Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met het procesdossier van de eerste aanleg en producties, ingekomen ter griffie op 12 april 2023;
- het verweerschrift met producties, ingekomen ter griffie op 25 mei 2023;
- een brief van [de werknemer] met producties 7 en 8, ingekomen ter griffie op 23 juni 2023;
- een brief van [de werkgever] met productie 17, ingekomen ter griffie op 26 juni 2023;
3.De beoordeling in hoger beroep
- jouw bezigheden over de afgelopen weken/maanden
- jouw kilometerregistratie over 2022
- hoe nu verder
Indien [de werkgever] een ander arbeidspatroon had willen zien, van [de werknemer] verlangde dat hij zijn agenda zou bijhouden en niet zou blokkeren en alleen nog met de zakelijke mobiele telefoon zou bellen terwijl zijn Belgische privé telefoonnummer op de website van [de werkgever] was vermeld, dan had zij hierover duidelijk(er) met hem in gesprek moeten gaan en bijvoorbeeld een bepaalde periode een verbetertraject moeten inzetten. Daarbij komt dat [de werknemer] heeft aangevoerd dat hij in de periode van 20 augustus 2022 tot en met 9 september 2022 wel werkzaamheden heeft verricht. Zo heeft hij zich volgens hem beziggehouden en overlegd met contacten, een raamovereenkomst voor toekomstige projecten en een offerte voor een opleiding voorbereid, is hij op 31 augustus 2022 op het kantoor in [kantoorplaats] geweest voor overleg, heeft hij op 1 september 2022 gegolfd met potentiële klanten die interesse hadden in opleidingen over explosieven, heeft hij op 2 september 2022 een zakelijk diner gehad met een veiligheidsadviseur, op 5 september 2022 via Teams deelgenomen aan het commercieel overleg, was hij op 7 september 2022 op kantoor in [kantoorplaats] voor collegiaal overleg en heeft hij op 9 september 2022 op het Belgische kantoor van [de werkgever] in [België] stukken opgehaald. [de werkgever] heeft dit alles niet, althans onvoldoende weersproken. De omstandigheid dat volgens [de werkgever] uit het CRM-systeem Act blijkt dat [de werknemer] geen contactgegevens heeft geactualiseerd, de door hem bedoelde offerte al op 27 juni 2022 naar een klant was verzonden en hij niet concreet heeft gemaakt aan welke raamovereenkomst hij zou hebben gewerkt, maakt dit niet anders. Daarmee is immers nog niet voldoende betwist hetgeen [de werknemer] concreet heeft aangevoerd over zijn werkzaamheden. Gelet op de aard van de functie kan het hof [de werkgever] niet volgen in haar standpunt dat golfen en dineren voor [de werknemer] geen werk betrof. Dat betekent dat niet is komen vast te staan dat [de werknemer] vanaf 20 augustus 2022 nagenoeg geen arbeid meer heeft verricht, althans slechts maximaal 6 van de 120 uren heeft gewerkt.
Uit het voorgaande volgt dat [de werkgever] vanaf het begin van het dienstverband wist dat [de werknemer] de leaseauto en de tankpas ook voor privékilometers gebruikte, dat hij geen kilometerregistratie bijhield en dat [de werknemer] daarop niet eerder dan op 16 september 2022 door [de werkgever] is aangesproken. [de werkgever] heeft weliswaar in een e-mail van 1 mei 2020 aan [de werknemer] , na het uitgeven van de auto, een kilometerregistratieformulier toegezonden en in een e-mail van 3 januari 2022 aan [de werknemer] geschreven dat hij op jaarbasis maximaal 500 kilometer privé mocht rijden en een sluitende kilometerregistratie diende bij te houden, maar niet gebleken is dat [de werkgever] op enig moment om een kilometerregistratie heeft verzocht. Daarbij komt dat bij de e-mail van 3 januari 2022 als bijlage een overzicht van 2021 is meegestuurd (bijlage ‘
[bijlage]’), waaruit volgens [de werknemer] blijkt dat hij ‘het netjes deed’. Wat hier ook van zij, dat [de werkgever] een overschrijding van privékilometers hoog zou opnemen is niet eerder aan [de werknemer] kenbaar gemaakt.