Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
wonende te [woonplaats] ,
1.Het geding in eerste aanleg
- de vrouw, bijgestaan door mr. Ceelen;
- de man, bijgestaan door mr. Snikkenburg-den Haan.
- het V6-formulier d.d. 9 maart 2023 met bijlagen van de zijde van de vrouw;
- het V6-formulier d.d. 15 maart 2023 met bijlage van de zijde van de man;
- het V6-formulier d.d. 16 maart 2023 met bijlage van de zijde van de vrouw.
3.De feiten
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] 2011 te [geboorteplaats] , hierna: [minderjarige 1] ;
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] 2013 te [geboorteplaats] , hierna: [minderjarige 2] .
3.3. De vrouw heeft uit een eerder huwelijk een thans nog minderjarige dochter: [minderjarige 3] , roepnaam [minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum] 2008. [minderjarige 3] woont bij de vrouw.
4.De omvang van het geschil in de incidenten
De vrouw heeft onvoldoende onderbouwd dat er aan haar zijde een financiële noodtoestand ontstaat als de bestreden beschikking ten uitvoer wordt gelegd. Als uitgangspunt heeft te gelden dat de man een belang heeft bij de ten uitvoerlegging van de beschikking. De vrouw heeft geen argumenten aangevoerd waaruit zou blijken dat haar belang zwaarder weegt dan het belang van de man bij de tenuitvoerlegging. De man meent dat hij een zwaarder belang heeft dan de vrouw bij het kunnen executeren van de beschikking. De man is immers voor zijn levensonderhoud afhankelijk van de bijdrage van de vrouw. Tijdens het hoger beroep zal de draagkracht van de vrouw, het samenwonen van de vrouw en alle andere relevante factoren aan bod komen. Het verzoek om de werking van de bestreden beschikking te schorsen leent zich hiervoor niet.
Voor zover de vrouw met haar stelling dat zij in een financiële noodsituatie komt te verkeren heeft beoogd te betogen dat een belangenafweging ertoe zou leiden dat de werking van de bestreden beschikking ten aanzien van de partneralimentatie wordt geschorst, volgt het hof dit standpunt evenmin. De door de vrouw gestelde financiële noodtoestand, en de door haar overgelegde alimentatieberekening, heeft de man gemotiveerd betwist. Hiertegenover heeft de vrouw haar stelling dat er voor haar en haar kinderen een financiële noodtoestand ontstaat als de bestreden beschikking ten uitvoer wordt gelegd, niet nader met voldoende concrete feiten of gegevens onderbouwd, hetgeen wel op haar weg lag. De man heeft daarentegen een zwaar belang bij het direct kunnen uitvoeren van de bestreden beschikking nu de man voor zijn levensonderhoud op dit moment afhankelijk is van de door de rechtbank bepaalde partneralimentatie. Gelet hierop zal het hof het schorsingsverzoek van de vrouw afwijzen.