3.2.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
3.2.1.Roof is eigenaar van een perceel grond met daarop gelegen een kantoorpand te [vestigingsplaats] aan de [adres] , kadastraal bekend als gemeente Venlo, sectie [sectieletter] , nummer [sectienummer] , groot 74 a 92 ca (hierna: het kantoorpand).
3.2.2.ASV is onderdeel van de Seacon groep.
3.2.3.In 2015 hebben partijen onderhandeld over de verkoop van het kantoorpand door Roof. Deze onderhandelingen hebben niet geleid tot een overeenkomst.
3.2.4.In het najaar van 2017 benaderde ASV Roof opnieuw. Op 1 november 2017 heeft een bespreking plaatsgevonden tussen [persoon A] namens ASV en [persoon B] namens Roof. Dit heeft op 10 november 2017 geleid tot twee voorstellen van Roof, een voorstel voor de verhuur van het kantoorpand en een voorstel voor de verkoop daarvan. ASV was meer geïnteresseerd in het verkoopvoorstel en partijen zijn op 24 november 2017 bij elkaar gekomen om daarover verder te onderhandelen. Op diezelfde dag hebben Roof en ASV mondeling een koopovereenkomst gesloten waarbij ASV het kantoorpand kocht van Roof tegen een koopprijs van € 6.000.000,00, kosten koper (hierna: de overeenkomst).
3.2.5.In een e-mail van 28 november 2017 aan ASV heeft Roof de mondeling gemaakte afspraken verwoord en bevestigd. Bij e-mail van 4 december 2017 heeft ASV de bevestiging van de mondelinge afspraken aanvaard.
3.2.6.In de overeenkomst is een beding opgenomen (hierna te noemen ‘het beding’) dat als volgt luidt:
“Koper heeft het recht deze overeenkomst te ontbinden voor 1 februari 2018 indien uit onderzoek van koper blijkt dat de verbouwingskosten dermate hoog zijn dat een aankoop door koper niet verantwoord is. Verkoper heeft gemeld dat de installaties in het verkochte niet naar behoren functioneren en hiermee is in de bepaling van de koopsom rekening gehouden.”
3.2.7.Bij e-mail van 30 januari 2018 heeft ASV zich op het beding beroepen. Naar aanleiding daarvan hebben partijen in februari en maart 2018 gesprekken met elkaar gevoerd.
3.2.8.Roof heeft ASV meermalen gesommeerd tot nakoming van de overeenkomst. ASV heeft dat geweigerd.
3.2.9.Zoals hiervoor (in de inleiding en samenvatting) al is vermeld, heeft de rechtbank de vorderingen van Roof tot afname van het kantoorpand en betaling van de koopsom toegewezen. Roof heeft het door de rechtbank gewezen vonnis op 4 januari 2022 aan ASV betekend. Op 7 januari 2022 heeft ASV een bedrag van € 215.316,25 aan wettelijke rente over de koopsom en € 12.202,- aan proceskosten, nakosten en explootkosten aan Roof betaald. Op 17 januari 2022 is het kantoorpand in eigendom aan ASV overgedragen en heeft ASV de koopsom aan Roof voldaan.
De vorderingen in eerste aanleg, het oordeel van de rechtbank en de (vermeerderde) vorderingen in hoger beroep
3.3.1.Roof heeft gevorderd dat de rechtbank ASV veroordeelt (samengevat) tot:
I. betaling van € 6.000.000,00 (de koopprijs van het kantoorpand), met wettelijke rente;
II. afname van het kantoorpand conform de gesloten overeenkomst, op straffe van een dwangsom;
III. betaling van de buitengerechtelijke incassokosten, met wettelijke rente;
IV. betaling van de proceskosten en de nakosten, met wettelijke rente.
3.3.2.De rechtbank heeft kort gezegd vorderingen I, II en IV toegewezen en vordering III afgewezen. De rechtbank heeft de wettelijke rente over de hoofdsom (I) toegewezen vanaf 26 maart 2020 (dag van dagvaarding).
3.3.3.Roof heeft in hoger beroep gevorderd dat het hof haar eis alsnog volledig zal toewijzen. Daarbij heeft zij vordering I als volgt gewijzigd (samengevat):
I. veroordeling van ASV tot betaling van € 6.000.000,00 (de koopprijs van het kantoorpand), te vermeerderen met:
- primair de wettelijke handelsrente vanaf 15 april 2018, althans 16 april 2018, althans 27 april 2018, althans 3 mei 2018, althans de dag der dagvaarding, althans een door het hof te bepalen datum;
- subsidiair de wettelijke rente vanaf 1 maart 2018, althans 2 maart 2018, althans 2 april 2018, althans de dag der dagvaarding;
verminderd met de door ASV op 7 januari 2022 betaalde rente van € 215.316,25 en op 17 januari 2022 betaalde koopprijs van € 6.000.000,00 een en ander tot de dag van voldoening, althans een zodanig bedrag als het hof juist acht.
Verder heeft Roof aan haar vorderingen een vordering toegevoegd die, samengevat, als volgt luidt:
V. dat het hof voor recht verklaart dat ASV jegens Roof toerekenbaar is tekortgekomen in de op haar rustende verplichting uit de koopovereenkomst om het kantoorpand niet uiterlijk op 1 maart 2018, althans 2 april 2018 af te nemen en dat ASV sindsdien in verzuim verkeert en aansprakelijk is voor alle daardoor veroorzaakte schade van Roof, dan wel [geïntimeerde 2] , althans dat het hof een zodanige verklaring voor recht geeft die het hof juist acht.
Verder heeft Roof (in haar akte) gevorderd (voor zover nodig) dat het hof ook de beslagkosten rekent tot de door haar gemaakte en aan haar toe te wijzen proceskosten.
3.3.4.ASV heeft geen bezwaar gemaakt tegen deze eiswijzigingen. Het hof ziet ook geen aanleiding de eiswijzigingen ambtshalve buiten beschouwing te laten wegens strijd met de goede procesorde. Recht zal worden gedaan op de gewijzigde eis.
Grief 1 in het principaal hoger beroep