ECLI:NL:GHSHE:2023:2452

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
25 juli 2023
Publicatiedatum
26 juli 2023
Zaaknummer
200.285.483_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding voor porseleinen voorwerpen na beschadiging

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een hoger beroep betreffende de schadevergoeding voor porseleinen voorwerpen die op 9 april 2019 beschadigd zijn. De appellante, vertegenwoordigd door mr. P.J.A. van de Laar, heeft schadevergoeding geëist van de geïntimeerde, die voorheen werd vertegenwoordigd door mr. S. Salah-Hashim en thans door mr. R.N.H. Hoeppermans. De procedure volgt op eerdere tussenarresten van het hof en een deskundigenbericht dat op 18 maart 2023 is uitgebracht. Het hof heeft de deskundige gevraagd om de waarde van de beschadigde porseleinen voorwerpen te taxeren, waarbij de deskundige heeft aangegeven dat de waarde van dergelijke voorwerpen sterk afhankelijk is van vraag en aanbod. De deskundige heeft de waarde van de beschadigde voorwerpen vastgesteld op € 2.975,00, maar de appellante betwist deze waardering en stelt dat de deskundige niet in staat was om de voorwerpen fysiek te inspecteren, wat de taxatie zou hebben beïnvloed. Het hof heeft de bevindingen van de deskundige overgenomen en de schadevergoeding voor de porseleinen voorwerpen vastgesteld op € 250,00, te vermeerderen met wettelijke rente. De appellante is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten dragen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Team Handelsrecht
zaaknummer 200.285.483/01
arrest van 25 juli 2023
in de zaak van
[appellante],
wonende te [woonplaats] ,
appellante,
hierna aan te duiden als:
[appellante],
advocaat: mr. P.J.A. van de Laar te Eindhoven,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde,
hierna aan te duiden als:
[geïntimeerde],
advocaat: thans mr. R.N.H. Hoeppermans te ’s-Hertogenbosch, voorheen mr. S. Salah-Hashim te ’s-Hertogenbosch,
als vervolg op de door het hof gewezen tussenarresten van 12 januari 2021, 3 mei 2022 en 20 september 2022 in het hoger beroep van het door de kantonrechter in de rechtbank
Oost-Brabant, zittingslocatie Eindhoven, onder zaaknummer 8394567\CV EXPL 20-1610, gewezen eindvonnis van 8 oktober 2020, tussen [appellante] als eisende partij en [geïntimeerde] als gedaagde partij.

11.Het verdere verloop van de procedure

11.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenarrest van 20 september 2022,
- het deskundigenbericht van 18 maart 2023,
- de beslissing van 17 april 2023, waarbij de schadeloosstelling en het loon van de deskundige is begroot op € 1.452,00,
- de memorie na deskundigenbericht van de zijde van [appellante] , met productie,
- de antwoordmemorie na deskundigenbericht van de zijde van [geïntimeerde] .
11.2.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald.

12.De verdere beoordeling

tussenarresten
12.1.
Het hof roept in herinnering dat het in deze zaak gaat over de hoogte van de schade
die voor vergoeding door [geïntimeerde] aan [appellante] in aanmerking komt vanwege door [geïntimeerde] op 9 april 2019 aan [appellante] in eigendom toebehorende porseleinen voorwerpen toegebrachte schade.
12.2.
Het betreft de volgende porseleinen voorwerpen:
a. a)
“Twee Saksische Porseleinen schaal op voet”(foto 1);
b)
“Set van drie Saksische Porseleinen figuren (…) Zigeuner muziek”(foto 2);
c)
“Saksische Porseleinen groep met figuren (…) 2 eng. bij vogelkooi”, “Saksische Porseleinen groepje (…) jongen meisjes / wip”en
“Twee Saksische Porseleinen figuren (…) Jongen/ orgel+meisje”(foto 3);
d)
“Saksische Porseleinen groep met figuren (…) touwtrekkers”(foto 4);
e)
“Saksische Porseleinen groep met figuren (…) zitt kind op grote bok”(foto 5); en
f)
“Twee Saksische Porseleinen figuren (…) heer hekje/dame”(foto 6);
zoals omschreven en afgebeeld in het door [appellante] in het geding gebrachte rapport van de door haar ingeschakelde deskundige.
