve ook niet verzwegen.
De vergoedingen uit het uitvaartbedrijf, de stembureauvergoedingen en de vergoedingen
van [bedrijf 2] zien alle op daadwerkelijk gemaakte onkosten en kunnen
derhalve ook niet worden aangemerkt als inkomsten.
[appellant] en [appellante] waren er niet van op de hoogte dat [bedrijf 1] aan de boedel afgedragen diende te worden. Vanaf het moment dat dit voor hen wel duidelijk was hebben zij dit ook telkens aan de bewindvoerder gemeld.
De schade-uitkering betreft een uitbetaling van de verzekering omdat de telefoon van de dochter stuk was. Deze telefoon is vervolgens daarmee ook gemaakt. Hetzelfde geldt voor de schade-uitkering van de fiets van de dochter. De fiets is vervolgens voor dat bedrag gemaakt. Dit zijn geen inkomsten zodat deze derhalve ook niet verzwegen zijn.
Er is geld geleend voor de aanschaf van een puppy via de bankrekening van de dochter, waardoor een nieuwe schuld is ontstaan. [appellant] en [appellante] hebben zich niet gerealiseerd dat dit niet was toegestaan. De dochter heeft dit aldus met de werkgever van [appellant] geregeld. Er was niet daadwerkelijk sprake van een nieuwe schuld, de dochter mocht dit bedrag terugbetalen wanneer zij dat wilde.
[appellant] en [appellante] hebben wel aan hun informatieplicht voldaan. Zij waren
immers in de veronderstelling dat er geen sprake was van inkomsten of van een nieuwe
schuld zodat zij ook niet wisten dat zij deze moesten melden.
[appellant] ontkent dat er fooien worden gegeven door de busreizigers die hij vervoert tijdens
meerdaagse reizen, maar dat is niet te controleren. [appellant] ontkent eveneens dat hij de
boottickets voor een hoger bedrag heeft verkocht dan de inkoopprijs, terwijl de werkgever
heeft aangegeven dat het personeel zelf de prijs van deze tickets bepaalt.
Nu er geen sprake is geweest van inkomsten kunnen de schuldeisers daardoor derhalve ook niet benadeeld zijn. Als alle bedragen correct verrekend worden is er geen sprake meer van een boedelachterstand en zijn de schuldeisers daarmee derhalve ook niet benadeeld.
De toepassingen van de schuldsaneringsregeling zijn reeds op 17 november 2020
uitgesproken. Dat betekent dat reeds bijna drie jaren verstreken zijn waarbinnen [appellant] en [appellante] getracht hebben zoveel mogelijk geld bij elkaar te krijgen. De schuldeisers zijn niet benadeeld. Daarnaast hebben [appellant] en [appellante] zes jonge kinderen die bij hen wonen. Zij zijn van mening dat het belang van het gezin om een schone lei te krijgen groter is dan het belang om de schuldsaneringsregelingen thans te beëindigen ook gelet op het feit dat de schuldeisers niet benadeeld zijn en de drie jaren nagenoeg verstreken zijn.