ECLI:NL:GHSHE:2023:3720

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
9 november 2023
Publicatiedatum
9 november 2023
Zaaknummer
200.327.009_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijzing naar hulpverlening in gezagskwestie na echtscheiding

In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep van de vader tegen een beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarin het gezag over de minderjarige [minderjarige] aan de moeder is toegewezen. De vader, die in hoger beroep is gekomen, verzoekt de bestreden beschikking te vernietigen en de moeder niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoek om het gezamenlijk gezag te beëindigen. De mondelinge behandeling vond plaats op 26 oktober 2023, waarbij zowel de vader als de moeder, bijgestaan door hun advocaten, en de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig waren.

Tijdens de behandeling is naar voren gekomen dat de ouders in het belang van hun kind, [minderjarige], moeten werken aan hun communicatie en samenwerking. Het hof heeft besloten om partijen door te verwijzen naar een zorgtraject, waarbij de ouders gezamenlijk afspraken moeten maken die in het belang van het kind zijn. Het hof heeft de beslissing in deze zaak aangehouden om partijen de gelegenheid te geven deel te nemen aan de noodzakelijke zorg. De Raad voor de Kinderbescherming zal rapporteren over het verloop van het zorgtraject, en het hof heeft een termijn gesteld voor de indiening van de eindrapportage.

De beschikking van het hof is op 9 november 2023 uitgesproken, waarbij de rechters de partijen hebben verzocht om samen te werken aan een oplossing die het welzijn van [minderjarige] bevordert. De verdere beslissing is aangehouden, afhankelijk van de resultaten van het zorgtraject.

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH

Team familie- en jeugdrecht
Uitspraak: 9 november 2023
Zaaknummer: 200.327.009/01
Zaaknummer eerste aanleg: C/02/403439 / FA RK 22-5161
in de zaak in hoger beroep van:
[de vader],
wonende te [woonplaats],
verzoeker in hoger beroep,
hierna te noemen: de vader,
advocaat: mr. E. Kocabas-Güler,
tegen
[de moeder],
wonende te [woonplaats],
verweerster in hoger beroep,
hierna te noemen: de moeder
,
advocaat: mr. C. Bayrak.
Deze zaak gaat over
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2017 te [geboorteplaats], hierna te noemen: [minderjarige].
In zijn hoedanigheid als omschreven in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:
de Raad voor de Kinderbescherming,
regio: [regio],
hierna te noemen: de raad.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, van 14 februari 2023, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2.Het geding in hoger beroep

2.1.
Bij beroepschrift met producties, ingekomen ter griffie op 12 mei 2023, heeft de vader verzocht voormelde beschikking te vernietigen en opnieuw rechtdoende de moeder in haar verzoek, om het gezamenlijk gezag te beëindigen en te bepalen dat de moeder alleen met het gezag over [minderjarige] wordt belast, niet-ontvankelijk te verklaren, dan wel het verzoek af te wijzen.
2.2.
Bij verweerschrift met productie, ingekomen ter griffie op 18 september 2023, heeft de moeder verzocht, uitvoerbaar bij voorraad, de grieven van de vader niet-ontvankelijk te verklaren dan wel af te wijzen en de bestreden beschikking te bekrachtigen. Kosten rechtens.
2.3.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 26 oktober 2023. Bij die gelegenheid zijn gehoord:
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
-de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
-de raad, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de raad].
2.4.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van:
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg van 17 januari 2023;
- het V6-formulier met bijlage namens de vader, ingekomen te griffie op 17 mei 2023;
- het V6-formulir met bijlage namens de vader, ingekomen ter griffie op 22 mei 2023;
- het V6-formulier met bijlage namens de vader, ingekomen te griffie op 31 mei 2023;
- het V6-formulier met bijlagen namens de vader, ingekomen ter griffie op 20 oktober 2023;
- het V6-formulier met bijlage namens de moeder, ingekomen ter griffie op 23 oktober 2023.

