3.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
a. a) [de werknemer] , geboren op [geboortedatum] 1985, is op 1 april 2011 in dienst getreden bij [de werkgever] . De functie die hij laatstelijk uitoefende is de functie van Afdelingsmanager Vers tegen een maandloon van € 3.266,47 exclusief vakantiegeld en overige emolumenten.
b) In maart 2019 heeft tussen [de werknemer] , zijn leidinggevende de heer [de leidinggevende] (hierna: [de leidinggevende] ), mevrouw [de P&O manager] (regio P&O manager, hierna: [de P&O manager] ) en de heer [de operationeel manager] (operationeel manager, hierna: [de operationeel manager] ) een gesprek plaatsgevonden over de door [de werknemer] aangevraagde opleiding en zijn toekomstperspectief binnen [de werkgever] .
c) In december 2019 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen [de werknemer] en [de leidinggevende] . Dit gesprek ging onder meer over de onderlinge samenwerking.
d) Op 11 september 2020 heeft om 11:45 uur een gesprek plaatsgevonden tussen [de werknemer] en [de leidinggevende] . Om 14:02 uur diezelfde dag heeft [de leidinggevende] het volgende gemaild naar de directie van [de werkgever] : [de operationeel manager] en de heer [betrokkene 1] (citaat van de relevante tekstdelen):
‘Hoi [betrokkene 1] en [de operationeel manager] ,
Ik heb met [de werknemer] vandaag een gesprek gehad.
Een gesprek zoals we voor besproken hebben.
In de inleiding vertelde ik dat er tijdens het voorbereiden van het beoordelingsgesprek, vragen bij mij opkwamen.
Vragen zoals onderstaande.
Ik heb deze vragen gesteld aan [de werknemer] .
Heb je het naar je zin bij [de werkgever] ?
Is dit je droombaan?
Samenwerking onderling?
(…)
Na de vragen en antwoorden van [de werknemer] heb ik gereageerd.
De samenwerking met mij is niet ideaal.
Maar de samenwerking met de collega’s ook niet.
Ik hoor en vang signalen op van collega’s en wordt geïnformeerd door collega’s over negatieve uitlatingen van [de werknemer] . Het gaat over houding, gedrag, attitude en uitspraken, die als niet prettig worden ervaren van de vloer.
Ervaringen die ik ook merk.
Houding en gedrag moeten veranderen, dit past niet bij [de werkgever] .
Een blokkade voor verdere stappen binnen [de werkgever] .
Zoals ook aangegeven in een eerder gesprek met [de operationeel manager] , [de P&O manager] en mij.
2 keer heb je gesproken en gedreigd over vertrekken bij [de werkgever] .
[de werknemer] onderbrak me en reageerde direct, moet ik weg?
Ik heb weer aangehaald dat gedrag, houding en uitspraken moeten veranderen.
En dat je daar niet te lang mee moeten wachten, het jaar 2020 is het jaar van doorpakken of keuzes maken.
Als er niets gebeurt, geen verandering zichtbaar is, scheiden onze wegen.
En nu vroeg [de werknemer] ?
Ik heb gezegd dat je 3 weken de tijd hebt om na te denken en op te schrijven wat je wilt dat veranderd en wat [de werkgever] moet doen.
Op mijn eerste werkdag na mijn vakantie, woensdag 7 oktober plan ik graag een afspraak met je om 11:00 uur.
En nu vroeg [de werknemer] ?
Je kunt 2 dingen doen, aan het werk of naar huis gaan om dit te laten bezinken.
Je hebt 3 weken de tijd om een plan te maken, vragen op te stellen.
Moet ik dat doen?
Ja deze input verwacht ik van jou.
Dan ga ik nu naar huis.
(…)
Met de woorden Fijne vakantie, vertrok hij direct naar buiten.
Enkele minuten later belde [de werknemer] mij, met de vraag of ik dit op papier voor hem kan zetten, of moet ik daar [de P&O manager] voor bellen.