12.3.
Beide partijen hebben ter onderbouwing van hun standpunt ten aanzien van de hoogte van de schadevergoeding een deskundigenrapport (taxatie) en nadere toelichtingen daarop in het geding gebracht. Partijen betwisten deze rapporten over en weer - met uitzondering van de in het door [appellante] in het geding gebrachte rapport opgenomen omschrijving van de porseleinen voorwerpen als hiervoor weergegeven -.
12.4.
Bij tussenarrest van 3 mei 2022 heeft het hof overwogen dat het hof zich zal laten voorlichten door een deskundigenbericht te bevelen. Verder heeft het hof partijen in de gelegenheid gesteld zich bij akte uit te laten over het aantal, de deskundigheid en - bij voorkeur eensluidend - de persoon van de te benoemen deskundige(n). Ook heeft het hof partijen in de gelegenheid gesteld suggesties te doen over de aan de deskundige(n) voor te leggen vragen.
12.5.
Beide partijen hebben van die gelegenheid gebruik gemaakt.
12.6.
Bij tussenarrest van 20 september 2022 heeft het hof een deskundige benoemd en bepaald dat een deskundigenonderzoek wordt verricht naar de volgende vragen:
1) Welke factoren bepalen in het algemeen de waarde van de onderhavige porseleinen voorwerpen?
2) Kunt u daarbij meer in het bijzonder aangeven of, en zo ja, in hoeverre, de volgende factoren van invloed zijn op de waarde van deze porseleinen voorwerpen:
- de herkomst (fabrikant), productiewijze (handgemaakt of massaproductie), leeftijd en algehele staat van het porseleinen voorwerp;
- aanbod en vraag naar porseleinen voorwerpen als de onderhavige.
3) Blijft de waarde van porseleinen voorwerpen als de onderhavige in het algemeen in de loop van de tijd gelijk of stijgt of daalt de waarde daarvan in de loop van de tijd?
4) Kunt u zo nauwkeurig mogelijk en gemotiveerd bepalen wat de waarde was van de onderhavige porseleinen voorwerpen ten tijde van de beschadiging op 9 april 2019 aan de hand van de lijst genoemd in rechtsoverweging 6.13 van het tussenarrest van 3 mei 2022?
5) Kunt u daarbij in het bijzonder de herkomst, productiewijze, leeftijd en algehele staat van de porseleinen voorwerpen (waaronder mogelijk oude lijmsporen bij het in de rapportage van de zijde van [geïntimeerde] als
“Figuren bij rustiek hekwerk”omschreven porseleinen voorwerp (hiervoor in rechtsoverweging 6.13 van het tussenarrest van 3 mei 2022 vermeld onder f)) ten tijde van de beschadiging op 9 april 2019 betrekken alsook het aanbod en de vraag naar dergelijke porseleinen voorwerpen?
6) Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan het hof volgens u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?
12.7.
Het hof volhardt bij de eerder gewezen tussenarresten van 3 mei 2022 en 20 september 2022.
deskundigenbericht
12.8.
De deskundige heeft bij deskundigenbericht van 18 maart 2023 de vragen van het hof beantwoord.
12.9.
In antwoord op de vragen 1) en 2) heeft de deskundige aangegeven dat herkomst (fabrikant en provenance), productiewijze (handgemaakt of massaproductie), leeftijd en algehele staat (conditie) van porseleinen voorwerpen alsook vraag en aanbod van invloed zijn op de waarde van de porseleinen voorwerpen. In antwoord op vraag 3) heeft de deskundige te kennen gegeven dat
“De waarde (…) afhankelijk”is
“van vraag en aanbod”,dat
“Voor de zeldzamere stukken van voor 1750 en/of zeldzame kleinere fabrieken (…) de waarde min of meer gelijk”blijft en dat
“De waarde van de massa geproduceerde porseleinen figuren, in de vele kleine Duitse fabrieken, (…) de afgelopen 30-40 jaar enorm gedaald”is.
