ECLI:NL:GHSHE:2023:1075

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
4 april 2023
Publicatiedatum
4 april 2023
Zaaknummer
200.316.294_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens het ontbreken van grieven

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 4 april 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een civiele procedure. De appellant, wonende in Frankrijk, had de geïntimeerde opgeroepen om te verschijnen ter zitting van het hof. Echter, de advocaat van de appellant heeft zich op 2 februari 2023 onttrokken aan de zaak, en er is geen nieuwe advocaat aangesteld. Hierdoor heeft de appellant geen memorie van grieven ingediend, wat volgens artikel 6.4 van het Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de gerechtshoven betekent dat het recht om grieven te dienen is vervallen. Het hof heeft de zaak vervolgens naar de rol van 7 maart 2023 verwezen voor beraad, waar de geïntimeerde heeft verzocht om arrest te wijzen. Het hof heeft geoordeeld dat de appellant geen grieven heeft aangevoerd tegen het vonnis waarvan beroep, wat leidt tot niet-ontvankelijkheid in het hoger beroep. De appellant is veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn begroot op € 783,00 aan griffierecht en € 591,50 aan salaris advocaat.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Team Handelsrecht
zaaknummer 200.316.294/01
arrest van 4 april 2023
in de zaak van
[appellant],
wonende te [woonplaats], Frankrijk,
appellant,
hierna aan te duiden als [appellant],
advocaat: mr. A.K. Tosun te Rotterdam, onttrokken,
tegen
[geïntimeerde ] h.o.d.n. [handelsnaam],
wonende te [woonplaats] en zaakdoende te [vestigingsplaats],
geïntimeerde,
hierna aan te duiden als [geïntimeerde ],
advocaat: mr. B.H.A. Augustin te Maastricht,
als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 8 november 2022 in het hoger beroep van het door de kantonrechter van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, onder zaaknummer 7849321 CV EXPL 19-4317 gewezen vonnis van 2 maart 2022.

5.Het geding in hoger beroep

5.1.
[appellant] heeft bij dagvaardingsexploot van 31 mei 2022 [geïntimeerde ] opgeroepen om te verschijnen ter openbare terechtzitting van dit hof van 27 september 2022, waarbij in een nog in te dienen memorie van grieven nadere gronden zullen worden aangevoerd ter onderbouwing van de eis en conclusie zoals in de appeldagvaarding vermeld.
5.2.
Bij genoemd tussenarrest is een mondelinge behandeling na aanbrengen bepaald op
6 februari 2023. Bij H2-formulier ingediend op 2 februari 2023 heeft de advocaat van [appellant] zich aan de zaak onttrokken. De geplande zitting op 6 februari 2023 is niet doorgegaan. Het hof heeft de zaak vervolgens naar de rol van 21 februari 2023 verwezen voor de procedurestappen ‘procesvertegenwoordiger stellen appellant’ en ‘memorie van grieven’. Ook op die rol heeft zich voor [appellant] geen nieuwe advocaat gesteld en de memorie van grieven is niet genomen. Ingevolge artikel 6.4 van het Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de gerechtshoven is daarmee het recht van [appellant] om van grieven te dienen vervallen. Daarna heeft het hof de zaak verwezen naar de rol van 7 maart 2023 voor ‘beraad partijen’. Op diezelfde rol heeft [geïntimeerde ] bij H10-formulier het hof verzocht om arrest te wijzen.
5.3.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald.
6. De beoordeling
[appellant] heeft tegen het vonnis waarvan beroep geen grieven aangevoerd. Dit brengt mee dat [appellant] niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het hoger beroep.
[appellant] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure in hoger beroep.

7.De uitspraak

Het hof:
verklaart [appellant] niet-ontvankelijk in het hoger beroep;
veroordeelt [appellant] in de kosten van het hoger beroep, aan de zijde van [geïntimeerde ] tot aan deze uitspraak begroot op € 783,00 aan griffierecht en op € 591,50 (0,5 punt x tarief II) aan salaris advocaat.
Dit arrest is gewezen door mrs. S.M.A.M. Venhuizen, E.H. Schulten en J.M.H. Schoenmakers en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 4 april 2023.
griffier rolraadsheer