Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
- [minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2018 te [geboorteplaats] , hierna te noemen: [minderjarige 1] ;
- [minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2020 te [geboorteplaats] , hierna te noemen: [minderjarige 2] .
Raad voor de Kinderbescherming, regio Zuidoost Nederland, locatie [locatie] , hierna te noemen: de raad.
1.Het geding in eerste aanleg
- verzoekers, bijgestaan door mr. Houtman;
- [vertegenwoordiger van de GI] namens de GI.
- het V6-formulier met bijlagen van de advocaat van verzoekers d.d. 21 december 2022;
- het emailbericht met bijlagen van de GI d.d. 9 december 2022.
3.De beoordeling
7 december 2022 tot 1 februari 2023.
eerste volzinvan artikel 798 lid 1 Rv belanghebbenden zijn in deze procedure.
tweede volzintoegevoegd waarin wordt bepaald dat ook degene die niet de ouder is en de minderjarige op wie de zaak betrekking heeft gedurende ten minste een jaar als behorende tot zijn gezin verzorgt en opvoedt, als belanghebbende dient te worden aangemerkt. Uit de toelichting bij het amendement waarbij de tweede volzin aan artikel 798, eerste lid, Rv is toegevoegd (Kamerstukken II, 32 015, 2010-2011, nr. 37) dient te worden afgeleid dat het hier (uitsluitend) om een pleegouder gaat. Dit blijkt onder meer ook uit de terminologie “gedurende ten minste een jaar als behorende tot zijn gezin verzorgt en opvoedt”. Deze omschrijving komt ook voor in andere bepalingen die bedoeld zijn ter versterking van de rechtspositie van pleegouders (vgl. randnr. 3.12 uit de conclusie van A-G De Bock d.d. 2 maart 2018, ECLI:NL:PHR:2018:162). De Hoge Raad heeft dit bij uitspraak van 30 maart 2018 (ECLI:NL:HR:2018:488 rov. 3.4.2.) bevestigd en heeft overwogen dat aan een andere uitleg geen behoefte is, gelet op de uitleg die aan het begrip belanghebbende ingevolge de eerste volzin van artikel 798 lid 1 Rv moet worden gegeven. Bij die uitleg kan in een voorkomend geval een stiefouder of een biologische ouder zonder juridisch ouderschap, dan wel een andere bij de zaak betrokkene, worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van artikel 798 lid 1, eerste volzin, Rv (zie hierna verder onder rov. 3.10.3).
aard van de procedureen de daarmee verband houdende wetsbepalingen. Daarbij zal een rol spelen in hoeverre iemand door de uitkomst van de desbetreffende procedure
zodanig in een eigen belang kan worden getroffen dat deze daarin behoort te mogen opkomenter bescherming van dat belang. Ook kan meespelen in hoeverre iemand anderszins zo nauw betrokken is of is geweest bij het onderwerp dat in de procedure wordt behandeld, dat daarin een belang is gelegen om in de procedure te verschijnen.
onderwerpvan de aan de rechter voorgelegde zaak en aan de ander kant door de
rechten en plichtenwaarop de betrokkene zich beroept.