Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/02/400251 / KG ZA 22-384)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep met grieven en producties 1 en 2;
- de memorie van antwoord met producties 20 en 21.
3.De beoordeling
- a. Tussen [appellant] en Casade bestaat een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd met betrekking tot de woning aan de [adres] te [plaats] (hierna: de woning).
- b. De woning is op 1 april 2022 door de politie doorzocht naar aanleiding van anonieme meldingen dat [appellant] vanuit de woning in drugs zou handelen.
- c. In de door de politie opgemaakte bestuurlijke rapportage van de doorzoeking staat onder meer dat de politie in de schuur van de woning 6 blauwe 30 litervaten met methanol (een grondstof voor de vervaardiging van synthetische drugs) heeft aangetroffen. Verder staat in de bestuurlijke rapportage onder meer het volgende:
“Terug in de woning, uit een kast in de hal op de begane grond pakte [appellant] een plastic bak. In deze bak zaten verschillende verpakkingsmaterialen voor drugs, weegschalen met daarop poederresten van een witte substantie, vermoedelijk verdovende middelen, en een zakje met daarin een roze pil.
- d. Casade heeft bij brief van 2 april 2022 aan [appellant] meegedeeld dat in de woning materialen en grondstoffen om synthetische drugs te maken zijn aangetroffen en dat Casade de huurovereenkomst wil beëindigen. Casade heeft [appellant] in de brief in de gelegenheid gesteld de huur vrijwillig op te zeggen ter voorkoming van een juridische procedure. [appellant] heeft dat geweigerd.
- e. Bij besluit van 23 mei 2022 heeft de burgemeester van de [gemeente] , met gebruikmaking van haar bevoegdheid op grond van artikel 13b van de Opiumwet, de sluiting van woning de woning gelast met ingang van 8 juni 2022 voor de duur van 3 maanden.
- f. [appellant] heeft tegen dat besluit een bezwaarschrift van 30 mei 2022 ingediend bij de burgemeester.
- g. Daarnaast heeft [appellant] de voorzieningenrechter van de rechtbank Zeeland-West-Barbant, sector bestuursrecht, verzocht de last onder bestuursdwang op te schorten.
- h. In afwachting van de beslissing van de voorzieningenrechter heeft de burgemeester de werking van het besluit van 23 mei 2022 opgeschort.
- i. Bij beslissing van 5 juli 2022 heeft de voorzieningenrechter het verzoek van [appellant] afgewezen.
- j. De burgemeester heeft vervolgens besloten om de woning met ingang van 13 juli 2022 voor de duur van 3 maanden te sluiten.
- k. Casade heeft bij brief van haar advocaat van 14 juli 2022, gericht aan de advocaat van [appellant] , op grond van artikel 7:231 lid 2 BW de buitengerechtelijk ontbinding van de huurovereenkomst ingeroepen. In de brief is gevraagd of [appellant] berust in de buitengerechtelijke ontbinding van de huurovereenkomst en bereid is de woning vrijwillig te ontruimen.
- l. Bij e-mail van 22 juli 2022 heeft de advocaat van Casade de brief van 14 juli nogmaals onder de aandacht van de advocaat van [appellant] gebracht.
- m. [appellant] heeft te kennen gegeven dat hij niet bereid is om de woning vrijwillig te ontruimen en te verlaten.
- n. [appellant] heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van de burgemeester tot sluiting van de woning. Dat bezwaar is ongegrond verklaard bij besluit van 2 september 2022.
- o. [appellant] heeft bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team Bestuursrecht, beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar. Ten tijde van de laatste proceshandeling in het onderhavige hoger beroep had de rechtbank nog niet beslist op het beroep tegen de beslissing op bezwaar.
- veroordeling van [appellant] tot ontruiming van de woning;
- veroordeling van [appellant] tot betaling van een gebruiksvergoeding over de periode vanaf de datum van de buitengerechtelijke ontbinding van de huurovereenkomst tot aan de datum van de ontruiming van de woning;
- Primair: Casade heeft de huurovereenkomst rechtsgeldig buitengerechtelijk ontbonden per 14 juli 2022, althans per 22 juli 2022. [appellant] heeft dus geen recht of titel meer om in de woning te verblijven.
- Subsidiair: Voor zover van een geldige buitengerechtelijke ontbinding geen sprake is, is [appellant] zeer ernstig tekortgeschoten in de nakoming van de huurovereenkomst. In verband daarmee zal de huurovereenkomst in een eventuele bodemprocedure ontbonden worden. Ook om die reden moet [appellant] de woning verlaten.