Ik vertelde dat ik dit na ging vragen bij P&O.
Hij zei ik bel [de P&O manager] zelf wel.
Ik zei, dat is goed je mag altijd direct contact opnemen met P&O.
Zoals ook besproken in het telefoongesprek met jullie.
Met vriendelijke groet,
(…)
[de leidinggevende] ’
Ook op 11 september 2020 heeft [de leidinggevende] een Whatsappbericht aan [de P&O manager] gestuurd over zijn gesprek met [de werknemer] van die dag. Dit Whatsappbericht is (later) zowel door [de leidinggevende] als door [de P&O manager] verwijderd.
e) Op 14 september 2020 heeft [de werknemer] in de ochtend en in de avond telefonisch contact met [de P&O manager] .
Bij e-mail van 14 september 2020 (22:42 uur) heeft [de werknemer] aan [de P&O manager] een door hemzelf opgesteld verslag van het gesprek met [de leidinggevende] van 11 september 2020 gestuurd met het verzoek dit door te sturen aan de heren [de operationeel manager] , [betrokkene 1] en [betrokkene 2] . Dit verslag van [de werknemer] (gedateerd 14 september 2020) luidt als volgt (volledig citaat):
‘Geachte mevrouw/heer
Vrijdag 11 september jl. werd ik om 11.45 uur bij [de leidinggevende] (Directeur Vestiging [de werkgever] [vestiging] ) geroepen kort voordat hij die middag op vakantie zou gaan.
Hij vroeg mij hoe ik naar mijn werk keek en of ik er nog plezier in had.
Hierop heb ik geantwoord dat ik het ondanks de moeilijke tijd die we met z’n allen hebben gehad en nog hebben (corona, zieken en overlijden in de vestiging) nog steeds met plezier naar mijn werk ga.
Vervolgens maakte hij een opmerking dat onze samenwerking vanaf het begin slecht is geweest, waarop ik hem vertelde dat wij in december vorig jaar in mijn beleving in een open en eerlijk gesprek allebei hebben kunnen uitspreken en ik sindsdien onze samenwerking juist erg verbeterd vind.
Daarop deelde hij mij, als een donderslag bij heldere hemel mee, dat er na 2020 bij [de werkgever] geen plek meer voor mij zou zijn. Niet in [vestiging] maar ook niet op een andere vestiging.
Op directieniveau is besloten, dat de samenwerking met mij zou stoppen. De heer [betrokkene 1] heeft hem hiervoor mandaat gegeven evenals de overige directieleden de heer [betrokkene 2] en de heer [betrokkene 3] .
Ik moest maar naar huis gaan en nadenken hoe ik afscheid ging nemen van de [de werkgever] . 7 oktober had hij weer tijd voor mij. Ik heb [de leidinggevende] gevraagd dit voor mij op papier te zetten, waarop hij zei dat ik verder contact moet opnemen met [de P&O manager] van HR., want die was net als alle andere leden van de directie op de hoogte.
Geheel verbouwereerd heb ik zijn kantoor verlaten en contact gezocht met [de P&O manager] .
Helaas was [de P&O manager] vrijdag niet bereikbaar, maar vanmorgen maandag 14 september heeft ze mij gebeld. Tot mijn verbazing wist ze van niets en heeft mijn verhaal aangehoord. Zij vertelde dat ze afgelopen vrijdag een app had ontvangen van [de leidinggevende] waarin hij aangeeft mij verteld te hebben dat het voor mij stopt bij de [de werkgever] en of zij het verder wilde afhandelen.
Zij was ook hoogst verbaasd dat zij in haar functie van HR niet op de hoogte was gesteld dat dit gesprek überhaupt zou plaatsvinden.
Zij heeft mij toegezegd intern te zullen gaan navragen en overleggen, welk voorstel zij zou kunnen doen en mij later vandaag daarover terug te bellen.
Om 17.30 uur ben ik door [de P&O manager] teruggebeld.
