ECLI:NL:GHSHE:2023:3874
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis rechtbank Limburg in hoger beroep betreffende Opiumwet overtredingen
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 25 september 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Limburg, dat op 1 december 2021 was gewezen. De verdachte, geboren in 1967 en wonende te [woonplaats], was eerder veroordeeld voor meerdere overtredingen van de Opiumwet. De rechtbank had de verdachte schuldig bevonden aan vier feiten, waaronder het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het verbod van de Opiumwet, en hem een gevangenisstraf van 16 maanden opgelegd, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis had doorgebracht. De rechtbank had ook een vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf afgewezen.
Tegen dit vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die bevestiging van het vonnis heeft gevorderd, en van de argumenten van de raadsman van de verdachte, die een verweer heeft gevoerd met betrekking tot de straftoemeting. Na het onderzoek heeft het hof het vonnis van de rechtbank bevestigd, zich verenigend met de gronden waarop dit berust.
De uitspraak van het hof is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, onder leiding van voorzitter mr. A.M.G. Smit, en de raadsheren mr. C.P.J. Scheele en mr. A.J.M. van Gink. De griffier, mr. S. van den Akker, was ook aanwezig bij de uitspraak. Mr. A.J.M. van Gink was buiten staat om het arrest te ondertekenen.