ECLI:NL:GHSHE:2022:647

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
1 maart 2022
Publicatiedatum
1 maart 2022
Zaaknummer
200.288.765_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst betreffende de levering van projectpasta

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant], een groothandel in bouwmaterialen, tegen Eurovite Nederland B.V., een groothandel in chemische bouwmaterialen. De kern van het geschil betreft de levering van een lijmproduct, de 'Foby Projectpasta', waarvan de open tijd van 30 minuten niet zou zijn gehaald. Appellant stelt dat Eurovite tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, omdat de geleverde projectpasta niet voldeed aan de overeengekomen specificaties. Het hof oordeelt dat de bewijslast voor de tekortkoming bij appellant ligt. Appellant heeft een deskundigenrapport overgelegd, maar het hof oordeelt dat dit rapport onvoldoende onderbouwd is. Het rapport gaat niet in op de mogelijke invloed van vorstschade op de kwaliteit van de projectpasta en er zijn afwijkingen van de testnormen geconstateerd. Het hof komt tot de conclusie dat appellant niet voldoende heeft aangetoond dat de geleverde projectpasta niet aan de vereiste norm voldeed. Daarom wordt het vonnis van de rechtbank bekrachtigd, waarbij appellant is veroordeeld tot betaling van openstaande facturen aan Eurovite.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
zaaknummer gerechtshof 200.288.765
(zaaknummer rechtbank Zeeland-West-Brabant, 8163931)
arrest van 1 maart 2022
in de zaak van
[appellant] ,handelend onder de naam
[...] Bouwchemie,
wonende te [woonplaats] ,
appellant,
in eerste aanleg: gedaagde in conventie en eiser in reconventie,
hierna: [appellant] ,
advocaat: mr. D.C.W.J. Verstraten,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Eurovite Nederland B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: eiseres in conventie en verweerster in reconventie,
hierna: Eurovite,
advocaat: mr. H.C.W. Geffroy.

1.Het geding in eerste aanleg

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van de vonnissen van 12 februari 2020 en 11 november 2020 die de kantonrechter (rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda) heeft gewezen.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding in hoger beroep van 18 januari 2021,
- de memorie van grieven tevens wijziging van eis in reconventie met producties,
- de memorie van antwoord/tevens van incidenteel hoger beroep (met producties),
- de aanvullende akte van [appellant] met twee producties,
- een antwoordakte van Eurovite.
2.2
Vervolgens hebben partijen de stukken voor het wijzen van arrest aan het hof overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.

3.De vaststaande feiten

3.1
Het hof gaat in hoger beroep uit van de feiten zoals beschreven in rechtsoverweging 3.2 a) tot en met m) van het bestreden vonnis van 11 november 2020:
“a) Eurovite is een groothandel in chemische bouwmaterialen en is actief in de fabricage
hiervan;
b) [appellant] heeft een groothandel in bouwmaterialen;
c) op 24 oktober 2018 is er tussen [appellant] en de heer [persoon A] (International Sales Manager
bij Eurovite, hierna te noemen: " [persoon A] ") contact geweest om lijmproducten onder een
private label te produceren. waarvan de open tijd 30 minuten moest zijn;
d) op 30 oktober 2018 zijn er twee emmers lijm met de naam "Foby Projectpasta', (hierna te
noemen: "projectpasta") afgegeven bij [appellant] om te testen. Deze emmers zijn getest bij
aannemer [persoon C] , nu [appellant] voor een project van [persoon C] deze lijm nodig had. [persoon C]
heeft de projectpasta getest en was tevreden;