[de P&O manager] vertelde, dat twee directieleden een verslag hebben ontvangen van dit gesprek, maar dat dit verslag niet overeenkomt met wat [de leidinggevende] mij vrijdag heeft meegedeeld.
Dit staat weer haaks op de app welke [de leidinggevende] [de P&O manager] vrijdagmiddag heeft gestuurd en waarin zij de beëindiging met mij moest regelen.
Kort daarna heb ik [de P&O manager] nogmaals gebeld met het verzoek mij een kopie van desbetreffend verslag te sturen. Hierop zei zij dat zij begreep dat er geen verslag ligt, maar dat [de leidinggevende] beide heren telefonisch zou hebben ingelicht over het gesprek met mij. (“damage control”?)
Ook heb ik gevraagd mij de app die [de leidinggevende] haar heeft gestuurd door te sturen. Dit heeft ze op basis van de privacy regels niet gedaan, zo ook niet naar beide directieleden.
Het feit dat mij op vrijdag door [de leidinggevende] totaal onverwacht de wacht is aangezegd, hij vervolgens zelf een half uur later voor drie weken met vakantie vertrekt, en ik mij voor verdere vragen en afhandeling maar moet richten tot [de P&O manager] , (want voor 7 oktober had hij verder geen tijd), die op vrijdag vrij is, was voor mij al een klap in mijn gezicht.
Nu het verslag van [de leidinggevende] naar de directie een totaal andere versie weergeeft van het gesprek dan dat hij met mij heeft gevoerd ben ik het spoor nu helemaal bijster.
Ik weet niet waar ik aan toe ben en voel mij op dit moment niet in staat mijn werkzaamheden, onder de huidige omstandigheden, op een goede manier uit te voeren.
Ik vertrouw erop dat u mij op korte termijn wilt berichten, hoe nu verder.
Met vriendelijke groet,
[de werknemer] ’
f) Bij e-mail van 15 september 2020 (13:05 uur) heeft [de P&O manager] aan [de werknemer] het volgende bericht (volledig citaat):
‘Beste [de werknemer] ,
Ik zal je bericht doorsturen naar de door jou genoemde personen.
Vind het echter wel spijtig dat je de door mij gemaakte opmerkingen maar deels weergeeft in je verslag. Je haalt uit ons gesprek uitsluitend het gegeven dat ik niet wist dat er afgelopen vrijdag met zo een gesprek zou plaatsvinden maar de adviezen die ik je gegeven heb hoe nu verder te handelen en het feit dat ik heb aangegeven dat ik wel op de hoogte was van het gegeven dat er grote twijfels zijn over de match tussen [de werkgever] en jou en de toekomst van jou binnen [de werkgever] laat je weg.
Ik vind dat een erg selectieve weergave van onze gesprekken van gisterochtend en gisteravond en wil onderstaande aanvullingen graag alsnog bevestigen:
Nee, ik was niet op de hoogte van het feit dat jij mij zou gaan vragen om een beëindigingsvoorstel uit te werken en ik ga dat voorstel ook niet maken. [betrokkene 1] en [de operationeel manager] bevestigen overigens dat dat ook niet de bedoeling is op dit moment.
Ik was wel degelijk op de hoogte van het gevoel van mismatch tussen [de werkgever] en jou en de twijfels over jouw toekomst binnen [de werkgever] en wist dat daar gesprekken over gepland zouden worden.
Naast bovenstaand hebben wij ook samen gesproken over hoe nu verder. Ik heb aangegeven dat ik niet voor jou kan beslissen hoe nu te gaan handelen maar heb wel enkele tips gegeven:
Ga de komende 3 weken aan het werk
Benut die periode om eerlijk in de spiegel te kijken en voor jezelf na te gaan wat je in de toekomst wil binnen of buiten [de werkgever] en waar je ontwikkelpunten liggen
Ga na wat je zelf kunt doen om dat te bereiken en waar wij je kunnen helpen
Formuleer vragen voor het gesprek van 7 oktober
Met vriendelijke groet,
(…)
[de P&O manager] ’
g) [de werknemer] heeft daarop gereageerd bij email van 15 september 2020. De relevante passages uit de bijlage bij die email luiden als volgt (citaat):
‘Beste [de P&O manager] ,
Dank voor je snelle reactie.
