Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 8795872/20-6541)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep, met productie 1
- het tegen [geïntimeerde] verleende verstek
- de memorie van grieven, tevens akte wijziging van eis, met productie 2
3.De feiten
4.De procedure in eerste aanleg
5.De beoordeling in hoger beroep
€ 480,00(€ 480,00, 2 punten x 0,5)
€ 1.442,00(tarief III, 1 punt)
€ 543,00(tarief II-oud, 1 punt)
€ 1.114,00(tarief II, 1 punt)
6.De uitspraak
- € 2.500,00 voor de kosten met betrekking tot het strafvorderlijk beslag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 september 2020 tot de dag van betaling;
- € 1.907,50 voor de kosten van de deskundige, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2021 tot de dag van betaling;
- € 1.015,00 voor gederfde leasetermijnen tot 1 januari 2021, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 1 januari 2021 tot de dag van betaling;
- € 290,00 per maand voor gederfde en te derven leasetermijnen vanaf 1 januari 2021 tot de dag waarop [geïntimeerde] de auto weer aan Zuidlease zal hebben teruggegeven, tot een maximum van € 13.479,24 (€ 14.494,24 - € 1.015,00), te vermeerderen met de wettelijke rente over elke maandtermijn vanaf het einde van elke maand tot aan de dag van betaling;
- € 3.578,98, te weten het bedrag dat Zuidlease ter uitvoering van het bestreden vonnis aan [geïntimeerde] heeft betaald, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 mei 2021 tot de dag van betaling;