e) op 23 november 2018 is er door Eurovite aan [appellant] een offerte uitgebracht voor de
projectpasta. In de offerte staat als kwaliteit vermeld: "D2TE". Bij deze offerte hoort een
brochure waarin onder meer staat vermeld:
"(…)Ondergrondvoorbereiding
(...) Gipsachtige alsmede sterk zuigende ordergronden mogen maximaal 2% vocht
bevatten en dienen altijd voorgestreken te worden niet Foby Hechtingsemulsie of Foby
Primer. (... )
en
Technische gegevens
Open tijd: ca. 30 minuten (afhankelijk van temperatuur)
Verwerkingstemperatuur: van + 5° C tot + 25° C (ondergrond- en
omgevingstemperatuur)
Uitharding: Na minimaal 24 uur afvoegbaar
Opslag: Vorstvrij bewaren
Houdbaarheid: Minstens 12 maanden mits ongeopend en koel bewaard
Verpakking: 11/2, 6 en 20 kg emmer
Verbruik: 1,8-3 kg/m²
De offerte is door [appellant] geaccepteerd;
f) na plaatsing van een order door [appellant] worden op 6 december 2018 bij [appellant] 231 emmers
projectpasta geleverd door Eurovite en op 9 januari 2019 heeft [persoon C] 220 van deze
emmers bij [appellant] opgehaald voor het project;
g) op 6 december 2018 heeft Eurovite een factuur gestuurd voor de projectpasta, welke
factuur door [appellant] is voldaan;
h) [persoon C] heeft op 30 januari 2019 geconstateerd dat de tegels van de muur kwamen. [appellant]
heeft de locatie waar de werkzaamheden van [persoon C] plaatsvonden bezocht en heeft
direct foto's gemaakt en doorgestuurd naar [persoon A] . Vervolgens heeft [persoon A] op
diezelfde dag per e-mailbericht het navolgende aan [appellant] gestuurd:
" (…) Vanaf de foto's lijkt het alsof men de open tijd overschreden heeft.
Deel plakt wel, deel niet.
Dergelijke foto's zijn voor ons eigenlijk een abc' tje.
We halen ze terug, of haal het op.
Wil je dit bij ons melden bij
Dan kunnen we snel reageren. Ik zit in Italië helaas.(…)”;
i. i) op 31 januari 2019 hebben [appellant] en twee vertegenwoordigers van Eurovite de locatie
waar de werkzaamheden van [persoon C] plaatsvonden bezocht en zij hebben geconstateerd
dat de tegels loslieten;
j) bij e-mailbericht van 12 februari 2019 deelt Eurovite onder meer het volgende mede aan
[appellant] :
“(…) Nogmaals, het product is hier in het lab getest, zowel het contramonster als de monsters van die door jullie zijn geleverd aan de bouw en die we van de bouw hebben ontvangen.
Beiden voldoen conform de prestatieverklaring.
Indien je een uitgebreide test wilt hebben dan gaan we die inzetten."
en
“(…) Je mag een nieuwe order ingeven voormorgen te leveren voor 220
Emmers Foby-Copyflex.
Deze heeft wel een andere prijs, omdat deze een andere kwaliteit heeft.";
k) diezelfde dag heeft [appellant] 220 emmers Foby Copyflex (hierna te noemen: "copyflex")
besteld;
l) Eurovite heeft voor deze bestelling twee facturen verzonden. Een factuur
d.d. 13 februari 2019 voor de levering op die dag ten bedrage van € 679,89 en een factuur
d.d. 18 februari 2019 voor de levering op 14 februari 2019 ten bedrage van € 4.079,30.
Beide facturen zijn onbetaald gebleven;
m) in opdracht van (de gemachtigde van) [appellant] heeft de heer [persoon D] (hierna te noemen:
" [persoon D] ") van BouwTechnologie RDA B.V. een rapport opgesteld. Voorafgaand aan
het onderzoek heeft [persoon D] een bespreking gehad met partijen op 4 oktober 2019. Ook
[persoon C] was bij die bespreking aanwezig. [persoon D] heeft op 8 oktober 2019 een
conceptverslag naar partijen toegezonden, waar Eurovite per e-mailbericht van 18 oktober
2019 op heeft gereageerd. Op 24 oktober 2019 heeft [persoon D] het definitieve verslag
opgesteld, waarin hij heeft geconcludeerd dat de projectpasta niet aan de norm van een
open tijd van 30 minuten voldoet.”