12.10.
Op vraag 4) heeft de deskundige geantwoord:
“Aangezien ik de voorwerpen niet in handen heb gehad en mij moet baseren op de rapportage en omschrijvingen (inclusief foto’s) van beide partijen, volg ik de omschrijvingen gemaakt door de (anonieme) gecertificeerde registertaxateur Kunst, Antiek en Inboedelgoederen, tevens aangesloten bij de Federatie TMV, mede gespecialiseerd op het gebied van Europees porselein. Deze persoon heeft de (beschadigde) voorwerpen fysiek in handen gehad en ze vervolgens kunnen omschrijven. Deze taxatie is destijds verricht onder de voorwaarde van registermakelaars en registertaxateurs in roerende zaken welke op 31-5-2016 zijn gedeponeerd bij de kamer van koophandel te Amsterdam onder nummer: [nummer] .
a.
a)“Twee Sakische Porseleinen schaal op voet“ (foto 1):
Paar (2) polychroom gedecoreerde porseleinen fruitschalen. Hoogte circa 55 cm.
Gemerkt met blauwe letter S met kroon. Datering 4e kwart 20e eeuw.
Conditie: Onherstelbaar beschadigd.
Deze omschrijving acht ik aannemelijk en betrouwbaar en daarom waardeer ik deze fruitschalen eveneens op 1.000 euro.
b)“Set van drie Saksische Porseleinen figuren (...) Zigeuner muziek” (foto 2):
Paar (2) polychroom gedecoreerde figuren met instrumenten. Zigeuners.
Gemerkt met blauwe letter N met kroon. Datering 4e kwart 20e eeuw.
Conditie: onherstelbaar beschadigd. Afmetingen: Hoog: circa 40 cm.
Deze omschrijving acht ik aannemelijk en betrouwbaar en daarom waardeer ik deze figuren eveneens op 450,- euro.
Polychroom gedecoreerd porseleinen groepje. 2 zigeunerkinderen. Gemerkt met blauwe letter N en kroon en rondstempel. Datering 4e kwart 20e eeuw. Conditie: Onherstelbaar beschadigd. Hoogte: circa 19 cm.
Deze omschrijving acht ik aannemelijk en betrouwbaar en daarom waardeer ik dit groepje eveneens op 150,- euro.
c)“Sakische Porseleinen groep met figuren (...) 2 eng. bij vogelkooi”, “Saksische Porseleinen groepje (...) jongen meisjes / wip” en “Twee Saksische Porseleinen figuren (...) Jongen / orgel+meisje” (foto 3):
Polychroom gedecoreerd porseleinen groep. 2 engelen en vogelkooi. Hoogte: circa 17 cm. Gemerkt: blauw spiegelmonogram onder kroon (Scheibe Alsbach).
Datering 2e helft 20e eeuw. Conditie: Onherstelbaar beschadigd.
Deze omschrijving acht ik aannemelijk en betrouwbaar en daarom waardeer ik dit groepje eveneens op 250,- euro
Polychroom gedecoreerd porseleinen groep. Galant koppel bij wip. Hoogte: 18 cm.
Gemerkt: blauw spiegelmonogram onder kroon (Scheibe Alsbach). Datering 2e helft 20e eeuw. Conditie: onherstelbaar beschadigd.
Deze omschrijving acht ik aannemelijk en betrouwbaar en daarom waardeer ik dit groepje eveneens op 250,- euro.
“Twee Saksische Porseleinen figuren (...) Jongen / orgel+meisje”
Niet beoordeeld (zie beschrijving rechtsoverweging 6.13).
d)“Saksische Porseleinen groep met figuren (...) touwtrekkers” (foto 4):
Polychrome porseleinen groep. “Tug of war” naar Friedrich Morgan. Hoog: 21 cm.
Gemerkt: blauwe S met kruis (Scheibe Alsbach). Datering 2e helft twintigste eeuw.
Conditie: onherstelbaar beschadigd.
