Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
’s-Hertogenbosch
[verdachte] ,
Het proces-verbaal van aangifte d.d. 3 mei 2021 (pg. 3-6), voor zover inhoudende als verklaring van aangeefster [slachtoffer] :
het hof begrijpt (telkens): [verdachte]) mij begin december verkering gevraagd. Ik heb toen gezegd dat ik dat niet wilde, omdat ik vond dat wij niet bij elkaar pasten. Ik heb aangegeven alleen nog als vrienden contact te willen houden. Dit kon hij echter niet accepteren. Hij bleef mij berichten sturen en bellen. Uiteindelijk heb ik [getuige 1] ontmoet. Ik werd verliefd en kreeg begin februari een relatie met hem. Sindsdien word ik gebeld. Mijn telefoonnummer is [telefoonnummer 1] . Naast telefoontjes stuurde hij mij daarop verschillende brieven, enkele kaarten en meerdere sms’jes. Hij weet niet van ophouden.
het hof begrijpt telkens: [verdachte]) ‘posts’ op zijn verhaallijn die betrekking hebben op mij. Op deze berichten op Facebook en Instagram word ik met naam en toenaam genoemd. Hier heb ik enorm veel verdriet van, omdat ik hier geen controle over heb. Daarnaast voel ik me heel erg aangekeken. Ik durf niet meer in het dorp op het terras te gaan zitten. Ook benadert [verdachte] op Instagram (…) mijn vriend [getuige 1] (…). Mijn vriend [heeft] ontzettend veel last van [verdachte] , omdat hij niet wil stoppen. Hij blijft maar berichten plaatsen, vriendschapsverzoeken sturen en andere manieren vinden om contact te zoeken met mij en naasten.
Het proces-verbaal ontvangst klacht door hulpofficier van justitie d.d. 3 mei 2021 (pg. 7-8), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 2] :
het hof begrijpt: de politie-eenheid) Oost-Brabant te Maarheeze een mondelinge klacht ontvangen terzake van stalking.
Het proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 4 juni 2021 (pg. 9-11), voor zover inhoudende als verklaring van aangeefster [slachtoffer] :
het hof begrijpt: 2021). Dat was een brief en een kaart. Daarvoor belde [verdachte] ook naar mij op en toen sprak mijn moeder met hem.
het hof begrijpt: de verdachte [verdachte]).
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 juni 2021 (pg. 12-14), met bijlagen (pg. 15-112) voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
Een proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 9 juni 2021 (pg. 99-103), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van getuige [getuige 2] :
het hof begrijpt telkens: de verdachte [verdachte]) wilde. Daarna werden er allemaal berichten gestuurd en ook post. Het heftigste vond ik toen [slachtoffer] een andere jongen had leren kennen en toen kwam de social media erbij. Ik hoorde later van [slachtoffer] dat zij duidelijk tegen hem had gezegd dat ze geen relatie met hem wilde. Ik hoorde van [slachtoffer] dat hij zei dat dit het lot was en dat ze bij elkaar hoorden. Ik las het ook op een kaart die naar ons was gestuurd. Ik las het ook in een brief die hij bij ons in de brievenbus heeft gedaan. Hij belde daar later ook over op. Ik kwam thuis van het werk en ik hoorde dat mijn huistelefoon ging. Ik hoorde dat het [verdachte] was en dat hij aangaf dat er een brief in de bus was gedaan en dat deze voor [slachtoffer] bedoeld was. Ik hoorde dat hij zei dat hij niet meer wist of hij de naam van [slachtoffer] er op had gezet. Ik ging kijken in de brievenbus en ik zag dat er een kaart en een brief in de brievenbus lag. Ik zag dat op beide de naam van [slachtoffer] stond. Ik kreeg de indruk dat hij mij had gebeld om er zeker van te zijn dat ik het zou lezen. Ik merk aan mijn dochter dat ze heel onrustig is. Zij durft niet naar een terras te gaan of zich vrij te bewegen zoals altijd. Wij sluiten de poort en [slachtoffer] sluit haar auto als ze weg gaat met de auto. [slachtoffer] is altijd op haar hoede en is bang dat [verdachte] ergens in de buurt is als ze weg gaat.
Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 28 september 2016 (pg. 113-115), voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige 1] :
het hof begrijpt: 2021).
Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 1 september 2021 (pg. 129-139), voor zover inhoudende als verklaring van verdachte [verdachte] ( [verdachte] ):
- het meermalen verzenden van Whatsappberichten naar aangeefster op 27 maart 2021 en 2, 5, 8 en 10 april 2021;
- het op 26 april 2021 verzenden en/of afleveren van een brief en een kaart aan het woonadres van aangeefster en het bellen naar (het huisadres van) aangeefster, teneinde te verifiëren of de door de verdachte afgegeven kaart is ontvangen;
- het op 15 en 17 april 2021 de (toenmalige) vriend van aangeefster, [getuige 1] te benaderen en berichten te sturen over aangeefster via zijn account op Instagram, en
- op 19 april een bericht op zijn Instagramaccount te plaatsen waarin hij aangeefster vermeldt en informatie over zijn (relatie met) die [slachtoffer] deelt.
“zo gaan volwassenen toch niet met elkaar om? Dit negeren, ontlopen, blokkeren elkaar toch niet?”.Met deze passage acht het hof het wederrechtelijk karakter van de handelingen van de verdachte per 26 maart 2021, en bijgevolg de daaropvolgende data tot en met 19 april 2021, gegeven.
belaging.
- € 2.037,10 verlies aan verdienvermogen jan 2022 t/m mei 2022;
- € 2.851,94 verlies aan verdienvermogen juni 2022 t/m december 2022;
- € 328,18 eigen risico zorgverzekering 2021;
- € 44,25 eigen risico zorgverzekering 2022 t/m heden;
- € 340,75 eigen risico zorgverzekering heden t/m 31-12-2022;
- € 24,42 medicatie;
- € 149,00 aanschaf beveiligingscamera bij woning;
- € 221,52 reiskosten t/m 18-05-2022;
- € 75,00 toekomstige reiskosten medische behandelingen;
- € 45,60 parkeerkosten;
- € 5.000,00 smartengeld.
- € 328,18 eigen risico zorgverzekering 2021;
- € 44,25 eigen risico zorgverzekering 2022 t/m heden;
- € 340,75 eigen risico zorgverzekering heden t/m 31-12-2022;
- € 24,42 medicatie.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand;
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
taakstrafvoor de duur van
60 (zestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
30 (dertig) dagen hechtenis;
€ 1.636,84 (zegge: duizend zeshonderdzesendertig en vierentachtig cent)bestaande uit € 886,84 (zegge: achthonderdzesentachtig en vierentachtig cent) als vergoeding van materiële schade en
€ 1.636,84 (zegge: duizend zeshonderdzesendertig en vierentachtig cent)bestaande uit € 886,84 (zegge: achthonderdzesentachtig en vierentachtig cent) als vergoeding van materiële schade en € 750,00 (zegge: zevenhonderdenvijftig) als vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 januari 2022 tot aan de dag der algehele voldoening, en bepaalt dat gijzeling voor de duur van ten hoogste 26 (zegge: zesentwintig) dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat der Nederlanden niet opheft;