3.2
Het hof verwerpt het door [appellant] met grief 1 opgeworpen bezwaar dat de rechtbank ten onrechte in rechtsoverweging 3.2 e) heeft opgenomen dat bij de offerte een brochure hoort. In de conclusie van antwoord in eerste aanleg heeft [appellant] onder 5 zelf het volgende geschreven, zoals Eurovite terecht opmerkt:
"(…) Specifiek is aangegeven dat de open tijd erg belangrijk is. Deze dient minimaal 30 minuten te zijn, vergelijkbaar met de Coba 215 waar men op dat moment mee werkte. Dit staat ook vernoemt in de specificaties van de project pasta van Foby, de lijm die Eurovite onder private label zal gaan leveren. Productie 1 geeft de offerte plus informatie over de pastalijm."
Dit duidt erop dat hij ook de brochure heeft ontvangen zodat hij in het licht daarvan in de toelichting op de grief niet kon volstaan met een enkele, niet onderbouwde, betwisting van de ontvangst daarvan. Grief I faalt.
4. Het geschil en de beslissing in eerste aanleg en de vordering in hoger beroep
4.1
Eurovite heeft in eerste aanleg in conventie gevorderd [appellant] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 5.697,64 aan niet betaalde facturen, te vermeerderen met de handelsrente en incassokosten.
4.2
[appellant] heeft in eerste aanleg in reconventie gevorderd voor recht te verklaren dat Eurovite tekort is geschoten in de nakoming van de verbintenis, dat zij in verzuim is komen te verkeren en dat de vordering tot nakoming is omgezet in een vordering tot vervangende schadevergoeding. Daarnaast heeft [appellant] gevorderd Eurovite te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 4.759,19 en een bedrag van € 145.032,78, te vermeerderen met de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.
4.3
De kantonrechter heeft bij vonnis van 11 november 2020 in conventie [appellant] veroordeeld om aan Eurovite een bedrag van € 5.360,11 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente. In reconventie heeft de kantonrechter de vorderingen van [appellant] afgewezen. De kantonrechter heeft zowel in conventie als in reconventie [appellant] veroordeeld in de proceskosten.
4.4
[appellant] heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld en vordert dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en opnieuw recht doende de vorderingen van Eurovite zal afwijzen en de (reconventionele) vorderingen van [appellant] - met inachtneming van zijn in hoger beroep gewijzigde eis - alsnog integraal zal toewijzen, alsmede Eurovite te veroordelen tot terugbetaling van al hetgeen [appellant] op basis van het bestreden vonnis aan Eurovite heeft voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente en met veroordeling van Eurovite in de kosten van beide instanties. [appellant] handhaaft in hoger beroep zijn vordering om voor recht te verklaren dat Eurovite tekort is geschoten in de nakoming van de verbintenis, dat zij in verzuim is komen te verkeren en dat de vordering tot nakoming is omgezet in een vordering tot vervangende schadevergoeding. Anders dan in eerste aanleg vordert hij - na vermindering van eis - in hoger beroep Eurovite te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 4.759,19 en een bedrag van € 78.784,20.

5.De motivering van de beslissing in hoger beroep

waarover gaat deze zaak?
5.1
Het gaat in dit geding om het volgende. Eurovite is een groothandel in chemische bouwmaterialen en [appellant] heeft een groothandel in bouwmaterialen. Eurovite heeft in opdracht van [appellant] een lijmproduct “Foby Projectpasta” (hierna: projectpasta) onder een private label geproduceerd, waarvan de open tijd 30 minuten moest zijn. De open tijd is
de tijd die verloopt tussen het aanbrengen van de lijm met de getande kam en het
aanbrengen van een tegelfragment. Eurovite heeft eerst twee emmers projectpasta afgegeven bij [appellant] om te testen en daarna is door [appellant] een order geplaatst voor 231 emmers projectpasta. Eurovite heeft deze op 6 december 2018 aan [appellant] geleverd en op diezelfde datum een factuur gestuurd. Deze factuur is door [appellant] voldaan. [appellant] heeft de projectpasta doorverkocht aan aannemer [persoon C] . [persoon C] heeft op 30 januari 2019 geconstateerd dat op het project waar hij de projectpasta had toegepast, de tegels van de muur kwamen. Eurovite heeft op 31 januari 2019 de locatie waar de tegels loslieten bezocht en na onderzoek in haar laboratorium geconstateerd dat de projectpasta voldeed conform de prestatieverklaring. Eurovite heeft vervolgens aan [appellant] bericht dat hij een nieuwe order mag plaatsen. Op 12 februari 2019 heeft [appellant] 220 emmers Foby Copyflex bij Eurovite besteld. Eurovite heeft voor deze bestelling twee facturen verzonden voor respectievelijk € 679,89 en € 4.079,30. [appellant] heeft deze facturen niet voldaan. Eurovite heeft vervolgens in eerste aanleg betaling van deze beide facturen gevorderd. [appellant] heeft zich op het standpunt gesteld dat de eerste levering van de projectpasta niet voldeed aan hetgeen hij mocht verwachten. De facturen met betrekking tot de tweede levering hoeft hij niet te betalen, omdat de tweede levering een vervangend product was voor de eerste levering, aldus [appellant] . Volgens [appellant] is Eurovite tekortgeschoten in de nakoming van de tussen hen gesloten overeenkomst en dient Eurovite de door hem geleden schade te vergoeden. In eerste aanleg heeft hij vervangende schadevergoeding gevorderd ter hoogte van de facturen voor de tweede levering, alsmede aanvullende schadevergoeding. Evenals in eerste aanleg, gaat het in hoger beroep in de context van de grieven II tot en met IV - allereerst om de vraag of er sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst met betrekking tot de eerste levering projectpasta.
tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst?
5.2
Met de grieven II tot en met IV (gedeeltelijk) heeft [appellant] zijn standpunt gehandhaafd dat Eurovite is tekortgeschoten in de nakoming van de tussen hen met betrekking tot de eerste levering projectpasta gesloten overeenkomst. Volgens [appellant] volgt dit genoegzaam uit het door hem in eerste aanleg ingebrachte (partij)deskundigenrapport. Uit dit deskundigenrapport volgt dat de projectpasta niet aan de vereiste en overeengekomen norm van een open tijd van 30 minuten voldeed. Het onderzoek is volgens [appellant] wel degelijk volgens de NEN-normen uitgevoerd en voor zover de deskundige al is afgeweken, maakt dit niet dat de conclusie niet door het onderzoek kan worden gedragen. Ter nadere onderbouwing van zijn standpunt in hoger beroep heeft [appellant] twee verklaringen van respectievelijk 7 december 2020 en 24 december 2020 van de door hem ingeschakelde deskundige, [persoon D] van BouwTechnologie RDA B.V., overgelegd. [persoon D] heeft in zijn verklaring van 7 december 2020 onder meer verklaard:
“(…) De proeven werden uitgevoerd conform de norm EN 12004-5:2017, met dien verstande dat als ondergrond werd gebruikt Murexin. Immers, dit was de ondergrond die op het werk werd gebruikt en die door alle betrokkenen zijn gezien en goedgekeurd. (…)
Op 4 december werden telkens 10 tegelfragmenten 50 x 50 mm gelijmd en gedurende 30 sec belast met gewichten van 2 kg.
De tegelfragmenten werden op trek belast 8 tot 15 januari 2020.
Cruciaal voor de test is de datum van 4 december 2019. (…)
Wij zijn van mening dat wij nauwkeurig hebben gewerkt volgens de norm. De prestaties bleven ver achter bij het gewenste. Wij gaan niet mee met de gedachte dat een product exact op zijn eerste verjaardag zijn eigenschappen verliest. (…)”
In de verklaring van 24 december 2020 voegt [persoon D] hier nog aan toe:
“(…) De norm schrijftniet dwingendeen betonondergrond voor met eigenschappen omschreven in paragraaf 5.3.1 en samenstelling en vervaardiging in annex A, paragraaf A4. (…) Er staat duidelijk “Other concrete products meeting the requirements listed in 5.3may be utilized”. (…) Daar in het betreffende werk te Utrecht als ondergrond Murexin AM50 was gebruikt en ieder dit had gezien en als ondergrond had goedgekeurd hebben wij deze ondergrond gekozen.
