De raad heeft niet aannemelijk gemaakt dat [minderjarige] doordat zij geen onbelast beeld heeft van de vader en geen contact met hem heeft, zodanig in haar ontwikkeling wordt bedreigd dat een ondertoezichtstelling gerechtvaardigd is. De raad laat na te vermelden op welk onderzoek deze conclusie is gebaseerd. Ook het eindverslag van de [instantie], bij welke instantie partijen een begeleid omgangstraject hebben doorlopen, maakt geen melding van een ontwikkelingsbedreiging bij [minderjarige] . Het niet geven van emotionele toestemming voor contact met de andere ouder is geen zelfstandige grond om een kind onder toezicht te stellen. In de visie van de moeder schaadt juist het opleggen van gedwongen contact met de vader de ontwikkeling van [minderjarige] .
Verder is een ondertoezichtstelling van [minderjarige] niet noodzakelijk, omdat het vrijwillig kader volstaat. De ouders accepteren hulpverlening. Zij hebben volledig meegewerkt aan het traject bij het omgangshuis van de [instantie]. Dat dit traject niet heeft geleid tot contactherstel tussen de vader en [minderjarige] is niet aan de ouders toe te rekenen. Ingeval de ondertoezichtstelling van [minderjarige] wordt beëindigd, zal de hulpverlening in het vrijwillig kader worden voortgezet. Er is geen concrete aanwijzing dat de moeder in dat geval met het traject zal stoppen. Dat de GI niet kan aangeven of de ouders de hulpverlening zullen accepteren zonder dat er sprake is van een ondertoezichtstelling is een indicatie dat de maatregel niet gerechtvaardigd is.
Ten slotte is er sprake van een omgangsondertoezichtstelling. Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad is een omgangsondertoezichtstelling slechts in uitzonderlijke omstandigheden gerechtvaardigd. Dergelijke omstandigheden zijn gesteld noch gebleken.
De ondertoezichtstelling van [minderjarige] vormt een forse emotionele belasting voor de moeder. Zij begrijpt wel dat er in het belang van [minderjarige] een proces van contactherstel tussen [minderjarige] en de vader moet gaan lopen. De GI pakt door. Er zijn nu ontwikkelingen gaande. In zoverre heeft de moeder een dubbel gevoel over de ondertoezichtstelling. De moeder heeft er waardering voor dat de GI voortvarend te werk gaat en dat er nu ook naar [minderjarige] wordt geluisterd. Voor [minderjarige] is speltherapie aangevraagd. De moeder heeft dit zelf geregeld.
De moeder vindt het belangrijk dat het tempo van [minderjarige] wordt gevolgd bij het contactherstel met de vader. [minderjarige] vindt dit proces lastig. De moeder wil niet dat [minderjarige] er nare gevolgen van ondervindt. Anders dan tijdens het eerdere BOR-traject bij de [instantie] heeft [minderjarige] zich in het huidige traject niet gedwongen gevoeld. [minderjarige] moet de ruimte krijgen om haar mening kenbaar te maken. De moeder wil het contactherstel met de vader niet afdwingen bij [minderjarige] . [minderjarige] moet zich bij de moeder veilig blijven voelen. De moeder werkt het contact tussen de vader en [minderjarige] niet tegen. [minderjarige] is degene die tot nu toe geen contact wil. Zij moet eerst vertrouwen opdoen. Daarvoor zijn meerdere gesprekken met een speltherapeut noodzakelijk.
[minderjarige] is een vrolijk meisje. Zij doet het goed op school. [minderjarige] zit in een plusklas; een talentendoorgroeigroep.
De moeder heeft een andere beleving van de relatie van de ouders dan de vader. De moeder vindt dat de vader haar in de eerste vijf jaar na de relatiebreuk in de steek heeft gelaten en geen interesse in [minderjarige] heeft getoond. Daar zit haar pijn.