In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 17 november 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die eerder door de rechtbank Limburg was veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De rechtbank had de vordering van de benadeelde partij volledig toegewezen, wat resulteerde in een schadevergoeding van € 54.686,40. De verdachte heeft op 18 november 2022 hoger beroep ingesteld, maar tijdens de zittingen in hoger beroep heeft de verdediging aangegeven dat de verdachte zijn verantwoordelijkheid wil nemen en verzocht om niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep. Het hof heeft dit verzoek in overweging genomen en vastgesteld dat er geen gronden zijn om de zaak in hoger beroep te behandelen, vooral omdat de vordering van de benadeelde partij al volledig was toegewezen. Het hof heeft daarom besloten het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren, waarbij het belang van de verdachte en andere rechtens te beschermen belangen niet gediend zijn met een behandeling van het hoger beroep. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de advocaat-generaal en de griffier.