Het was niet mij bedoeling ons gesprek letterlijk weer te geven, maar het gesprek met [de leidinggevende] van vrijdag jl.
(…)
Inderdaad heb je ook gezegd, dat we allebei weten hoe de procedure had moeten verlopen, wanneer [de werkgever] afscheid van een medewerker wil nemen.(…)
(…)
De tips die je aanhaalt in de mail heb je mij idd meegegeven en heb ik gisterenavond ook serieus over nagedacht. De spiegel die je aanhaalt in de mail heb je mij idd meegegeven en heb ik gisterenavond ook serieus over nagedacht. De spiegel is mij niet onbekend en heeft al vele malen mijn gezicht gezien, ook anderen hebben mij op mijn tekortkomingen gewezen. Enige ondersteuningen en/of hulp van [de werkgever] is hier nooit aangeboden.
Maar al het water van de zee wast niet weg dat het gesprek met [de leidinggevende] wel heeft plaats gevonden. Hij heeft mij duidelijk gemaakt dat er bij [de werkgever] geen plek meer voor mij is, niet in [vestiging] en/of elders.
(…)
Daarnaast blijkt uit de correspondentie nu dat zowel [de operationeel manager] , [betrokkene 1] als Jij blijkbaar op de hoogte waren van het “gevoel” van mismatch tussen [de werkgever] en mijn verdere toekomst bij [de werkgever] .
Waar zijn dan de documenten, verslagen en verder meldingen dat dit bestond. Ook is er in het laatste functioneringsgesprek met [de leidinggevende] niet over dit probleem gesproken. (…)
Ik vind het dan ook ronduit stuitend dat dit nu naar voren komt terwijl mij de wacht reeds is aangezegd, zonder eerst een verbeter programma/coaching aan te bieden.
(...)
Nu willen jullie een gesprek waarbij mijn toekomst binnen of buiten [de werkgever] moet worden besproken. Nou die toekomst is door [de leidinggevende] binnen [de werkgever] bot en abrupt stopgezet.
Dat je nu praat over ontwikkelpunten en hulp is nu wel mosterd na de maaltijd en komt niet erg geloofwaardig over, aangezien [de werkgever] bij monde van [betrokkene 1] en [de operationeel manager] , weliswaar verwoord door [de leidinggevende] , blijkbaar reeds lang hebben besloten mijn dienstverband te beëindigen en nu bevestigd.
Met vriendelijke groet,
[de werknemer] ’
h) Op 15 september 2020 heeft [de werknemer] zich ziek gemeld.
i. i) Bij e-mail en gelijkluidend Whatsappbericht van 15 september 2020 heeft [de P&O manager] aan [de werknemer] het volgende geschreven (volledig citaat):
‘Hi [de werknemer]
Spijtig te vernemen dat je je toch ziek hebt moeten melden vandaag.
Heb even met [de operationeel manager] gesproken en het lijkt ons verstandig om zsm samen om de tafel te gaan en daarmee niet 3 weken te wachten tot [de leidinggevende] er weer is. Dat is voor niemand goed.
Graag nodigen wij je dan ook uit morgenvroeg om 9:30 uur in de [vestiging] . Wij zullen er beiden zijn.
Ik ga ervan uit je dan te zien.
Laat me even weten of je dit bericht hebt gezien en of je er bent morgen.
Dank en tot dan!!
Met vriendelijke groet,
(…)
[de P&O manager] ’
j) Daarna heeft op 15 september 2020 (en mogelijk erna) de volgende berichtenwisseling tussen [de werknemer] en [de P&O manager] via Whatsapp plaatsgevonden (volledige citaten):
‘Ho [de P&O manager] ,
Bedankt voor je bericht.
