Uitspraak
1.hij op een of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 8 januari 2018 tot en met 23 januari 2019 te ’s-Hertogenbosch en/of te Rosmalen (gemeente ’s-Hertogenbosch ) en/of elders in Nederland
2.hij op een of meer tijdstippen gelegen in de periode van 4 januari 2019 tot en met 23 januari 2019 te 's-Hertogenbosch en/of te Vinkel (gemeente 's-Hertogenbosch ) en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/of alleen een of meer (personen)auto('s), te weten
3.3.hij in of omstreeks de periode van 3 oktober 2018 tot en met 29 januari 2019 te 's-Hertogenbosch en/of te Ammerzoden en/of te Vinkel en/of elders in Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten
1.hij op tijdstippen gelegen in de periode van 8 januari 2018 tot en met 23 januari 2019 te ’sHertogenbosch tezamen en in vereniging met een ander (personen)auto’s heeft weggenomen, toebehorende aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader, telkens met het oogmerk om zich deze (personen)auto’s wederrechtelijk toe te eigenen, immers hebben hij, verdachte, en zijn mededader,
2.hij op tijdstippen gelegen in de periode van 4 januari 2019 tot en met 23 januari 2019 te Vinkel (gemeente 's-Hertogenbosch ) tezamen en in vereniging met een ander (personen)auto's, te weten
3.3.hij in de periode van 27 december 2018 tot en met 29 januari 2019 te 's-Hertogenbosch en te Vinkel heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 1
ten aanzien van feit 1, delict 20, als volgt.
hof ten aanzien van feit 1,
ten aanzien van feit 2, delicten 12, 13 en 15als volgt.
ten aanzien van feit 2, delicten 14 en 16nog als volgt.
ten aanzien van feit 3en overweegt daartoe als volgt.
inde periode van 27 december 2018 tot en met 29 januari 2019 het onder 3 tenlastegelegde heeft begaan. De deelneming aan de criminele organisatie door de verdachte valt in ieder geval binnen de bewezenverklaarde periode. Nog los van de vraag of de verdachte gedragingen heeft verricht voorafgaande aan 8 januari 2019 dan wel 2 januari 2019 ten behoeve van het verwezenlijken van het oogmerk van de criminele organisatie, doet die vraag aan het vorenstaande niet af.
gevangenisstrafvoor de duur van
20 (twintig) maanden.