Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- ‘als bestuurder van een rechtspersoon welke in staat van faillissement is verklaard, terwijl hij ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers van de rechtspersoon niet voldoet aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 10, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en het bewaren en tevoorschijn brengen van boeken, bescheiden en andere gegevensdragers in die artikelen bedoeld, meermalen gepleegd’ (
- ‘als bestuurder van de rechtspersoon tijdens het faillissement van de rechtspersoon, of voor het faillissement indien dit is gevolgd, opzettelijk niet voldoen of bewerkstelligen dat werd voldaan aan de wettelijke verplichtingen tot het voeren van een administratie en het bewaren van de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers, ten gevolge waarvan de afhandeling is bemoeilijkt, meermalen gepleegd’ (
- ‘als bestuurder van de rechtspersoon tijdens het faillissement van de rechtspersoon desgevraagd opzettelijk niet terstond, overeenkomstig de op hem rustende wettelijke verplichtingen ter zake, een ingevolge de wettelijke verplichtingen gevoerde en bewaarde administratie en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers in ongeschonden vorm, zo nodig met de hulpmiddelen om de inhoud binnen redelijke termijn leesbaar te maken, aan de curator verstrekken (
- ‘als bestuurder van een rechtspersoon welke in staat van faillissement is verklaard, terwijl hij ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers van de rechtspersoon enig goed aan de boedel onttrekt, meermalen gepleegd’ (
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 21 maart 2016 tot en met 30 juni 2016 in de gemeente(n) Boxtel en/of Eindhoven en/of elders in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, als bestuurder van de rechtspersoon [stichting] , welke rechtspersoon bij vonnis van de rechtbank Oost-Brabant van [datum faillissement stichting] in staat van faillissement is verklaard (AMB-001-01), ter bedrieglijke verkorting van de rechten van de schuldeisers van voornoemde rechtspersoon, niet heeft voldaan en/of niet voldeed aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 10, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 15i, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek of artikel 5, eerste lid, van de Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen in samenhang met artikel 10, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, en/of het bewaren en/of tevoorschijn brengen van boeken en/of bescheiden en/of andere gegevensdragers in dat/die artikel(en) bedoeld, immers heeft/hebben hij, verdachte en/of (een of meer van) zijn medeverdachte(n) toen aldaar – zakelijk weergegeven – geen volledige en/of deugdelijke administratie gevoerd en/of niet (geheel) bewaard en/of ondanks (een) (herhaalde) mondeling(e) en/of schriftelijk(e) verzoek(en) daartoe van de (benoemde) curator ( [curator 1] ) geen, althans geen volledige en/of deugdelijke, administratie aan voornoemde curator overgelegd/uitgeleverd en/of doen overleggen/uitleveren, althans ter beschikking gesteld en/of doen stellen, ten gevolge waarvan de rechten en verplichtingen van voornoemde rechtspersoon niet te allen tijde juist en/of volledig konden worden gekend.
hij als bestuurder van de rechtspersoon [stichting] , welke rechtspersoon bij vonnis van de rechtbank Oost-Brabant van [datum faillissement stichting] in staat van faillissement is verklaard (AMB-001-01), tijdens en/of voor het faillissement van voornoemde rechtspersoon, te weten op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 juli 2016 tot en met 24 augustus 2017, in de gemeente Eindhoven en/of elders in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk niet heeft voldaan aan en/of niet heeft bewerkstelligd dat werd voldaan aan de wettelijke verplichtingen, te weten artikel 10, eerste lid, van Boek 2 het Burgerlijk Wetboek, tot het voeren van een administratie en/of het bewaren van de daartoe behorende boeken, bescheiden en/of andere gegevensdragers, immers heeft/hebben hij, verdachte en/of (een of meer van) zijn medeverdachte(n) toen aldaar – zakelijk weergegeven – geen volledige en/of deugdelijke administratie gevoerd en/of niet (geheel) bewaard, ten gevolge waarvan de rechten en verplichtingen van voornoemde rechtspersoon niet te allen tijde juist en/of volledig konden worden gekend en de afhandeling (van het faillissement) werd bemoeilijkt.
