Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Psari B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
[geïntimeerde 2] ,wonende te [woonplaats] ,
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 19 september 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een faillissementskwestie. De appellant, vertegenwoordigd door mr. B.A.P. Sijben, had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, dat op 17 mei 2023 was gewezen. De zaak betreft een curator die handelt in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van de appellant. De appellant had de geïntimeerden opgeroepen om te verschijnen ter openbare terechtzitting van het hof op 20 juni 2023, met de bedoeling om een memorie van grieven in te dienen.
Echter, op de rol van 29 augustus 2023 heeft de rolraadsheer vastgesteld dat de appellant niet binnen de gestelde termijn de memorie van grieven heeft genomen en dat er geen uitstel was aangevraagd. Hierdoor is het recht van de appellant om de memorie van grieven te nemen vervallen. De rolraadsheer heeft vervolgens akte van niet-dienen verleend aan de wederpartij. Aangezien de appellant geen grieven heeft aangevoerd tegen het vonnis waarvan beroep, heeft het hof geoordeeld dat de appellant niet-ontvankelijk is in het hoger beroep.
Het hof heeft de appellant ook veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep, die zijn begroot op € 5.689,- aan griffierecht en € 591,50 aan salaris advocaat. Deze uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van processtukken in hoger beroep en de gevolgen van het niet naleven van procesregels.