3.De beoordeling

3.1.
Partijen zijn gehuwd geweest. Bij beschikking van 29 mei 2019 is de echtscheiding uitgesproken en deze beschikking is op 14 oktober 2019 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente].
3.2.
Uit het huwelijk van partijen is [minderjarige] geboren. [minderjarige] heeft haar verblijfplaats bij de moeder.
3.3.
Bij de bestreden beschikking heeft de rechtbank -uitvoerbaar bij voorraad- bepaald dat het gezag over [minderjarige] alleen aan de moeder toekomt.
3.4.
De vader zich met deze beslissing niet verenigen en hij is hiervan in hoger beroep gekomen. De moeder heeft verweer gevoerd. Voor de standpunten van partijen verwijst het hof naar het beroepschrift en het verweerschrift.
3.5.
De raad heeft tijdens de mondelinge behandeling naar voren gebracht dat de ouders in het belang van [minderjarige] met elkaar in gesprek moeten gaan zodat de communicatie tussen hen verbetert en zij het ouderschap opnieuw kunnen vormengeven.
3.6.
Het hof overweegt als volgt.
3.6.1.
Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen ingestemd met een doorverwijzing naar het uniform hulpaanbod.
3.6.2.
De bedoeling van het in te zetten hulptraject is dat door partijen gewerkt wordt aan het behalen van het volgende resultaat:
- de (gezagdragende) ouders kunnen gezamenlijk afspraken en beslissingen maken die in het belang zijn van het kind;
- het kind en de (gezagdragende) ouders hebben onbelast contact met elkaar;
- de nieuwe gezinssituatie(s) zorgen gezamenlijk voor een goede basis voor de
ontwikkeling van het kind.
3.6.3.
Gelet op het voorgaande en omdat beide partijen tijdens de mondelinge behandeling hebben verklaard hiermee te kunnen instemmen, zal het hof partijen voor een zorgtraject ten behoeve van het hiervoor genoemde resultaat verwijzen naar het loket van de samenwerkende gemeenten in de regio [regio].
3.6.4.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft het hof zich ervan vergewist dat partijen ermee instemmen dat de door de woonplaatsgemeente van de minderjarigen aangewezen zorgaanbieder aan het hof rapporteert over het verloop en de resultaten van het zorgtraject als ook dat de rapportage over een niet geslaagd zorgtraject bij de raad terecht komt en voor de raad aanleiding kan zijn om (nader) advies uit te brengen aan het hof.
3.6.5.
In verband met de verwijzing van partijen naar het loket zal het hof de beslissingen in deze zaak aanhouden, teneinde partijen in de gelegenheid te stellen deel te nemen aan de noodzakelijk geachte zorg.
3.6.6.
Het hof verzoekt het loket van de samenwerkende gemeenten in de regio [regio] om uiterlijk op 9 mei 2024 of zoveel eerder als mogelijk is, bij het hof de eindrapportage over het verloop en de resultaten van het zorgtraject in te dienen. Het hof zal binnen twee weken na ontvangst deze rapportage doorzenden naar de advocaten van partijen en hen in de gelegenheid stellen daarop binnen twee weken te reageren en daarbij aan te geven of zij een nadere mondelinge behandeling noodzakelijk achten. Indien het traject niet heeft geleid tot een positief resultaat, verzoekt het hof genoemd loket de eindrapportage tevens tegelijkertijd te zenden naar de raad, zodat de raad kan bezien of (nader) advies door de raad noodzakelijk is.
3.6.7.
De raad wordt verzocht binnen twee weken na ontvangst van de eindrapportage het hof te laten weten of de raad aanleiding ziet om advies uit te brengen. Indien de raad tot advies besluit dan verzoekt het hof de raad dit advies uiterlijk binnen vier maanden na deze kennisgeving, of zoveel eerder als mogelijk is, bij het hof in te dienen. Na ontvangst van het advies van de raad zullen partijen vervolgens in de gelegenheid worden gesteld hierop binnen veertien dagen te reageren, waarna de behandeling van de zaak ter mondelinge behandeling – indien gewenst – zal worden voortgezet.
3.6.8.
Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen toestemming gegeven voor het delen van hun bij het hof bekende persoonsgegevens via het “Formulier verwijzing ouders/kind naar hulpverlening” (hierna ook: het verwijzingsformulier) met het loket van de zorgregio, de toegang (van de woonplaatsgemeente van de kinderen), de in te zetten zorgaanbieder en eventueel de raad. Voorts hebben zij toestemming gegeven voor het verzenden van het verwijzingsformulier met de resultatenlijst (per e-mail) en deze tussenbeschikking (per fax en/of post) naar het loket en vervolgens naar de toegang en de zorgaanbieder.
3.7.
Op grond van het voorgaande wordt als volgt beslist.

4.De beslissing

Het hof:
verwijst partijen voor hulpverlening ten behoeve van het hiervoor genoemde resultaat naar het loket van de samenwerkende gemeenten in de regio [regio];
verzoekt het loket van de samenwerkende gemeenten in de regio [regio] om uiterlijk op 9 mei 2024 PRO FORMA een eindrapportage van de in te zetten zorgaanbieder over het verloop en de resultaten van het zorgtraject in te dienen, zulks met inachtneming van hetgeen in rechtsoverweging 3.6.6 is overwogen. Binnen twee weken na ontvangst zal de eindrapportage naar de advocaten van partijen worden gestuurd en krijgen zij vervolgens twee weken de tijd om daar schriftelijk op te reageren;
verzoekt de Raad voor de Kinderbescherming, indien de eindrapportage van de zorgaanbieder daartoe aanleiding geeft, het hof (nader) te adviseren, zulks onder gelijktijdige verstrekking van een afschrift van zijn rapport en advies aan de advocaten van partijen, zulks met inachtneming van hetgeen in rechtsoverweging 3.6.7. is overwogen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mrs. A.C. van den Boogaard, C.N.M. Antens en E.P. de Beij en is op 9 november 2023 uitgesproken in het openbaar door mr. C.N.M Antens in tegenwoordigheid van de griffier.