hij als bestuurder van de rechtspersoon [stichting] , welke rechtspersoon bij vonnis van de rechtbank Oost-Brabant van [datum faillissement stichting] in staat van faillissement is verklaard (AMB-001-01), tijdens het faillissement van voornoemde rechtspersoon, te weten op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van [datum faillissement stichting] tot en met 24 augustus 2017, in de gemeente(n) Boxtel en/of Eindhoven en/of elders in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, desgevraagd (telkens) opzettelijk niet terstond, overeenkomstig de op hem rustende wettelijke verplichtingen ter zake, als bedoeld in de Faillissementswet, een ingevolge de wettelijke verplichtingen, te weten artikel 10, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, gevoerde en/of bewaarde administratie en/of de daartoe behorende boeken, bescheiden en/of andere gegevensdragers in ongeschonden vorm, zo nodig met de hulpmiddelen om de inhoud binnen redelijke termijn leesbaar te maken, aan de (benoemde) curator ( [curator 1] ) heeft verstrekt, immers heeft/hebben hij, verdachte en/of (een of meer van) zijn medeverdachte(n) toen aldaar – zakelijk weergegeven – geen, althans geen volledige en/of deugdelijke administratie aan voornoemde curator overgelegd/uitgeleverd en/of doen overleggen/uitleveren, althans ter beschikking gesteld en/of doen stellen, ten gevolge waarvan de rechten en verplichtingen van voornoemde rechtspersoon niet te allen tijde juist en/of volledig konden worden gekend.
hij op of omstreeks 23 april 2012 en/of 24 april 2012 (DOC-005a, DOC-005b en G-002-01, p. 5/7), althans op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de maand april 2012, te Eindhoven en/of elders in Nederland, als bestuurder van de rechtspersoon [bedrijf 1] , welke rechtspersoon bij vonnis van de rechtbank Oost-Brabant van [datum faillissement bedrijf 1] in staat van faillissement is verklaard (DOC-001), (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) ter bedrieglijke verkorting van de rechten van de schuldeiser(s) van voornoemde rechtspersoon, lasten verdicht heeft en/of baten niet verantwoord heeft en/of enig goed aan de boedel onttrokken heeft, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of (een of meer van) zijn medeverdachte(n), toen aldaar – zakelijk weergegeven – enig goed, te weten enig(e) geldbedrag(en), middels (een) correctieboeking(en) in de administratie van [bedrijf 1] per 31 december 2011 op boekstuknummer 11900064 afgeboekt en/of doen afboeken van een of meer vordering(en) van [bedrijf 1] op en/of aan de aan verdachte gelieerde [stichting] en/of verdachte, [verdachte] , in privé en/of een of meer andere (rechts)perso(o)n(en) (o.a. DOC-014 en DOC-015), zulks (telkens) zonder dat hiervoor een betalingsverplichting, althans een zakelijke verplichting en/of een zakelijke verantwoording bestond/tegenover stond en enig(e) geldbedrag(en), aldus buiten het bereik en beheer van de curator zijn gesteld en/of gehouden (DOC-001).
Kamerstukken II, 33 994, nr. 3 onder 4.4.) Niet bestaande administratie kan overigens ook niet
opzettelijkniet te voorschijn worden gebracht (vgl. Hoge Raad 4 januari 1977, ECLI:NL:HR:AB6910).
hij in de periode van 21 maart 2016 tot en met 30 juni 2016 in Nederland als bestuurder van de rechtspersoon [stichting] , welke rechtspersoon bij vonnis van de rechtbank Oost-Brabant van [datum faillissement stichting] in staat van faillissement is verklaard, ter bedrieglijke verkorting van de rechten van de schuldeisers van voornoemde rechtspersoon, niet heeft voldaan aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 10, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 15i, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en het bewaren van boeken en/of bescheiden en/of andere gegevensdragers in die artikelen bedoeld, immers heeft hij, verdachte, toen aldaar – zakelijk weergegeven – geen volledige en deugdelijke administratie gevoerd en niet (geheel) bewaard, ten gevolge waarvan de rechten en verplichtingen van voornoemde rechtspersoon niet te allen tijde juist en volledig konden worden gekend.
hij als bestuurder van de rechtspersoon [stichting] , welke rechtspersoon bij vonnis van de rechtbank Oost-Brabant van [datum faillissement stichting] in staat van faillissement is verklaard, tijdens en/of voor het faillissement van voornoemde rechtspersoon, in de periode van 1 juli 2016 tot en met 24 augustus 2017 in Nederland opzettelijk niet heeft voldaan aan de wettelijke verplichtingen, te weten artikel 10, eerste lid, van Boek 2 het Burgerlijk Wetboek, tot het voeren van een administratie, immers heeft hij, verdachte, toen aldaar – zakelijk weergegeven – geen volledige en/of deugdelijke administratie gevoerd, ten gevolge waarvan de rechten en verplichtingen van voornoemde rechtspersoon niet te allen tijde juist en volledig konden worden gekend en de afhandeling van het faillissement werd bemoeilijkt.
