Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
in de zaak met parketnummer 03-061433-19 onder 1 bewezenverklaard),
in de zaak met parketnummer 03-061433-19 onder 2 bewezenverklaard),
in de zaak met parketnummer 03-061433-19 onder 3 bewezenverklaard),
in de zaak met parketnummer 03-061433-19 onder 7 bewezenverklaard),
in de zaak met parketnummer 03-036916-20 onder 1 bewezenverklaard),
in de zaak met parketnummer 03-036916-20 onder 2 bewezenverklaard),
in de zaak met parketnummer 03-036916-20 onder 3 bewezenverklaard),
in de zaak met parketnummer 03-090912-21 onder 1 bewezenverklaard),
in de zaak met parketnummer 03-090912-21 onder 2 bewezenverklaard),
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 oktober 2018 tot en met 13 maart 2019 in de gemeente [gemeente] , althans in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten (onder andere) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven als bedoeld in artikel 10 derde, vierde, vijfde lid, 10a eerste lid, 11 derde, vijfde lid en/of 11a Opiumwet;
hij in of omstreeks de periode van 20 december 2018 tot en met 6 februari 2019 in de gemeente [gemeente] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, (in een pand aan de [locatie 1] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 150 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 december 2018 tot en met 6 februari 2019 in de gemeente [gemeente] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een hoeveelheid elektriciteit (te weten ongeveer 10.937 kWh), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde] , (in/uit een pand aan de [locatie 1] ) heeft weggenomen met het oogmerk om deze/het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
hij op of omstreeks 14 maart 2019 in de gemeente [gemeente] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, voorwerpen voorhanden heeft gehad (in een pand aan de [locatie 2] ), te weten:
hij op of omstreeks 13 november 2019 in de gemeente [gemeente] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad, een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 147 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij in of omstreeks de periode van 18 september 2019 tot en met 13 november 2019 in de gemeente [gemeente] , meermalen, althans eenmaal (telkens), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde] , heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om deze/het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen elektriciteit onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
hij op of omstreeks 13 november 2019 in de gemeente [gemeente] , (een) wapen(s) van categorie II onder 5°, te weten een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht, voorhanden heeft gehad;
hij op of omstreeks 1 april 2021 in de gemeente [gemeente] een of meer wapens van categorie III, onder 1, en/of munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten:
hij op of omstreeks 1 april 2021 in de gemeente [gemeente] opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 166 gram hennep, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
hij in de periode van 1 oktober 2018 tot en met 13 maart 2019 in Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten onder andere [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven als bedoeld in artikel 10 derde, vierde, vijfde lid, 10a eerste lid, 11 derde, vijfde lid en/of 11a Opiumwet;
hij in de periode van 20 december 2018 tot en met 6 februari 2019 in de gemeente [gemeente] , tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk heeft geteeld (in een pand aan de [locatie 1] ) 150 hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
hij in de periode van 20 december 2018 tot en met 6 februari 2019 in de gemeente [gemeente] , tezamen en in vereniging met een ander, een hoeveelheid elektriciteit (te weten ongeveer 10.937 kWh), die toebehoorde aan [benadeelde] , in een pand aan de [locatie 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen;
hij op 14 maart 2019 in de gemeente [gemeente] , tezamen en in vereniging met anderen, voorwerpen voorhanden heeft gehad (in een pand aan de [locatie 2] ), te weten:
hij op 13 november 2019 in de gemeente [gemeente] , opzettelijk heeft geteeld een hoeveelheid van in totaal 147 hennepplanten, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
hij in de periode van 18 september 2019 tot en met 13 november 2019 in de gemeente [gemeente] , een hoeveelheid elektriciteit, die aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde] , heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen;
hij op 13 november 2019 in de gemeente [gemeente] , een wapen van categorie II onder 5°, te weten een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht, voorhanden heeft gehad;
hij op 1 april 2021 in de gemeente [gemeente] een wapen van categorie III, onder 1, en munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten:
hij op 1 april 2021 in de gemeente [gemeente] opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 166 gram hennep, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
het hof: de medeverdachte) al van kleins af aan. Op dat moment had [medeverdachte 1] een
het hof: de medeverdachte) [medeverdachte 2]
diefstal door twee of meer verenigde personen.
diefstal.
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
11 (elf) maanden.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
€ 942,87 (negenhonderdtweeënveertig euro en zevenentachtig cent) ter zake van materiële schade, waarvoor de verdachte met de mededader hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.