12.16.In de memorie van grieven van 6 oktober 2020 onder nummer 200.271.891/01 in het principaal hoger beroep voert [persoon A] tien grieven aan tegen het eindvonnis van 26 maart 2020. [persoon A] concludeert tot vernietiging van het bestreden vonnis, met uitzondering van al hetgeen ziet op het incident, zowel in conventie als in voorwaardelijke reconventie in eerste aanleg, en vordert in hoger beroep dat het hof, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
in conventie:
[persoon B] niet-ontvankelijk zal verklaren in zijn vordering(en), althans hem deze als zijnde ongegrond en/of onbewezen zal ontzeggen.
in reconventie:
Primair:
I. [persoon B] zal veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [persoon A] te betalen:
a. € 12.000,=, althans een ander door het hof in goede justitie te bepalen bedrag, in verband met de woningverbeteringen/-veranderingen overeenkomstig het ‘generaal pardon’ uit de huurovereenkomst;
b. € 15.000,=, althans een ander door het hof in goede justitie te bepalen bedrag, in verband met de woningverbeteringen/-veranderingen van na het ‘generaal pardon’ uit de huurovereenkomst;
c. € 2.200,=, althans een ander door het hof in goede justitie te bepalen bedrag, ter zake de door [persoon A] voldane waarborgsom;
d. € 250,=, althans een ander door Uw gerechtshof in goede justitie te bepalen bedrag, ter zake de bankgarantie;
e. € 5.993,=, althans een ander door Uw gerechtshof in goede justitie te bepalen bedrag, ter zake de verhuisvergoeding,
alles (onder 1) te voldoen binnen veertien (14) dagen na dagtekening van het arrest, althans binnen een door het hof in goede justitie te bepalen termijn, en – voor het geval voldoening niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente.
II. zal verklaren voor recht, dat:
a. het eindigen hetzij de ontbinding van de huurovereenkomst tussen [persoon A] en [persoon B] ter zake de huurwoning - plaatselijk bekend als [adres] - (grotendeels) aan [persoon B] is te wijten;
b. [persoon B] onrechtmatig jegens [persoon A] heeft gehandeld door (zonder tussenkomst van een gerechtsdeurwaarder), althans door in strijd met de wet dan wel de maatschappelijke zorgvuldigheid, de huurwoning – plaatselijk bekend als [adres] - te ontruimen en de zaken/eigendommen/inboedel van [persoon A] weg te voeren, alsook door deze aan zijn macht te onttrekken;
III. [persoon B] zal veroordelen om alle schade te vergoeden, welke [persoon A] heeft geleden, lijdt en nog zal lijden ten gevolge van onrechtmatig handelen, zulks op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf veertien dagen na de datum van het arrest tot aan de dag der algehele voldoening;
Subsidiair:
IV. indien en voor zover de vordering onder I sub a wordt afgewezen, dan [persoon B] zal
veroordelen om de woningverbeteringen/-veranderingen ongedaan te maken, die overeenkomstig het ‘generaal pardon’ door of namens [persoon A] in de huurwoning - plaatselijk bekend als [adres] - zijn aangebracht, met afgifte daarvan aan [persoon A] of een door [persoon A] aan te wijzen derde, zulks binnen veertien (14) dagen na dagtekening van het arrest, bij gebreke waarvan [persoon B] een direct opeisbare en zonder ingebrekesteling benodigde dwangsom ad € 500,- per dag of dagdeel aan [persoon A] zal verbeuren;
V. indien en voor zover de vordering onder I sub b wordt afgewezen, dan EI Baze zal
veroordelen om de woningverbeteringen/-veranderingen ongedaan te maken, die na het ‘generaal pardon’ door of namens [persoon A] in de huurwoning - plaatselijk bekend als [adres] - zijn aangebracht, met afgifte daarvan aan [persoon A] of een door [persoon A] aan te wijzen derde, zulks binnen veertien (14) dagen na dagtekening van het arrest, bij gebreke waarvan [persoon B] een direct opeisbare en zonder ingebrekestelling benodigde dwangsom ad € 500,- per dag of dagdeel aan [persoon A] zal verbeuren;
In conventie en reconventie:
[persoon B] zal veroordelen in de kosten van beide instanties, te vermeerderen met de nakosten, althans de proceskosten van beide instanties zodanig te verdelen als het hof in goede justitie juist acht, steeds te voldoen binnen veertien (14) dagen na dagtekening van het arrest, en - voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
Ten opzichte van het in eerste aanleg gevorderde heeft [persoon A] in hoger beroep zijn eis gewijzigd en vermeerderd. [persoon B] heeft geen bezwaar gemaakt tegen de eiswijziging en vermeerdering van [persoon A]. Het hof ziet ook geen aanleiding deze ambtshalve buiten beschouwing te laten wegens strijd met de goede procesorde. Recht zal worden gedaan op de gewijzigde eis.