hij in of omstreeks de maand april 2012 in Nederland als bestuurder van de rechtspersoon [bedrijf 1] , welke rechtspersoon bij vonnis van de rechtbank Oost-Brabant van [datum faillissement bedrijf 1] in staat van faillissement is verklaard, ter bedrieglijke verkorting van de rechten van de schuldeisers van voornoemde rechtspersoon, enig goed aan de boedel onttrokken heeft, immers heeft hij, verdachte, toen aldaar – zakelijk weergegeven – enig goed, te weten geldbedragen middels correctieboekingen in de administratie van [bedrijf 1] per 31 december 2011 op boekstuknummer 11900064 afgeboekt en/of doen afboeken van vorderingen van [bedrijf 1] op de aan verdachte gelieerde [stichting] en verdachte, [verdachte] , in privé, zulks zonder dat hier een zakelijke verantwoording bestond/tegenover stond en die geldbedragen voornoemd aldus buiten het bereik en beheer van de curator zijn gesteld en/of gehouden.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch d.d. 16 april 2021 (11 pagina’s), voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:
pagina 2]
pagina 3]
pagina 4]
pagina 5]
De verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 18 september 2023, voor zover inhoudende:
Het proces-verbaal van verdenking d.d. 8 maart 2018 (AMB-002, dossierpagina’s 61 t/m 70), voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] :
dossierpagina 65]
Een schriftelijk bescheid, te weten het vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, team Toezicht van [datum faillissement stichting] (AMB-001-01, dossierpagina’s 43 en 44), voor zover inhoudende:
dossierpagina 43]
dossierpagina 44]
Een schriftelijk bescheid, te weten de ‘Melding faillissementsfraude [bedrijf 1] en [verdachte] ’ d.d. 4 oktober 2016 door curator mr. [curator 2] (DOC-001, dossierpagina’s 102 tot en met 111), voor zover inhoudende:
dossierpagina 103]
dossierpagina 103]
dossierpagina 105]
dossierpagina 106]
dossierpagina 107]
Het proces-verbaal van aangifte faillissementsfraude d.d. 24 augustus 2017 (AMB-001, dossierpagina’s 39 tot en met 42), voor zover inhoudende als verklaring van aangever [curator 1] :
dossierpagina 40]
dossierpagina 41]
Een schriftelijk bescheid, te weten een ‘vragenlijst voor de statutair en/of feitelijk bestuurder van de failliete vennootschap’, ingevuld op 27 maart 2017 te Eindhoven door de verdachte inzake het faillissement van [stichting] (AMB-001-02, dossierpagina’s 46 tot en met 59), voor zover inhoudende:
dossierpagina 47]
dossierpagina 48]
dossierpagina 49]
dossierpagina 50]
dossierpagina 52]
dossierpagina 59]
Een schriftelijk bescheid, te weten een door de verdachte doorgezonden e-mailbericht d.d. 26 maart 2012 (dossierpagina’s 398 tot en met 400) en de daarbij gevoegde bijlage (dossierpagina’s 401 tot en met 405), voor zover inhoudende:
dossierpagina 398]
dossierpagina 401]
dossierpagina 402]
dossierpagina 403]
dossierpagina 404]
Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 24 oktober 2018 (G-003-01, dossierpagina’s 97 tot en met 100), voor zover inhoudende als verklaring van getuige curator [curator 1] :
dossierpagina 97]
dossierpagina 99]
Het overzichtsproces-verbaal d.d. 10 december 2018 (documentcode Opv-001, dossierpagina’s 1 t/m 37), voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 1] :
Opmerking hof: verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 1] hebben de hierna te vermelden onderzoeksbevindingen in samenvattende vorm weergegeven in een overzichtsproces-verbaal met bijbehorende verwijzingen naar de onderliggende brondocumenten. Het hof heeft deze samenvattende onderzoeksbevindingen gecontroleerd aan de hand van onderliggende bewijsmiddelen en heeft hierin geen noemenswaardige verschillen geconstateerd. Het hof verenigt zich met de inhoud van het overzichtsproces-verbaal voor zover die hierna tot het bewijs wordt gebezigd, neemt – uit praktische overwegingen en om de leesbaarheid van de bewijsmiddelen te bevorderen – deze samenvattende weergave van de bewijsmiddelen tot uitgangspunt en volstaat telkens met de vermelding en vindplaats van de onderliggende brondocumenten.]
