In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door Mihatra B.V., vertegenwoordigd door de curator in het faillissement, tegen Bike 040 B.V. over de eigendom van 213 elektrische fietsen. Mihatra B.V. werd op 30 juli 2019 failliet verklaard, en de curator stelt dat de fietsen eigendom waren van Mihatra, terwijl Bike 040 betwist dat dit het geval is. In november 2018 heeft Mihatra conservatoir beslag laten leggen op de fietsen, maar Bike 040 heeft deze fietsen in juli 2019 verkocht aan een derde partij. De rechtbank Oost-Brabant heeft in eerste aanleg de vorderingen van de curator toegewezen tot een bedrag van € 8.000,00, maar Bike 040 heeft in reconventie vorderingen ingesteld die zijn afgewezen.
In hoger beroep vordert de curator dat het hof het vonnis van de rechtbank vernietigt en de volledige schadevergoeding toekent van € 239.625,00. Bike 040 vordert in incidenteel hoger beroep dat het hof het vonnis van de rechtbank bevestigt en haar vorderingen toewijst. Het hof heeft vastgesteld dat de 213 fietsen eigendom waren van Mihatra en dat Bike 040 onrechtmatig heeft gehandeld door deze te verkopen. Het hof heeft de schadevergoeding vastgesteld op € 119.812,50, rekening houdend met de leeftijd en de kwaliteit van de fietsen. Het hof heeft ook de proceskosten aan de zijde van de curator toegewezen en het vonnis van de rechtbank gedeeltelijk vernietigd.