Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met het procesdossier van de eerste aanleg en producties, ingekomen ter griffie op 3 mei 2023;
- het verweerschrift, ingekomen ter griffie op 22 juni 2023;
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een werknemer tegen de beslissing van de kantonrechter die oordeelde dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst door de werknemer geen rechtsgevolg had. De werknemer, die in dienst was bij een werkgever, had zijn arbeidsovereenkomst opgezegd vanwege ernstige privéproblemen. De werkgever betwistte de geldigheid van de opzegging en stelde dat de werknemer onder druk had getekend. Het hof heeft de feiten en omstandigheden rondom de opzegging onderzocht, inclusief eerdere communicatie tussen de werknemer en werkgever. Het hof concludeert dat de werknemer op 8 september 2022 een duidelijke en ondubbelzinnige verklaring heeft afgelegd die de opzegging van de arbeidsovereenkomst bevestigde. Het hof oordeelt dat de werkgever gerechtvaardigd op de opzegging heeft mogen vertrouwen en dat de werknemer niet kan terugkomen op zijn verklaring. De eerdere beslissing van de kantonrechter wordt vernietigd, en de verzoeken van de werknemer worden afgewezen. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij elke partij zijn eigen kosten draagt.