Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
,
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2017 te [geboorteplaats], hierna te noemen: [minderjarige].
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep van de vader tegen een beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarin het gezag over de minderjarige [minderjarige] aan de moeder is toegewezen. De vader, die in hoger beroep is gekomen, verzoekt de bestreden beschikking te vernietigen en de moeder niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoek om het gezamenlijk gezag te beëindigen. De mondelinge behandeling vond plaats op 26 oktober 2023, waarbij zowel de vader als de moeder, bijgestaan door hun advocaten, en de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig waren.
Tijdens de behandeling is naar voren gekomen dat de ouders in het belang van hun kind, [minderjarige], moeten werken aan hun communicatie en samenwerking. Het hof heeft besloten om partijen door te verwijzen naar een zorgtraject, waarbij de ouders gezamenlijk afspraken moeten maken die in het belang van het kind zijn. Het hof heeft de beslissing in deze zaak aangehouden om partijen de gelegenheid te geven deel te nemen aan de noodzakelijke zorg. De Raad voor de Kinderbescherming zal rapporteren over het verloop van het zorgtraject, en het hof heeft een termijn gesteld voor de indiening van de eindrapportage.
De beschikking van het hof is op 9 november 2023 uitgesproken, waarbij de rechters de partijen hebben verzocht om samen te werken aan een oplossing die het welzijn van [minderjarige] bevordert. De verdere beslissing is aangehouden, afhankelijk van de resultaten van het zorgtraject.