Uitspraak
Tussenarrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander wordt gedood en een ander zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen’. Aan de verdachte is een gevangenisstraf opgelegd van tien maanden waarvan vier maanden voorwaardelijk en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van drie jaren waarvan één jaar voorwaardelijk. De rechtbank heeft telkens een proeftijd van twee jaren verbonden aan het voorwaardelijke gedeelte van voormelde straffen. Daarnaast heeft de rechtbank:
- de vordering van benadeelde partij [slachtoffer 1] gedeeltelijk toegewezen tot een bedrag van € 22.532,58 en deze voor het overige (reiskosten zitting) afgewezen;
- de vordering van benadeelde partij [slachtoffer 2] gedeeltelijk toegewezen tot een bedrag van € 2.500,00 en genoemde benadeelde partij voor het overige deel van de vordering betreffende immateriële schade niet-ontvankelijk verklaard,
- de vordering van benadeelde partij [slachtoffer 3] gedeeltelijk toegewezen tot een bedrag van € 17.500,00 en genoemde benadeelde partij voor het overige deel van de vordering betreffende immateriële schade niet-ontvankelijk verklaard.
- de rechtbank wordt gevolgd in haar oordeel ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] ;
- de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] geheel wordt toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente dan wel dat de vordering uitsluitend nietontvankelijk wordt verklaard met betrekking tot de post schokschade;
- de rechtbank wordt gevolgd in haar oordeel ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] met dien verstande dat de post affectieschade wordt toegewezen tot het verlaagde bedrag van € 2.500, zoals gevorderd in hoger beroep.
BESLISSING
heropenthet onderzoek ter terechtzitting;
geeft de advocaat-generaal opdrachtde politie een aanvullend proces-verbaal te laten opmaken waarin gedetailleerd wordt gerelateerd wat op de camerabeelden (met name die van de juwelier [adres 2] en van het bedrijf [bedrijf] ), weergegeven in zo optimaal mogelijke kwaliteit, door verbalisanten is waar te nemen voor zover dit in het kader van de onderhavige strafzaak van belang kan zijn en tevens hoe de op die beelden aangegeven tijdsaanduiding zich verhoudt tot de ten tijde van de opnames bestaande werkelijke tijdsduiding;
geeft de advocaat-generaal opdrachtde politie eveneens te laten rapporteren over de mogelijkheden om de waarneming door het hof van de hiervoor bedoelde camerabeelden ter terechtzitting (al dan niet met dezelfde of soortgelijke apparatuur als de politie heeft gebruikt) te realiseren en de politie daaraan zo nodig ondersteuning te laten bieden;
schorsthet onderzoek ter terechtzitting voor onbepaalde tijd (wederom aan te brengen bij de 27e strafkamer, verwachte behandelduur: 75 minuten);
beveeltde oproeping van
verdachtetegen de dag en het tijdstip van de nog nader te bepalen terechtzitting;
beveeltde kennisgeving van de dag en het tijdstip van de nog nader te bepalen terechtzitting aan de
raadsmanvan verdachte;
beveeltde kennisgeving van de dag en het tijdstip van de nog nader te bepalen terechtzitting aan de
nabestaanden/benadeelde partijen en het slachtoffer en verstaat dathun
gemachtigdedaarvan een afschrift zal ontvangen;
steltde stukken in handen van de advocaat-generaal met voormeld doel.