Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
Voor zover de raadsman heeft betoogd dat er sprake is van een vormverzuim als bedoeld in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering, overweegt het hof dat het verweer niet aan de hand van de bij een beroep op het bepaalde in artikel 359a Sv in aanmerking te nemen beoordelingsfactoren is ingekleed. Immers, een eventuele beslissing tot toepassing van een rechtsgevolg als bedoeld in artikel 359a Sv dient te worden genomen en gemotiveerd aan de hand van de factoren die in het tweede lid van het artikel zijn genoemd. Met het oog daarop mag van de verdediging die een beroep doet op schending van een vormverzuim als bedoeld in artikel 359a Sv, worden verlangd dat duidelijk en gemotiveerd aan de hand van die factoren wordt aangegeven tot welk in artikel 359a Sv omschreven rechtsgevolg dit dient te leiden. Alleen op een zodanig verweer is de rechter gehouden een met redenen omklede beslissing te geven (vgl. HR 30 maart 2004, ECLI:NL:HR:2004:AM2533, rov. 3.7.). Gesteld noch gebleken is dat het bewijsmateriaal door – kort gezegd – het schietincident is verkregen en evenmin dat hierdoor een belangrijk (strafvorderlijk) voorschrift of rechtsbeginsel in aanzienlijke mate is geschonden. Ten slotte is niet gesteld noch gebleken welk nadeel door het schietincident in de zin van artikel 359a lid 2 Sv zou zijn veroorzaakt. Het verweer wordt derhalve verworpen.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
20 (twintig) maanden.
(vier) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
geldboetevan
€ 400,00 (vierhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
8 (acht) dagen hechtenis.
Veroordeelt de verdachte tot hechtenis voor de duur van 1 (één) week.
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
€ 407,58 (vierhonderdzeven euro en achtenvijftig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.