dossierpagina 18]
dossierpagina 360]
dossierpagina 361]
dossierpagina 362]
dossierpagina 19]
dossierpagina 19-20]
dossierpagina 20]
dossierpagina 20-21]
dossierpagina 21]
boekstuknummer 11900064
dossierpagina 22]
Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 28 mei 2018 (G-001-01, dossierpagina’s 85 tot en met 89), voor zover inhoudende als weergave van het verhoor van getuige [betrokkene 1] :
dossierpagina 86]
dossierpagina 87]
dossierpagina 88]
Een schriftelijk bescheid, te weten het faillissementsonderzoek [bedrijf 1] te Eindhoven, verricht door [bedrijf 5] d.d. 17 mei 2016 (DOC-001-07, dossierpagina’s 194 t/m 303), voor zover inhoudende:
dossierpagina 198]
Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 7 juni 2018 (G-002-01, dossierpagina’s 90 tot en met 96), voor zover inhoudende als weergave van het verhoor van getuige [getuige] :
dossierpagina 90]
dossierpagina 91]
dossierpagina 92]
dossierpagina 93]
dossierpagina 94]
het hof begrijpt: Stichting] [stichting] en [verdachte] privé en leningen welke [bedrijf 1] had verstrekt aan verschillende partijen die uiteindelijk oninbaar zijn en dus een vertekend beeld gaven, dat deze weggeboekt moesten worden. Dit gold ook voor de schulden die [bedrijf 1] had aan met name [bedrijf 2] . Dat wegboeken deed ik in opdracht van [betrokkene 1] . Het lijkt me dat hij dit wel met [verdachte] besproken had.
dossierpagina 95]
dossierpagina 96]
Een schriftelijk bescheid, te weten een ‘gespreksverslag bespreking d.d. 17 maart 2015 tussen [verdachte] , [advocaat 2] , [advocaat 3] en mr. [curator 2] (DOC-001-09, dossierpagina’s 308 tot en met 314), voor zover inhoudende:
dossierpagina 309]
Een schriftelijk bescheid, te weten een ‘gespreksverslag bespreking d.d. 27 september 2016 tussen [verdachte] , [advocaat 2] , [curator 1] en mr. [curator 2] (DOC-001-13, dossierpagina 333 tot en met 339), voor zover inhoudende pag. 337 - 338] onder meer zakelijk weergegeven inhoudende als verklaring van verdachte [verdachte] :
dossierpagina 334]
dossierpagina 337]
dossierpagina 338]
Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 26 juni 2018 (V-001-01, dossierpagina’s 74 tot en met 84), voor zover inhoudende als verklaring van verdachte [verdachte] :
dossierpagina 76]
dossierpagina 77]
dossierpagina 78]
dossierpagina 79]
dossierpagina 81]
dossierpagina 82]
Algemene bewijsoverwegingen
Bijzondere bewijsoverwegingen ten aanzien van het onder 1 en 2 tenlastegelegde
- Met betrekking tot feit 1: dat de verdachte in de tenlastegelegde periode van 21 maart 2016 tot en met 30 juni 2016 niet heeft voldaan aan de op hem – als bestuurder van [stichting] – rustende plicht als bedoeld in artikel 2:10, eerste lid, en 3:15i, eerste lid, BW tot het voeren van een administratie en het bewaren van de administratie van [stichting] (dat laatste na de vernietiging daarvan);
- Met betrekking tot feit 2: dat de verdachte ook vanaf 1 juli 2016 niet heeft voldaan aan de op hem – als bestuurder van [stichting] – rustende wettelijke plicht tot het voeren van een deugdelijke administratie (en wel tot aan de datum van het faillissement van [stichting] ).
NJ2010/104).
Bijzondere bewijsoverwegingen ten aanzien van het onder 4 tenlastegelegde
het onder 4 tenlastegelegde. Daartoe is – kort weergegeven – aangevoerd dat:
de eendaadse samenloop (gelet op de overeenkomstige strekking) van:
en
feiten 1 en 2).
feit 4).
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
22 (tweeëntwintig) maanden.