- Primair en subsidiair: Casade heeft er een spoedeisend belang bij om de woning weer tot haar beschikking te krijgen, zodat zij die kan verhuren aan een woningzoekende die recht heeft op de woning.
- Vast staat dat de woning door de burgemeester op grond van artikel 13b van de Opiumwet is gesloten. In een dergelijk geval is de verhuurder op grond van artikel 7:231 lid 2 BW bevoegd om de huurovereenkomst buitengerechtelijk te ontbinden. De verhuurder hoeft niet af te wachten wat de uitkomst is van eventuele door de huurder tegen het sluitingsbesluit aangewende rechtsmiddelen (rov. 3.4).
- Casade heeft voldoende spoedeisend belang bij haar vordering tot ontruiming om een beoordeling van die vordering in kort geding te rechtvaardigen (rov. 3.5).
- De stelling van [appellant] dat hij niet van de aanwezigheid van de aangetroffen zaken op de hoogte was, komt ongeloofwaardig voor. [appellant] heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de zaken eigendom van derden waren. Als [appellant] wordt gevolgd in zijn stelling dat hij vóór de doorzoeking van de woning vaten met een voor hem onbekende inhoud in de schuur heeft zien staan, heeft hij ten onrechte nagelaten om daarvan bij officiële instanties melding te maken (rov. 3.6).
- Het is voldoende aannemelijk dat [appellant] betrokken is geweest bij een misdrijf dat strafbaar is gesteld in de Opiumwet en dat een door hem in een bodemprocedure te voeren verweer tegen de buitengerechtelijke ontbinding van de huurovereenkomst niet zal slagen. Dit betekent dat de buitengerechtelijke ontbinding gerechtvaardigd was en dat [appellant] vanaf 13 juli 2022 zonder recht of titel in de woning verblijft. De vordering tot ontruiming van de woning is daarom toewijsbaar (rov. 3.7).
- De vordering ter zake de gebruiksvergoeding is toewijsbaar (rov. 3.9).
- [appellant] veroordeeld om na betekening van het vonnis de woning binnen drie dagen na afloop van de termijn dat de woning als gevolg van het besluit van de burgemeester van de [gemeente] gesloten wordt gehouden, danwel binnen drie dagen nadat de (burgemeester van de) [gemeente] dit anderszins toestaat, te ontruimen;
- [appellant] veroordeeld tot betaling aan Casade van een gebruiksvergoeding van € 548,85 per maand voor elke ingegane maand dat [appellant] vanaf 13 juli 2022 de woning onder zich houdt, totdat de woning geheel ter vrije beschikking van Casade is gesteld, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag dat het bedrag opeisbaar is geworden;
- [appellant] in de proceskosten veroordeeld.
- In de schuur bij de woning zijn 6 blauwe 30 litervaten met methanol aangetroffen. Methanol is een grondstof voor de vervaardiging van synthetische drugs. [appellant] heeft weliswaar gesteld dat methanol ook voor andere doeleinden kan worden gebruikt, maar hij heeft in het geheel niet toegelicht voor wel concreet ander doel de methanol die in zijn schuur is aangetroffen, bestemd was.
- In een kast in de hal op de begane grond is een plastic bak aangetroffen met verschillende verpakkingsmaterialen die voor de verpakking van drugs plegen te worden gebruikt, weegschalen met daarop poederresten van een witte substantie die na onderzoek amfetamine bleek te zijn (MDMA volgens de onderzoekuitslag die zichtbaar is op een van de overgelegde politiefoto’s). [appellant] heeft naar het voorshands oordeel van het hof onvoldoende betwist dat deze zaken verband houden met (de voorbereiding van) handel in drugs.
- In een grote boodschappentas die in de hal op de eerste verdieping van de woning is aangetroffen, zijn twee grote weegschalen met daarop de resten van een wit poeder, een accuboormachine, eveneens met witte poederresten, en een met wit poeder besmeurde mixer en andere gebruiksartikelen aangetroffen. Ook dit witte poeder betrof, zo begrijpt het hof uit de bestuurlijke rapportage van de politie, amfetamine (of andere drugs). Een van de testuitslagen geeft cocaïne aan, zo is zichtbaar op een van de politiefoto’s.
- In de kruipruimte onder de woning heeft de politie een groot blok amfetamine aangetroffen.
- In de woning is een blocnoteblad aangetroffen met daarop het recept voor het vervaardigen van synthetische drugs.
- In de woning is voorts een blocnoteblad aangetroffen met daarop namen, geldbedragen en opmerkingen die volgens de politie betrekking hadden op drugsleveringen. [appellant] heeft niet betwist dat de notities op dit blad betrekking hebben op leveringen van drugs.