Deze omschrijving acht ik aannemelijk en betrouwbaar en daarom waardeer ik deze groep eveneens op 375,- euro.
e)“Saksische Porseleinen groep met figuren (..) zitt kind op grote bok” (foto 5); en
Polychroom gedecoreerd porseleinen beeld. Bacchant op gelauwerde bok. Hoog: circa 23 cm. Gemerkt: blauwe S met kruis (Scheibe Alsbach) en nummering. Datering 2e helft 20e eeuw. Conditie: onherstelbaar beschadigd.
Deze omschrijving acht ik aannemelijk en betrouwbaar en daarom waardeer ik dit beeld eveneens op 250,- euro.
f)“Twee Saksische Porseleinen figuren (...) heer hekje/dame” (foto 6).
2 polychroom gedecoreerde porseleinen groepjes in rococostiji. Hoog circa 15 cm.
Figuren bij rustiek hekwerk. Naar 18e eeuws voorbeeld. Datering: 2e helft 20e eeuw.
Gemerkt: grijze letter S op gekruisde lijnen (Scheibe Alsbach) en nummering.
Conditie: Onherstelbaar beschadigd, met oude lijmsporen op 1 groep, zie foto.
Deze omschrijving acht ik aannemelijk en betrouwbaar en daarom waardeer ik deze groepjes eveneens op 250,- euro.
12.11.
In antwoord op de vragen 5) en 6) heeft de deskundige aangegeven:
“Aan de hand van de rapporten en de afbeeldingen zijn de beschadigde beeldjes allen afkomstig uit Duitsland, zeer waarschijnlijk 2e helft 20e eeuw en/of later.
Het betreft in massa geproduceerde porseleinen figuren met polychrome kleuren, geïnspireerd op achttiende-eeuwse figuren. In kwaliteit en in prijspeil kunnen deze onherstelbaar beschadigde figuren niet wedijveren met de achttiende-eeuwse figuren.
Aangezien het seriematige massaproductie betreft hebben gelijmde en/of beschadigde figuren nog nauwelijks enige waarde. Het is daarom ook aannemelijk dat de vervangingswaarde (economische waarde) voor dergelijke figuren als nihil beschouwd moet worden.”en
“Aangezien de porseleinen beeldjes ‘verdwenen’ zijn en ik ze dus niet in handen heb kunnen nemen, ben ik bij de beoordeling uitgegaan van de omschrijvingen en waardebepaling door mijn (anonieme) collega taxateur, gecertificeerd en tevens lid van de Federatie TMV.
[persoon A] van de Haagsche Kunsthandel gevestigd in Woerdense Verlaat is voor zover ik weet geen gecertificeerd registertaxateur. Hij is niet aangesloten bij de Federatie TMV en/of een andere Organisatie van taxateurs. De firma is mij ook niet bekend als deelnemer van nationale- of internationale beurzen met een keuringsreglement waarbij de aangeboden goederen moeten voldoen aan bepaalde kwaliteitseisen zoals leeftijd, algehele staat etc. etc.
In de afgelopen 30 jaar heb ik [persoon A] nooit mogen ontmoeten op een gerenommeerde antiekbeurs of een bijeenkomst van taxateurs. Zijn beoordeling van de beschadigde porseleinen figuren zou ik dan ook niet zomaar eenvoudigweg overnemen.”
bezwaren [appellante]
12.12.
[appellante] kan zich niet vinden in de waardebepaling van de porseleinen voorwerpen door de door het hof benoemde deskundige.
12.13.
[appellante] voert in dat verband aan dat door het niet meer voorhanden zijn van de porseleinen voorwerpen de deskundige niet in staat is geweest om conform opdracht van het hof de schade door fysiek onderzoek zelf vast te stellen. Volgens [appellante] heeft de deskundige aan de hand van schriftelijke bescheiden (waaronder foto’s) niet de juiste waarde kunnen bepalen, zodat van een behoorlijke taxatie geen sprake is.
12.14.