Ik wil ook graag zo snel mogelijk met jullie om de tafel!
Gezien de impact die het gesprek met [de leidinggevende] heeft gehad op mij, voel ik mij dit moment te kwetsbaar om dit gesprek alleen aan te gaan! Ik wil ik graag een onpartijdig persoon,”mediator” bij dit gesprek!
Ook wil ik graag vooraf weten wat de inhoud van dit gesprek gaat worden. Welke onderwerpen op tafel komen en wie er eventueel verder nog bij aanwezig zijn.
‘Hi [de werknemer] , iemand meenemen naar het gesprek is vanzelfsprekend geen probleem. Er sluit verder niemand anders aan dan [de operationeel manager] en ik en als je liever 1 op 1 met [de operationeel manager] wil spreken is dat ook mogelijk. Ons doel is de lucht klaren en helder zijn in de bedoelingen van [de werkgever] niet meer en niet minder dan dat.
‘Hi [de P&O manager] ,
Ook ik wil dat de lucht geklaard wordt maar wil niet een willekeurig iemand meenemen naar het gesprek, maar een onafhankelijke mediator.
Deze situatie is ontstaan door de [de werkgever] !
En gaat over mijn toekomst bij de [de werkgever] die vrijdag door [de leidinggevende] is beëindigd!
Wat ik betreur is dat het lijkt dat jullie voorbij gaan, welke impact deze situatie op mij heeft!
Wanneer een mediator niet geregeld kan worden op korte termijn door de [de werkgever] dan is het misschien mogelijk om de bedoelingen van [de werkgever] vast op papier te zetten voor mij!
Ik ben inmiddels bij mijn huisarts geweest! Misschien is het zinvol om een afspraak bij de bedrijfsarts te maken!’
‘Ok begreep niet dat je een mediator via ons bedoelde dacht dat je zelf een adviseur wilde meenemen. Wat ons betreft niet nodig maar ik ga het morgen intern overleggen want moet akkoord vragen voor de kosten daarvan. Kom er zsm op terug.’
‘Bedankt voor je bericht, en zie je antwoord tegemoet.’
‘Hi [de werknemer] , wij vinden het echt nog een stap te snel om een prof mediator in te schakelen aangezien we ( [de operationeel manager] , [betrokkene 1] ,ik) nog geen kans hebben gehad om zelf met je in gesprek te gaan en het te hebben over de situatie. Graag [betrokkene 1] of [de operationeel manager] evt samen met mij het gesprek met je aan niet om een welles nietes discussie te hebben over wat er wel en niet gezegd is want daar waren wij niet bij maar wel om op te helderen wat er gezegd had moeten worden. Nog steeds staat het je vrij om zelf wel iemand mee te nemen. Hopelijk wil je ons die kans geven.’
k) Het voorgestelde gesprek heeft niet plaatsgevonden en op 18 september 2020 heeft [de werknemer] aan [de werkgever] het volgende gemaild (volledig citaat):
‘Beste [de P&O manager] ,
Ik heb nagedacht over je bericht van vanmorgen en vind het spijtig dat jullie geen mediator willen inschakelen.
Nu jullie, [betrokkene 1] , [de operationeel manager] en/of jij wel een afspraak met mij willen maken, waarin jullie willen uitleggen hoe het gesprek van afgelopen vrijdag had moeten verlopen, wetende dat er door [de leidinggevende] al gesproken is over einde dienstverband bij de [de werkgever] en er nu (nog) geen ruimt is voor een mediator, heb ik besloten een advocaat te raadplegen.
Maandag heb ik een afspraak. Hierna zal ik jou zo snel mogelijk berichten.
Met vriendelijke groet,
[de werknemer] ’
Reactie daarop van [de P&O manager] d.d. 21 september 2020 (volledig citaat):
‘Goedemorgen [de werknemer] ,
Dank voor je bericht jammer dat we niet eerst de kans krijgen om de kwestie op te lossen. Ik wacht de reactie van jou en/of je advocaat af.
