Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 9365349 \ CV EXPL 21-3816)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- het tegen WB Produktie verleende verstek;
- de memorie van grieven.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellante] tegen WB Produktie B.V. inzake functiewaardering op basis van de cao Glastuinbouw. [appellante] was sinds 2006 werkzaam bij WB Produktie, eerst in een uitzendconstructie en later in een vast dienstverband. De arbeidsovereenkomst werd opgezegd vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid. [appellante] vorderde onder andere nakoming van de arbeidsovereenkomst, betaling van een jubileumuitkering en een bonus over 2019. De kantonrechter had in eerste aanleg de meeste vorderingen afgewezen, met uitzondering van de jubileumuitkering.
In hoger beroep heeft [appellante] twee grieven aangevoerd, waarbij zij betoogde dat de kantonrechter ten onrechte de functie van 'meewerkend voorman' had geclassificeerd en andere relevante functies niet had meegenomen. Het hof heeft vastgesteld dat de functieomschrijving in de arbeidsovereenkomst niet duidelijk was en dat de feitelijk verrichte werkzaamheden van [appellante] niet voldoende onderbouwd waren om een andere functieclassificatie te rechtvaardigen. Het hof heeft geoordeeld dat de kantonrechter op goede gronden heeft geoordeeld dat WB Produktie het juiste salaris heeft betaald en dat er geen recht op de gevorderde bonus bestond.
Het hof heeft de grieven van [appellante] verworpen en het bestreden vonnis bekrachtigd. [appellante] werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep, die aan de zijde van WB Produktie op nihil zijn vastgesteld.