In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep van de moeder tegen de Raad voor de Kinderbescherming inzake de beëindiging van het ouderlijk gezag over haar minderjarige kind, geboren in 2005. De moeder had eerder een verzoek ingediend, maar na een deskundigenonderzoek, dat op 7 juli 2022 was gelast, heeft zij op 23 juni 2023 tijdens de mondelinge behandeling haar verzoek ingetrokken. Dit besluit volgde na een gesprek met de minderjarige, waarbij de moeder aangaf de wensen van het kind te respecteren en blij te zijn met de positieve ontwikkelingen in het leven van de minderjarige.
Het hof heeft in zijn uitspraak van 10 augustus 2023 de moeder niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek in hoger beroep. Tevens zijn de kosten van het deskundigenonderzoek vastgesteld op € 14.295,-, welke kosten ten laste van de Staat komen. De uitspraak is gedaan door een collegiaal hof, bestaande uit vier rechters, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. De zaak is een vervolg op eerdere beschikkingen en toont de zorgvuldigheid van het hof in het omgaan met de belangen van de minderjarige en de betrokken partijen.