Het hof stelt voorop dat niet in geschil is dat de deskundige - ondanks verzoek van het hof daartoe bij tussenarrest van 20 september 2022 - de porseleinen voorwerpen niet zelf fysiek heeft kunnen onderzoeken, omdat deze niet meer voorhanden zijn. De deskundige heeft de porseleinen voorwerpen slechts aan de hand van de door partijen in het geding gebrachte deskundigenrapporten met nadere toelichtingen en foto’s kunnen onderzoeken.
12.15.
Dit maakt echter niet dat hof reden heeft te twijfelen aan de bevindingen en conclusies (waarderingen) van de deskundige.
12.16.
Nadat de advocaat van [geïntimeerde] bij brief van 3 oktober 2022 te kennen heeft gegeven dat de porseleinen voorwerpen
“niet meer beschikbaar zijn”, heeft de deskundige bij e-mailbericht van 14 oktober 2022 desgevraagd medegedeeld dat
“na het lezen van de gedetailleerde aangeleverde rapporten, door beide partijen, (…) het voor mij toch nog mogelijk is om de door het hof gestelde vragen te kunnen beantwoorden. Het feit dat ik de beeldjes niet zelf in handen kan hebben voor inspectie dient wel nadrukkelijk vermeld te worden, maar hoeft nogmaals geen invloed te hebben op mijn onderzoek. De aan mij voorgelegde vragen kunnen met vrijwel dezelfde zekerheid worden beantwoord als ingeval van daadwerkelijk onderzoek van de porseleinen beeldjes.”De advocaten van partijen hebben daarop desgevraagd schriftelijk laten weten dat deskundigenbericht kan worden opgemaakt aan de hand van de voorhanden zijnde stukken.
12.17.
Uit het deskundigenbericht maakt het hof op dat de deskundige bij gebreke van de mogelijkheid tot fysiek onderzoek van de porseleinen voorwerpen bij zijn beoordeling is uitgegaan van de omschrijvingen en waardebepaling van de door (de verzekeraar van) [geïntimeerde] ingeschakelde, geanonimiseerde deskundige. Daarbij heeft de deskundige naar het oordeel van het hof terecht in aanmerking genomen dat de geanonimiseerde deskundige
“de (beschadigde) voorwerpen fysiek in handen gehad”heeft voordat hij deze heeft omschreven en dat de
“taxatie”door deze geanonimiseerde deskundige is
“verricht onder de voorwaarde van registermakelaars en registertaxateurs in roerende zaken (…) gedeponeerd bij de kamer van koophandel te Amsterdam (…)”.Ook heeft de deskundige gemotiveerd verklaard waarom hij de beoordeling van de door [appellante] ingeschakelde deskundige niet heeft overgenomen.
12.18.
Naar het oordeel van het hof blijkt nergens uit dat de deskundige door het niet meer voorhanden zijn van de porseleinen voorwerpen zou zijn beperkt in zijn onderzoek en dat hij daardoor de waarde van de porseleinen voorwerpen niet behoorlijk zou hebben kunnen bepalen. Daarbij betrekt het hof dat beide partijdeskundigen in hun rapport een duidelijke omschrijving van de porseleinen voorwerpen hebben gegeven, met vermelding van de merktekens/stempels, fabrikanten en datering en dat beide partijdeskundigen in hun rapport duidelijke foto’s van de porseleinen voorwerpen hebben opgenomen.
12.19.
Verder voert [appellante] aan dat de deskundige zich heeft laten leiden door gegevens van een door de verzekeraar van de wederpartij ingeschakelde anonieme collega taxateur, die niet objectief was en waarop enige controle niet mogelijk is. Ook voert zij aan dat de door de partijdeskundige van [geïntimeerde] in diens rapport gebruikte referentiestukken (screenprints van via internet verkochte porseleinen voorwerpen) niet als zodanig gebruikt kunnen worden, omdat van algemene bekendheid is dat via internet allerlei imitaties van originele porseleinen voorwerpen worden verkocht alsook allerlei beschadigde en/of anderszins in slechte staat verkerende porseleinen voorwerpen.
12.20.
