Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 7894836 CV EXPL 19-2791)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met producties;
- de memorie van antwoord tevens houdende incidenteel appel, met producties;
- de memorie van antwoord in incidenteel appel;
- de akte overlegging producties tevens vermeerdering eis in incidenteel appel van [geïntimeerde] ;
- de mondelinge behandeling op 8 februari 2022, waarbij beide partijen spreekaantekeningen hebben overgelegd, en waarbij [geïntimeerde] zijn eis in incidenteel appel heeft verminderd.
3.De beoordeling
- de exacte data waarop en sedert wanneer [appellant] de producten waarmee inbreuk wordt gemaakt c.q. onrechtmatig wordt gehandeld tegenover [appellant] , heeft ingekocht en afgeleverd heeft gekregen en/of geproduceerd en/of heeft verkocht inclusief de gehanteerde in- en verkoopprijzen;
- de namen en adressen van de leverancier(s) waarmee inbreuk wordt gemaakt c.q. onrechtmatig wordt gehandeld tegenover [appellant] ;
- de namen en adressen van alle ondernemingen aan wie [geïntimeerde] de producten waarmee inbreuk wordt gemaakt c.q. onrechtmatig is gehandeld tegenover [appellant] heeft geleverd en verkocht onder vermelding van het exacte aantal exemplaren per afnemer per product met de bijbehorende verkoopprijzen per product;
- de brutowinst per product of, indien er verschillende prijzen zijn gehanteerd, de brutowinst per product zijnde het verschil tussen de verkoopprijs en de inkoopprijs;
- de totale hoeveelheid bij [geïntimeerde] in voorraad waarmee inbreuk wordt gemaakt c.q. onrechtmatig wordt gehandeld tegenover [appellant] ;
- (i) de gestelde duurovereenkomst (grieven 1 en 2 [appellant] ),
- (ii) de gestelde inbreuk op IE-rechten/onrechtmatige daad (grieven 3 en 4 [appellant] )
- (iii) proceskostenvergoeding (grief 1 [geïntimeerde] )
- (iv) slotsom totaal.
Zo kan onder omstandigheden een langdurige handelsrelatie met opeenvolgende transacties, na verloop van tijd uitgroeien tot een duurovereenkomst voor onbepaalde tijd. Voor de beantwoording van de vraag of er (al) sprake is van een duurovereenkomst of (nog) slechts van een reeks losse contracten, kunnen als relevante omstandigheden onder meer worden aangemerkt: de duur van de relatie, de exclusiviteit van de samenwerking, de intensiteit van het contact, de afspraak tot het gebruik van telkens dezelfde standaardovereenkomst, en jaarlijkse prijsonderhandelingen terwijl leveranties doorlopen op grond van oude prijzen.
- Tussen partijen is niet in geschil dat er sprake is geweest van een langdurige handelsrelatie van hun bedrijven Milieu Nationale en Cleanmaster Biolux, waarbij [geïntimeerde] eerst als bedrijfsleider en vanaf 2015 als eigenaar van Cleanmaster Biolux optrad.
- Dat er sprake was van in feite doorlopende leveringsverplichtingen heeft [appellant] onvoldoende nader onderbouwd, zodat het hof aan deze stelling voorbij gaat.
- [appellant] heeft eveneens onvoldoende onderbouwd dat hij specifiek voor [geïntimeerde] voorraad van het product zou hebben aangehouden. Desgevraagd tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep, heeft [appellant] het volgende geantwoord. Het ging om dozen met flessen zonder stickers, welke flessen hij dus ook aan andere klanten kon uitleveren.
- Dat er sprake zou zijn geweest van de gestelde exclusieve samenwerking tussen partijen, kan niet worden vastgesteld. [appellant] heeft de gestelde afspraken over het niet benaderen van de klanten van [geïntimeerde] en het niet werken in diens rayon tegenover de onderbouwde betwisting door [geïntimeerde] onvoldoende nader toegelicht. Zo heeft [appellant] niet aangeduid om welke regio dit zou gaan. Evenmin heeft hij voldoende specifiek bewijs aangeboden van de gestelde afspraken.
- Tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep heeft [appellant] bevestigd dat [geïntimeerde] en hij niet over de prijzen onderhandelden. [appellant] bepaalde (jaarlijks) de prijzen en hij hanteerde ten opzichte van alle groothandels zoals [geïntimeerde] dezelfde prijzen.
- Als onvoldoende betwist door [appellant] staat vast dat [geïntimeerde] in de jaren 2015 tot en met 2018 bij [appellant] inkocht voor bedragen tussen € 4.430,24 en € 6.374,85 per jaar. Hoewel te begrijpen valt dat [appellant] het wegvallen van omzet betreurt, kan zonder nadere toelichting die hij niet heeft gegeven, niet worden aangenomen dat dit een substantieel deel van zijn jaaromzet was.
- Voor zover [appellant] bedoelt te betogen dat hij voor [geïntimeerde] substantiële investeringen heeft gedaan, heeft hij ook dit onvoldoende nader onderbouwd. Voor zover hij daarbij zou doelen op de in het verleden aan Cleanmaster Biolux geleverde etiketten, geldt dat die levering plaatsvond voordat [geïntimeerde] eigenaar was van dit bedrijf. Zoals al overwogen gebruikt [geïntimeerde] inmiddels andere etiketten (zie ook hierna r.o. 3.17.). Ten overvloede wordt nog overwogen dat de door [appellant] overgelegde facturen (onderdeel van prod. 20 bij conclusie van repliek) ook geen blijk geven van substantiële investeringen op dit punt door [appellant] . Voor de opmaak van etiketten heeft [appellant] op 25 september 2008 € 63,00 gefactureerd. En blijkens de factuur van 15 maart 2012 heeft hij voor 880 stickers € 190,90 in rekening gebracht.
- Het enkele feit dat zowel in Prefum als in Biofum het onderdeel “fum” voorkomt, is onvoldoende om uit te gaan van een relevante gelijkenis. Dit geldt nog eens te meer in het licht van de overige omstandigheden.
- Tussen partijen is niet in geschil dat de gekleurde randen van het etiket van [geïntimeerde] blauw zijn (er is uitsluitend een zwart-wit kopie overgelegd).
- De blauwe balken op het etiket van [geïntimeerde] lopen horizontaal en bevinden zich onder en boven de tekst. De roze-rode balken op het etiket van [appellant] lopen verticaal en vormen de achtergrond waarin de tekst is geplaatst.
- De etiketten hebben betrekking op twee zeer vergelijkbare producten met een relatief eenvoudige werking.
- Het op het etiket van [geïntimeerde] afgebeelde pictogram van een toilet, is één van de A.I.S.E. pictogrammen (prod. 4 bij conclusie van antwoord). Het is dus niet door [appellant] ontworpen. Op het etiket van [appellant] is een ander pictogram van een toilet afgebeeld.
- Verder is op het etiket van [geïntimeerde] een sproeiflacon afgebeeld. Op het etiket van [appellant] staan 5 andere afbeeldingen.
- De ‘slagzin’ onder de naam Biofum respectievelijk Prefum luidt: “Hygiënische spray met langdurig frisse geur”, respectievelijk “Desinfecterende spray met langdurige frisse geur”.
- Op beide etiketten wordt puntsgewijs aangeduid hoe het product moet worden gebruikt. Bij [geïntimeerde] is dit aangeduid met “Gebruiksaanwijzing toilet” (gevolgd door 4 genummerde punten) en verderop “Gebruiksaanwijzing overige ruimtes” (gevolgd door een ongenummerde aanwijzing). Bij [appellant] worden alleen 3 ‘stappen’ voor gebruik in het toilet beschreven. De bewuste 4 respectievelijk 3 punten ten aanzien van het toilet lijken in tekst op elkaar, maar er zijn ook enkele verschillen.
- Ook de overige tekst op de beide etiketten over de werking van Biofum en Prefum vertoont enkele overeenkomsten en enkele verschillen.
- Op het etiket van [geïntimeerde] zijn diverse veiligheidswaarschuwingen opgenomen, op het etiket van [appellant] niet.