Uitspraak
5.Het vervolg van de procedure in hoger beroep
- het tussenarrest van 14 september 2021;
- de door [appellante] genomen memorie van grieven met producties 12 en 13;
- de door Zeeuwland genomen memorie van antwoord met producties 7 tot en met 11;
- de door [appellante] genomen akte met productie 14;
- de door Zeeuwland genomen antwoordakte.
6.De verdere beoordeling
- a. Bij huurovereenkomst van 15 augustus 2017 heeft Zeeuwland de woning aan de [adres 1] te [plaats] met ingang van die datum verhuurd aan [appellante].
- b. De woning is een appartement dat gelegen is in een appartementencomplex, dat tevens een woon-zorgcomplex is met huur- en koopappartementen.
- c. Op de huurovereenkomst zijn de algemene huurvoorwaarden van Zeeuwland van 14 februari 2017 van toepassing. In artikel 8 van die voorwaarden staat het volgende:
- ontbinding van de tussen partijen bestaande huurovereenkomst;
- veroordeling van [appellante] tot ontruiming van het gehuurde;
- veroordeling van [appellante] tot betaling van € 99,39 aan achterstallige huur over de periode tot en met maart 2021;
- veroordeling van [appellante] tot betaling van € 670,63 per maand aan huur tot aan de datum van ontbinding van de huurovereenkomst;
- veroordeling van [appellante] tot betaling van € 670,63 per maand of gedeelte daarvan aan schadevergoeding voor elke maand dat [appellante] na de ontbinding van de huurovereenkomst in gebreke blijft om het gehuurde te ontruimen;
- a. pest- en treitergedrag te vertonen jegens omwonenden;
- b. Zeeuwland te bestoken met allerlei ongefundeerde klachten en irrelevante meldingen;
- c. omwonenden en medewerkers van Zeeuwland te beledigen;
- d. beveiligingscamera’s op te hangen en zo op ontoelaatbare wijze inbreuk te maken op de persoonlijke levenssfeer van omwonenden;
- e. zich onhebbelijk te gedragen jegens medewerkers van bedrijven die bij haar werkzaamheden moeten uitvoeren.
- [appellante] gedraagt zich niet als een goed huurder, aangezien zij zich onhebbelijk heeft gedragen tegen medewerkers van bedrijven die bij haar werkzaamheden moeten uitvoeren, ondanks haar toezegging weigert om de door haar opgehangen camera’s te verwijderen en er klachten van recente datum zijn van omwonenden over het gedrag van [appellante] (rov. 3.5 en 3.6).
- Omdat [appellante] volhardt in haar gedrag, is ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd (rov. 3.7 en 3.8).
- Uit de ontbinding van de huurovereenkomst vloeit voort dat [appellante] de woning moet ontruimen, waarbij een ruime ontruimingstermijn op zijn plaats is (rov. 3.9).
- Er is geen sprake van een opeisbare huurachterstand en dus geen aanleiding voor een veroordeling van [appellante] tot betaling van huur over de periode tot de ontbinding van de huurovereenkomst (rov. 3.11).
- de huurovereenkomst ontbonden met ingang van de dag na het vonnis;
- [appellante] veroordeeld om het gehuurde binnen vier maanden na de betekening van het vonnis te ontruimen;
- [appellante] veroordeeld om aan Zeeuwland € 670,-- per maand of gedeelte daarvan te betalen aan schadevergoeding vanaf de ontbinding van de huurovereenkomst tot de feitelijke ontruiming van het gehuurde;
- a. pest- en treitergedrag vertonen jegens omwonenden;
- b. Zeeuwland bestoken met allerlei ongefundeerde klachten en irrelevante meldingen;
- c. omwonenden en medewerkers van Zeeuwland te beledigen;
- d. beveiligingscamera’s ophangen en zo op ontoelaatbare wijze inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer van omwonenden;
- e. zich onhebbelijk gedragen jegens medewerkers van bedrijven die bij haar werkzaamheden moeten uitvoeren.
- dat hij niet voor rede vatbaar is;
- dat zij in haar leven nog niet zo een dictator heeft meegemaakt;
- dat zij voor deze gast nul respect meer heeft;
- dat zijn verdeel en heers systeem te walgelijk voor woorden is;
- dat als hij zijn spelletje niet erg snel stopt, zij direct naar haar advocaat gaat om [persoon A] persoonlijk aan te pakken.
“Opvallend is ook het aantal kankerpatiënten in enkele maanden tijd, in en rond het complex”.
- [appellante] gedraagt zich erg achterdochtig, reageert op tussen anderen gevoerde gesprekken en is erg dwingend in haar doen en laten.
- De omwonenden voelen zich erg onbehaaglijk door de door [appellante] geplaatste camera’s, gaan zich anders gedragen en zijn bang voor represailles.
- Er is iets mis met het gedrag van [appellante] en dat is niet prettig. Bewoners zijn op hun hoede.
- Het wordt als vervelend ervaren dat [appellante] alles in de gaten houdt, druk uitoefent op medebewoners, staat te posten en mensen beschuldigt.
- [appellante] vertoont “spionnen-gedrag” en dat geeft omwonenden een onveilig gevoel.
- lijdt die vriendin “aan ziekelijke vormen van jaloezie gericht op mij en nog andere vrouwen.”
- is het gedrag van die vriendin “behoorlijk asociaal en intimiderend”.