Zoals het hof in het tussenarrest van 3 mei 2022 heeft overwogen, brengt de omstandigheid dat de door (de verzekeraar van) [geïntimeerde] ingeschakelde deskundige anoniem wenst te blijven met zich dat de deskundigheid van deze deskundige voor [appellante] niet nader te onderzoeken is. Daardoor is plaats voor twijfel aan de deskundigheid van deze partijdeskundige bij [appellante] . De twijfel aan de deskundigheid en ook de door [appellante] geuite twijfel aan de objectiviteit van deze door (de verzekeraar van) [geïntimeerde] ingeschakelde deskundige wordt naar het oordeel van het hof echter weggenomen doordat de door het hof benoemde deskundige de omschrijving van de porseleinen voorwerpen van deze partijdeskundige
“aannemelijk en betrouwbaar”acht en de waarderingen van deze partijdeskundige overneemt. De deskundigheid en objectiviteit van de door het hof benoemde deskundige zijn door partijen niet ter discussie gesteld. Het hof heeft dan ook geen reden te twijfelen aan de bevindingen en waarderingen van de door het hof benoemde deskundige.
12.21.
Voor het benoemen van een andere deskundige als door [appellante] bij memorie na deskundigenbericht verzocht, ziet het hof geen aanleiding.
12.22.
Ook als het hof met [appellante] ervan uitgaat dat via internet allerlei imitaties en beschadigde en/of in slechte staat verkerende porseleinen voorwerpen worden verkocht, betekent dit niet dat de door de partijdeskundige van [geïntimeerde] in zijn rapport opgenomen screenprints van via internet verkochte porseleinen voorwerpen met verkoopopbrengst niet als referentiestukken kunnen worden gebruikt. De door (de verzekeraar van) [geïntimeerde] ingeschakelde deskundige heeft in zijn aanvullende toelichting op zijn rapport van 11 juni 2021 verklaard dat de screenprints verkoopopbrengsten van identieke of naar soort gelijkwaardige porseleinen voorwerpen als de onderhavige porseleinen voorwerpen tonen en [appellante] heeft dit niet althans onvoldoende onderbouwd weersproken.
hof neemt bevindingen en waarderingen deskundige over
12.23.
Het hof acht de bevindingen en waarderingen van de deskundige goed gemotiveerd en overtuigend en neemt deze over. Reeds daarmee is voor het bepalen van de waarde van de porseleinen voorwerpen overeenkomstig het rapport van de door [appellante] ingeschakelde deskundige dan wel overeenkomstig de door [appellante] (productie bij memorie na
deskundigenbericht) zelf opgegeven waarderingen geen plaats.
12.24.
Overeenkomstig het door het hof in het tussenarrest van 3 mei 2022 geschetste kader begroot het hof de schade die voor vergoeding door [geïntimeerde] aan [appellante] in aanmerking komt vanwege de door [geïntimeerde] op 9 april 2019 aan de aan [appellante] in eigendom toebehorende porseleinen voorwerpen toegebrachte schade op € 2.975,00 (marktwaarde).
12.25.
Daarbij komt dat in het rapport van de door [appellante] ingeschakelde deskundige twee porseleinen voorwerpen, met de omschrijving
“Twee Saksische Porseleinen figuren (…) Jongen/orgel+ meisje”, zijn opgenomen, die ontbreken in het rapport van de door [geïntimeerde] ingeschakelde deskundige. De door het hof benoemde deskundige heeft deze porseleinen voorwerpen evenmin meegenomen in zijn deskundigenbericht. Reeds bij tussenarrest van 3 mei 2022 heeft het hof overwogen uit te zullen gaan van de in het rapport van de door [appellante] ingeschakelde deskundige omschreven en afgebeelde porseleinen voorwerpen. Gelet op de waardering van de betreffende porseleinen voorwerpen door de door [appellante] ingeschakelde deskundige en de verhouding tussen de verschillen in de waardering van de overige porseleinen voorwerpen door beide partijdeskundigen begroot het hof de schade die voor vergoeding van de betreffende porseleinen voorwerpen in aanmerking komt op € 250,00.
bewijslevering
12.26.
