In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, gaat het om een hoger beroep van Keytech Personeelsdiensten B.V. tegen een eerdere uitspraak van de kantonrechter. De zaak betreft arbeidsrechtelijke geschillen, waarbij de vraag centraal staat of de geïntimeerde, die in dienst was van Keytech, zich heeft gehouden aan de bepalingen van zijn arbeidsovereenkomst, met name het verbod op nevenwerkzaamheden. Het hof heeft eerder tussenarresten gewezen en in deze uitspraak wordt ingegaan op de bewijsvoering die door beide partijen is geleverd. Keytech stelt dat de geïntimeerde, terwijl hij nog in dienst was, werkzaamheden heeft verricht voor derden, wat in strijd zou zijn met artikel 8 van de arbeidsovereenkomst. Het hof heeft getuigen gehoord en de verklaringen van deze getuigen gewogen. De conclusie van het hof is dat er onvoldoende bewijs is geleverd dat de geïntimeerde zich niet aan de arbeidsovereenkomst heeft gehouden. Het hof bekrachtigt het eerdere vonnis van de kantonrechter, met uitzondering van de beslissing over de teruggave van een telefoon en SIM-kaart, waarvoor de geïntimeerde nu alsnog tot afgifte wordt veroordeeld. De proceskosten worden toegewezen aan de geïntimeerde, die in deze procedure als de in het gelijk gestelde partij wordt aangemerkt.