Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
's-Hertogenbosch, gewezen tussen Kemkens als gedaagde en SVB als eiseres (hierna: het bestreden vonnis).
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 9698775 /22-878)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- het exploot van anticipatie van 31 januari 2023;
- de memorie van grieven met twee producties;
- de memorie van antwoord;
- de mondelinge behandeling, waarbij beide partijen spreekaantekeningen hebben overgelegd.
3.De beoordeling
Met toepassing van de zogenoemde 'arbeidsrechtelijke omkeringsregel' heeft de kantonrechter geoordeeld dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de ziekte van [persoon A] en de asbestblootstelling tijdens de werkzaamheden bij Kemkens. Nu Kemkens onvoldoende heeft onderbouwd dat [persoon A] ook op andere (werk)plekken is blootgesteld aan asbest, is dit oorzakelijk verband voorts niet te onzeker of onbepaald.
- de werknemer tijdens de uitoefening van zijn werkzaamheden bij de werkgever aan gevaarlijke stoffen is blootgesteld;
- de gezondheidsklachten van de werknemer door deze blootstelling kunnen zijn veroorzaakt;
- de werkgever niet aan zijn zorgplicht heeft voldaan;
De werknemer kan echter geen beroep doen op deze aanname (rechtsvermoeden van causaal verband), als het verband tussen de gezondheidsschade en de arbeidsomstandigheden te onzeker of te onbepaald is. In dat geval blijft het – volgens het uitgangspunt van artikel 150 van het Wetboek van burgerlijke Rechtsvordering (Rv) – aan de werknemer om te stellen en eventueel te bewijzen dat de gezondheidsklachten zijn veroorzaakt door de werkzaamheden bij de werkgever.
theorie – andere oorzaken voor mesothelioom mogelijk zijn, er geen enkele aanwijzing is dat dit bij [persoon A] het geval is. Hetgeen Kemkens in hoger beroep heeft aangevoerd, leidt niet tot een ander oordeel. Kemkens noemt weliswaar, onder verwijzing naar het door haar overgelegde RIVM rapport 609330003/207 (hierna: het RIVM-rapport), als alternatieve oorzaken blootstelling aan erioniet, straling, borstletsel en het "SV40-virus"; zij onderbouwt echter op geen enkele wijze dat, en zo ja hoe, deze alternatieve oorzaken van toepassing zijn op [persoon A] . Dit kan dan ook niet leiden tot de conclusie dat het causaal verband te onzeker of onbepaald is. Het feit dat het RIVM benoemt dat er bij 13 tot 20% van de patiënten met mesothelioom geen relatie kan worden gelegd met asbest is vervolgens irrelevant, nu vaststaat dat [persoon A] – in ieder geval (ook) bij Kemkens – is blootgesteld aan asbest, zodat bij hem deze relatie juist wel gelegd kan worden.
- [Bouwbedrijf X] (hierna: het bouwbedrijf)
- [Autoschade X] (hierna: het autoschadeherstelbedrijf).
- [X Techniek B.V.] (hierna: [X Techniek B.V.] )
- als zelfstandige in opdracht van Kemkens en andere opdrachtgevers.
gedurende een lange periode regelmatig op intensieve wijzeis blootgesteld aan asbest.
"De latentietijd vanaf het begin van de blootstelling tot de manifestatie van het mesothelioom varieert van twintig tot vijftig jaar. Beschreven is echter dat de ziekte zich soms sneller, soms binnen tien jaar kan openbaren (…)."Reeds daarom maakt het enkele feit dat de ziekte bij [persoon A] zich 30 jaar na aanvang van zijn dienstverband bij Kemkens heeft geopenbaard, niet dat voldoende aannemelijk is dat de ziekte van [persoon A] al is ontstaan in de periode voorafgaand aan het dienstverband bij Kemkens.