Aan bewijslevering wordt niet toegekomen. [appellante] heeft onvoldoende gesteld om aan bewijslevering toe te komen en zij heeft in hoger beroep bovendien niets aangevoerd dat tot andere conclusies aanleiding kan geven.
slotsom
12.27.
De slotsom is dat het hoger beroep uitsluitend slaagt voor zover dit ziet op de vergoeding van de schade aan de porseleinen voorwerpen met de omschrijving
“Twee Saksische Porseleinen figuren (…) Jongen/orgel+ meisje”en dat het hoger beroep voor het overige faalt. Het hof zal het bestreden eindvonnis vernietigen, uitsluitend voor zover hierin het door [appellante] gevorderde volledig is afgewezen en het hof zal, opnieuw recht doende, [geïntimeerde] veroordelen tot betaling van een bedrag groot € 250,00 voor de porseleinen voorwerpen met de omschrijving
“Twee Saksische Porseleinen figuren (…) Jongen/orgel+ meisje”,te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 21 februari 2020 tot aan de dag van algehele voldoening. Voor het overige zal het hof het bestreden eindvonnis bekrachtigen.
proceskosten
12.28.
Ook in hoger beroep moet [appellante] als de (in overwegende mate) in het ongelijk gestelde partij worden beschouwd. [appellante] zal dan ook worden veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep. Deze kosten worden aan de zijde van [geïntimeerde] vastgesteld op € 760,00 aan griffierecht en € 2.366,00 voor salaris van de advocaat volgens het liquidatietarief (2 punten, tarief II in hoger beroep à € 1.183,00 per punt).
12.29.
[appellante] is bij tussenarrest van 20 september 2022 belast met het voorschot voor de kosten van het deskundigenbericht waarbij is bepaald dat dit voorschot voorlopig ten laste van ’s Rijks kas komt. De kosten van het deskundigenbericht komen thans definitief voor rekening van [appellante] .
12.30.
Volgens vaste rechtspraak levert een kostenveroordeling ook voor de door [geïntimeerde] gevorderde nakosten een executoriale titel op. Een veroordeling tot betaling van de proceskosten omvat dus een veroordeling tot betaling van de nakosten. Het hof zal de nakosten daarom niet afzonderlijk in de proceskostenveroordeling vermelden.
uitvoerbaarheid bij voorraad
12.31.
De veroordelingen in deze uitspraak kunnen ook ten uitvoer worden gelegd als een van partijen de beslissing van het hof voorlegt aan de Hoge Raad (uitvoerbaarheid bij voorraad).

13.De uitspraak

Het hof, rechtdoende in hoger beroep:
vernietigt het bestreden eindvonnis van de kantonrechter in de rechtbank Oost-Brabant, zittingslocatie Eindhoven, van 8 oktober 2020, uitsluitend voor zover hierin het door [appellante] gevorderde volledig is afgewezen;
en in zoverre opnieuw rechtdoende:
veroordeelt [geïntimeerde] om aan [appellante] te voldoen een bedrag groot € 250,00 aan schadevergoeding voor de porseleinen voorwerpen met de omschrijving
“Twee Saksische Porseleinen figuren (…) Jongen/orgel+ meisje”,te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 21 februari 2020 tot aan de dag van algehele voldoening;
bekrachtigt het bestreden eindvonnis voor het overige;
veroordeelt [appellante] in de kosten van het hoger beroep, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [geïntimeerde] vastgesteld op € 760,00 aan griffierecht en op € 2.366,00 voor salaris van de advocaat overeenkomstig het liquidatietarief;
veroordeelt [appellante] tot betaling aan de griffier van dit hof van de voorlopig in debet gestelde som van de schadeloosstelling en het loon van de deskundige ten bedrage van € 1.452,00, welk bedrag dient te worden voldaan aan de hand van de nota met betaalinstructies die door het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal worden verzonden;
verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het (in hoger beroep) meer of anders gevorderde.
Dit arrest is gewezen door mrs. H.K.N. Vos, O.G.H. Milar en H.F.P. van Gastel en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 25 juli 2023.
griffier rolraadsheer