ECLI:NL:GHSHE:2023:2606

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
10 augustus 2023
Publicatiedatum
10 augustus 2023
Zaaknummer
200.275.979_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van verzoek in hoger beroep inzake ouderlijk gezag en deskundigenonderzoek

In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep van de moeder tegen de Raad voor de Kinderbescherming inzake de beëindiging van het ouderlijk gezag over haar minderjarige kind, geboren in 2005. De moeder had eerder een verzoek ingediend, maar na een deskundigenonderzoek, dat op 7 juli 2022 was gelast, heeft zij op 23 juni 2023 tijdens de mondelinge behandeling haar verzoek ingetrokken. Dit besluit volgde na een gesprek met de minderjarige, waarbij de moeder aangaf de wensen van het kind te respecteren en blij te zijn met de positieve ontwikkelingen in het leven van de minderjarige.

Het hof heeft in zijn uitspraak van 10 augustus 2023 de moeder niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek in hoger beroep. Tevens zijn de kosten van het deskundigenonderzoek vastgesteld op € 14.295,-, welke kosten ten laste van de Staat komen. De uitspraak is gedaan door een collegiaal hof, bestaande uit vier rechters, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. De zaak is een vervolg op eerdere beschikkingen en toont de zorgvuldigheid van het hof in het omgaan met de belangen van de minderjarige en de betrokken partijen.

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Team familie- en jeugdrecht
Uitspraak : 10 augustus 2023
Zaaknummer : 200.275.979/01
Zaaknummer 1e aanleg : C/01/352556 / FA RK 19-5422
in de zaak in hoger beroep van:
[de moeder],
wonende te [woonplaats] ,
verzoekster in hoger beroep,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat: mr. E.A.M. Ramakers,
tegen
Raad voor de Kinderbescherming,
Regio Zuidoost Nederland, locatie [locatie],
verweerster in hoger beroep,
hierna te noemen: de raad.
Deze zaak gaat over
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2005 te [geboorteplaats]. Hierna te noemen: [minderjarige].
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
-
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, gevestigd te [vestigingsplaats], hierna te noemen: de GI;
als vervolg op de beschikkingen van 5 augustus 2021, 25 november 2021, 7 juli 2022 en 18 augustus 2022.
13. De beschikking van 7 juli 2022 en de herstelbeschikking van 18 augustus 2022
Bij beschikking van 7 juli 2022 heeft het hof een deskundigenonderzoek gelast ter beantwoording van de in deze beschikking onder rechtsoverweging 11.1. geformuleerde vragen en drs. D. Winands en drs. M.M.F. van Casteren, ter vervanging van drs. R.M. de Groot, tot deskundigen benoemd. Er is een voorschot begroot ter zake de kosten van de deskundigen en er is bepaald dat partijen en belanghebbenden na ontvangst van het deskundigenbericht in de gelegenheid zullen worden gesteld te reageren op het hen toegezonden deskundigenbericht. Iedere verdere beslissing is aangehouden.

14.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

14.1.
Het NIFP heeft het hof bericht dat namens [minderjarige] geen toestemming wordt verleend om
het opgemaakte rapport te delen.
14.2.
Het hof heeft op 27 februari 2023 partijen en belanghebbenden hierover schriftelijk geïnformeerd en hen in de gelegenheid gesteld hierop te reageren.
14.3.
De moeder heeft bij V8-formulier, ingekomen ter griffie op 14 maart 2023, het hof bericht dat zij het besluit van [minderjarige] om het NIFP rapport niet te delen, respecteert.
14.4.
Het hof heeft op 28 maart 2023 partijen en belanghebbenden schriftelijk geïnformeerd dat het hof zich voldoende voorgelicht acht om een beslissing te kunnen nemen in hoger beroep.
14.5.
De moeder heeft bij brief, ingekomen ter griffie op 4 april 2023, het hof bericht dat zij graag een nieuwe mondelinge behandeling wenst.
14.6.
De raad heeft bij brief, ingekomen ter griffie op 23 juni 2023, het hof bericht dat de raad persisteert bij het eerder gedane verzoek tot beëindiging van het ouderlijk gezag over [minderjarige].
14.7.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 23 juni 2023. Bij die gelegenheid zijn gehoord:
- de moeder, bijgestaan door mr. E.A.M. Ramakers;
- de raad, vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger van de raad];
- de GI, vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger van de GI 1] en mevrouw [vertegenwoordiger van de GI 2].
14.8.
Het hof heeft de minderjarige [minderjarige] in de gelegenheid gesteld haar mening kenbaar te maken over het verzoek van de moeder in hoger beroep met betrekking tot de beëindiging van het gezag. Zij heeft hiervan gebruik gemaakt en is voorafgaand aan de mondelinge behandeling buiten aanwezigheid van partijen en overige belanghebbenden gehoord. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de voorzitter de inhoud van dit gesprek zakelijk weergegeven, waarna alle aanwezigen de gelegenheid hebben gekregen daarop te reageren.
14.9.
De moeder heeft tijdens de mondelinge behandeling, mede naar aanleiding van de samenvatting van het kindgesprek met [minderjarige], aangegeven dat zij de wensen van [minderjarige] respecteert. De moeder is erg trots op [minderjarige] en met name over het feit dat zij de stap heeft gezet naar hulpverlening via [instantie], haar schooldiploma heeft behaald, verloofd is met haar vriend en ontzettend hard werkt in de horeca. Voor wat betreft het contact tussen de moeder en [minderjarige] laat de moeder de bal bij [minderjarige] liggen en zij geeft [minderjarige] hierin alle ruimte. De moeder is vooral erg blij dat het goed gaat met [minderjarige] en zij hoopt daarnaast dat het contact tussen [minderjarige] en de andere kinderen goed blijft.
14.10.
Gelet op het voorgaande heeft de moeder tijdens de mondelinge behandeling het verzoek in hoger beroep ingetrokken. Dit brengt mee dat de moeder niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.

15.De proceskosten

15.1.
Bij herstelbeschikking van 18 augustus 2022 heeft het hof het voorschot van de kosten van het deskundigenonderzoek begroot op € 10.767,94 (inclusief btw en exclusief reiskosten). Het deskundigenonderzoek is inmiddels afgerond. Ingevolge de facturen, die zowel voor deze zaak als de zaak met zaaknummer 200.275.984/01 zijn uitgebracht, worden deze kosten definitief vastgesteld op € 14.295,- (zijnde de helft van het totaalbedrag van
€ 28.589,97‬) (inclusief btw en inclusief reiskosten) en komen deze ten laste van de Staat.

15.De beslissing

Het hof:
verklaart de moeder niet-ontvankelijk in het verzoek in hoger beroep;
stelt de kosten van de deskundigen vast op € 14.295,-, welke kosten ten laste van de Staat komen.
Deze beschikking is gegeven door mrs. C.N.M. Antens, E.M.C. Dumoulin en M.L.F.J. Schyns en is op 10 augustus 2023 uitgesproken in het openbaar door mr. H. van Winkel in tegenwoordigheid van de griffier.