Met vriendelijke groet,
(…)
[de P&O manager] ’
l) Bij brief van 23 september 2020 heeft de advocaat van [de werknemer] aan [de werkgever] medegedeeld dat [de werkgever] zich schuldig heeft gemaakt aan ernstig verwijtbaar handelen, op grond van zeven punten (niet uitputtend weergegeven), onder meer door [de werknemer] op 11 september 2020 vanuit het niets te confronteren met de botte mededeling dat het ‘over en uit’ was bij [de werkgever] , geen inhoudelijke reactie op zijn gespreksverslag te geven, mediation te weigeren en geen afspraak bij de bedrijfsarts te regelen. [de werknemer] heeft verzocht om mediation en een afspraak bij de bedrijfsarts.
m) Bij brief van 29 september 2020 heeft [de werkgever] gereageerd en, in essentie, medegedeeld dat de boodschap aan [de werknemer] tijdens het gesprek op 11 september 2020 niet is geweest dat het ‘over en uit’ was bij [de werkgever] , maar dat wel is gezegd dat de houding en het gedrag van [de werknemer] dienden te verbeteren. [de werknemer] is in eerdere gesprekken ook op zijn houding en gedrag aangesproken. Bovendien had [de werknemer] , volgens [de werkgever] , zelf meermalen aangekondigd te willen vertrekken. Het voorgestelde gesprek (d.d. 16 september 2020) was bedoeld om de misverstanden die waren gerezen naar aanleiding van het gesprek met [de leidinggevende] op 11 september 2020 uit de wereld te helpen.
n) Bij brief van 6 oktober 2020 heeft (de advocaat van) [de werknemer] aan [de werkgever] gemotiveerd medegedeeld dat hij bestrijdt dat sprake is van niet goed functioneren en dat hij er bij blijft dat [de werkgever] ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Ook heeft hij zich bereid verklaard deel te nemen aan mediation. [de werkgever] heeft gereageerd bij brief van 13 oktober 2020.
o) In de probleemanalyse van 9 oktober 2020 heeft de bedrijfsarts gerapporteerd dat [de werknemer] conform de richtlijn arbeidsconflicten ongeschikt is voor zijn werk, maar dat hij, met ondersteuning van een derde, wel in staat is om het gesprek met een vertegenwoordiger van de werkgever aan te gaan. Gelet op de geëscaleerde situatie heeft de bedrijfsarts mediation aanbevolen als zinvoller en sneller alternatief.
p) Op 20 oktober 2020 is een mediatontraject gestart.
q) Bij e-mail van 3 november 2020 heeft [de leidinggevende] [de werknemer] verzocht om een plan van aanpak te ondertekenen en te retourneren. Bij brief van 6 november 2020 heeft (de advocaat van) [de werknemer] [de werkgever] laten weten het plan van aanpak niet te willen ondertekenen onder meer omdat er geen overleg over het plan heeft plaatsgevonden. Bij brief van 12 november 2020 is [de werknemer] door [de werkgever] in de gelegenheid gesteld om het plan van aanpak aan te vullen met zijn opmerkingen.
r) De mediation is op 23 december 2020 geëindigd zonder positief resultaat.
s) Naar aanleiding van een consult bij de bedrijfsarts op 6 januari 2021 heeft deze op 7 januari 2021 gerapporteerd dat [de werknemer] beperkingen heeft in alle rubrieken, gelieerd aan spanningen als gevolg van het probleem in de arbeidsrelatie.
t) Op 27 januari 2021 heeft [de werknemer] bij de kantonrechter een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend.
u) Op 11 november 2021 heeft de rekestenkamer van het hof een verzoek van [de werknemer] tot het horen van getuigen in een voorlopig getuigenverhoor afgewezen, welke uitkomst het hof ambtshalve bekend is en ook tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep is genoemd.