ECLI:NL:GHSHE:2023:1229

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
5 april 2023
Publicatiedatum
14 april 2023
Zaaknummer
200.309.432_03
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een wrakingsverzoek in een civiele procedure

Op 5 april 2023 heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek dat door de verzoeker was ingediend. De verzoeker, die in hoger beroep was, heeft een mondeling wrakingsverzoek gedaan tegen de drie raadsheren die de zaak behandelden. Het verzoek was kennelijk niet ontvankelijk en kennelijk ongegrond. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de verzoeker geen concrete gronden heeft aangedragen voor de wraking van de raadsheren. Bovendien was dit het tweede wrakingsverzoek in dezelfde hoofdzaak, waarbij een eerder verzoek op 21 november 2022 al was afgewezen. De wrakingskamer oordeelde dat de verzoeker het wrakingsmiddel evident misbruikte en dat een volgend verzoek niet in behandeling zou worden genomen. De beslissing werd openbaar uitgesproken en de procesgang in de hoofdzaak wordt voortgezet zoals deze was voor het wrakingsverzoek.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Wrakingskamer
registratienummer wraking 200.309.432/03
datum beslissing 5 april 2023
beslissing op het mondelinge verzoek als bedoeld in artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
in de zaak met zaaknummer 200.309.432/01 van
[verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
appellant in hoger beroep,
verzoeker tot wraking
hierna te noemen: verzoeker
tegen
[de vrouw],
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde in hoger beroep,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat: mr. E.C. Meure te Ede.
strekkende tot wraking.

1.Het procesverloop

Het wrakingsverzoek is mondeling en onder overhandiging van een A4-tje (hierna te noemen: het verzoek) gedaan ter terechtzitting van 5 april 2023.
Naar het hof begrijpt hebben mrs. P.P.M. van Reijsen, G.J. Vossestein en K.A. Boshouwers (hierna te noemen: de drie raadsheren) niet in het wrakingsverzoek berust.
De wrakingskamer heeft ter openbare zitting van 5 april 2023 mondeling uitspraak gedaan. De verzoeker, de vrouw bijgestaan door haar advocaat mr. Meure en de drie raadsheren zijn verschenen.

2.Het standpunt van verzoeker

De verzoeker geeft in zijn verzoek het volgende aan:
“BESTE RECHTERS,
IK ZAL DEZE ZITTING PER DIRECT ONDERBEKEN EN DAARBIJ ZAL IK NIET ALLEEN DEZE GEHELE ZITTING WRAKEN! MAAR IK WRAAK PER DIRECT IN VOLLE RECHT ALS EERLIJKE EN GERECHTELIJKE BURGER DE ALGEHELE RECHTBANK IN DEN BOSCH!
EN JA DAT MAG IK!!! VORM FOUTEN, ONRECHT, MANIPULATIEVE LEUGENS, OMKOPING EN CORRUPTIE DAT MAG NIET!
EN DAT ZAL ALLEN NIET ZONDER GEVOLGEN BLIJVEN, EN DAT ZAL GELDEN ZOWEL VOOR DE GEHELE RECHTBANK IN DEN BOSCH, DAN ZO WEL VOOR ALLE ANDERE BETROKKENEN! EN JA EERDER ZAL IK DIT NIET OPGEVEN!
EN JE HOEFT NU NIET WEDEROM TE KOMEN MET DE LEUGENS WE HEBBEN GEEN KANSEN GEHAD ALS RECHTERS! DE HELE RECHTBANK IN DEN BOSCH VAN RECHTERS TOT WRAKING RECHTERS UIT DE WRAKINGSKAMER HEBBEN HIER AL BIJNA 3 JAAR DE KANS VOOR GEHAD! EN JA NU ZIJN JULLIE ALLEN ECHT TE LAAT!
IN DEZE GESLOTEN ENVELOP ZIT DE COMPLETE WRAKING OP DE ALGEHELE RECHTBANK, DIE GESLOTEN DIENT TE BLIJVEN! EN WAT PER DIRECT NAAR EEN AL GEHELE ONAFHANKELIJKE RECHTS COMMISSIE ZAL MOETEN WORDEN GESTUURD!
EN DUS OOK NIET NA DE WRAKINGSKAMER HIER IN DEN BOSCH, WAAR ALLEMAAL RECHTERS ZITTEN DIE ELKAAR DE HANDEN HIER IN DEN BOSCH BOVEN HET HOOFT HOUDEN! WAAR ZE NADIEN IEDERE WRAKING ONTERECHT DENKEN TE KUNNEN WEG GELACHEN, MAAR DEZE EERLIJKE EN GERECHTELIJKE BURGER TRAPT DAAR HELAAS VOOR JULLIE NIET IN! EN DIT ECHTER TOT HEDEN AL, NA DE VELE EN GROTE VORM FOUTEN, CORRUPTIE EN ZEER VEEL ONRECHT! JULLIE ALLEN ZOUDEN JULLIE ALLEN DIEP EN DIEP MOET SCHAMEN HIER IN DEN BOSCH!”

3.De beoordeling

De wrakingskamer heeft het onderzoek niet geopend vanwege de kennelijkheid van de op het verzoek te geven beslissing en de buiten zitting al genomen beslissing.
Voor zover het verzoek – naar de wrakingkamer begrijpt – strekt tot wraking van alle raadsheren van het hof, voorziet de wet niet in een dergelijke wraking. In zoverre is de verzoeker kennelijk niet-ontvankelijk in het verzoek.
Voor zover het verzoek – naar de wrakingskamer begrijpt – is gericht tegen de drie raadsheren en zij dit verzoek blijkens het proces-verbaal ook als tegen hen gericht hebben opgevat, bevat het verzoek geen enkele tegen hen gerichte concrete wrakingsgrond. In zoverre is het verzoek kennelijk ongegrond.
Op 21 november 2022 is een eerder wrakingsverzoek van de verzoeker in dezelfde hoofdzaak afgewezen (zaaknummer 200.309.432/02). Dit is het tweede wrakingsverzoek in die procedure en al gedaan direct bij aanvang van de mondeling behandeling, zo blijkt uit het proces-verbaal. Uit het verzoek begrijpt de wrakingskamer verder dat de verzoeker bij iedere gelegenheid het hof, althans de behandelend raadsheren, zal (blijven) wraken. Alles bij elkaar brengt dit de wrakingskamer tot het oordeel dat de verzoeker het wrakingsmiddel evident misbruikt en zal blijven misbruiken. Daarom bepaalt de wrakingskamer dat een volgend wrakingsverzoek van de verzoeker niet in behandeling wordt genomen.

4.De beslissing

Het hof:
verklaart de verzoeker niet-ontvankelijk in het verzoek voor zover dat strekt tot wraking van alle raadsheren van het hof;
wijst het verzoek tot wraking van de drie raadsheren af;
bepaalt dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het wrakingsverzoek;
bepaalt dat een volgend wrakingsverzoek van de verzoeker niet in behandeling wordt genomen;
beveelt de onverwijlde mededeling van deze beslissing aan de verzoeker, mr. Meure en de drie raadsheren.
Deze beslissing is gegeven door mrs. M.G.W.M. Stienissen, J.T.F.M. van Krieken en J.M. van der Vegt en in het openbaar uitgesproken op 5 april 2023.