Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5 Het verdere verloop van de procedure
6.De vaststaande feiten
- Partnertarief 250
- Ervaren belastingadviseur 155
- Junior belastingadviseur 75’
7.De procedure in eerste aanleg
8.De vordering en het verweer in hoger beroep
9.De beoordeling in hoger beroep
‘voor het uitvoeren van financiële adviesopdrachten’. Hieruit leidt het hof, evenals de rechtbank, af dat [geïntimeerde] niet één specifieke fiscale opdracht zou uitvoeren, maar meerdere. Indien de opdracht alleen de werkzaamheden rondom het inkeertraject van [appellante] zou inhouden, zoals [appellante] meent, had het voor de hand gelegen dat dit ook in de opdrachtbevestiging was benoemd. [appellante] weerspreekt daarnaast niet dan wel onvoldoende dat [geïntimeerde] in het kader van voornoemde opdrachtbevestiging naast het inkeerverzoek voor [appellante] een soortgelijk inkeertraject voor haar vader heeft begeleid, onderzoek heeft gedaan naar de mogelijkheden om geld te lenen aan de zus van [appellante] en [appellante] heeft begeleid bij het zoeken van een fiscale oplossing in België voor de verzwegen inkomsten en bij het voorkomen en beperken van strafrechtelijke sancties in België vanwege het doen van valse belastingaangiftes. Gelet hierop stelt het hof vast dat het door [geïntimeerde] gefactureerde totaalbedrag van € 48.506,78 inclusief btw over de periode 2016-2018 niet alleen betrekking had op door [geïntimeerde] verrichte werkzaamheden in verband met het inkeertraject van [appellante] maar ook op andere werkzaamheden. Die andere werkzaamheden zijn door [geïntimeerde] gespecificeerd in productie 16 van de conclusie van antwoord in reconventie. Die werkzaamheden zijn door [appellante] niet (voldoende) betwist, zodat die werkzaamheden als zijnde verricht vaststaan.
‘ik verwacht…’) niet kan worden opgevat als een prijsafspraak of kosteninschatting waaraan [appellante] rechten kon ontlenen, laat staan als een prijsafspraak/kosteninschatting specifiek voor het advieswerk voor het inkeertraject van [appellante] .