De keuze van de getande kam, 4 mm i.p.v. 6 mm volgens de norm, is eveneens in aansluiting met de op het werk gevolgde – en door partijen goedgekeurde – werkwijze. (…)
Bij de keuze van de dikte van de kam is de vlakheid van de ondergrond een medebepalende functie, bij een vlakke ondergrond kan een fijnere kam worden gebruikt. (…)
Wij zijn van mening dat wij bij de bepaling van de prestatie van de geteste lijmsoorten voldaan hebben aan de norm voor wat betreft de ondergrond en dat wij bij de bepaling van de hechttreksterkte tenminste gelijkwaardige resultaten hebben verkregen door het gebruik van de kam van 4 mm in vergelijking tot die van 6 mm. (…)”
5.3
Op grond van artikel 7:17 BW dient een afgeleverde zaak, in dit geval de projectpasta, aan de overeenkomst te beantwoorden. Dit is niet het geval indien de geleverde zaak, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper daarover heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. In dit geval is tussen partijen niet in geschil dat Eurovite in opdracht van [appellant] een projectpasta zou produceren en leveren met een open tijd van 30 minuten.
5.4
Op [appellant] rusten de stelplicht en de bewijslast van feiten en omstandigheden waaruit volgt dat Eurovite is tekortgeschoten in de nakoming van de tussen hen met betrekking tot de eerste levering projectpasta gesloten overeenkomst, in die zin dat de door Eurovite geproduceerde en geleverde projectpasta niet voldeed aan hetgeen [appellant] daarvan op grond van de gesloten overeenkomst mocht verwachten. [appellant] heeft geen grief gericht tegen het oordeel van de rechtbank dat niet is gebleken dat Eurovite heeft erkend dat de projectpasta niet deugdelijk was, zodat dit vaststaat. Ter onderbouwing van zijn standpunt dat de projectpasta niet de eigenschappen bezat die hij ervan mocht verwachten, heeft [appellant] ook in hoger beroep verwezen naar het deskundigenbericht van [persoon D] , alsmede naar diens hiervoor onder 5.2 geciteerde nadere verklaringen. Volgens [appellant] zou uit dit onderzoek blijken dat de projectpasta niet de overeengekomen open tijd van 30 minuten behaalde.
5.5
Het hof stelt voorop dat Eurovite al bij e-mailbericht van 12 februari 2019 (productie 2 bij de conclusie van antwoord) aan [appellant] heeft aangegeven dat het product bij haar in het laboratorium is getest en dat het product voldeed conform de prestatieverklaring, maar dat als [appellant] een uitgebreide test zou willen, zij die dan zou gaan inzetten. [appellant] is niet op dit aanbod ingegaan. Vervolgens heeft [appellant] omstreeks oktober 2019 het initiatief genomen voor een deskundigenonderzoek. Eurovite is wel uitgenodigd om deel te nemen aan de voorbesprekingen met de deskundige, maar zij is bij het uiteindelijke onderzoek niet betrokken geweest. Het hof is van oordeel dat het enkele partijdeskundigenrapport van [persoon D] - gelet op de gemotiveerde betwisting daarvan door Eurovite - niet de conclusie kan dragen dat de gekochte en op 6 december 2018 geleverde projectpasta niet de vereiste en overeengekomen norm van een open tijd van 30 minuten behaalde. Het hof acht hierbij met name van belang dat [persoon D] in zijn rapport in zijn geheel niet is ingegaan op de mogelijke invloed van de door Eurovite gestelde vorstschade op de kwaliteit van de onderzochte projectpasta, terwijl Eurovite dit in de bespreking met [persoon D] op 4 oktober 2019 (productie 7 bij de conclusie van antwoord) wel ter sprake heeft gebracht.
Daarnaast is van belang dat [persoon D] bij het uitvoeren van de test op een aantal punten is afgeweken van het protocol voor het testen aan de Europese NEN-EN 12004 norm voor tegellijmen. In het rapport (productie 5 bij de conclusie van antwoord) staat onder punt 11 “Proefstukken” dat in afwijking van de norm als ondergrond voor de proefstukken het materiaal Murexin AM50, een cementgebonden uitvlakmortel, is gebruikt. Verder hecht het hof aan het feit dat een getande kam van 40 mm is gebruikt, terwijl de norm hiervoor 60 mm stelt.
5.6
Weliswaar stelt [persoon D] in zijn nadere verklaringen dat het afwijken van de norm op deze punten geen invloed zou moeten hebben op de uitkomst, maar - gelet op de gemotiveerde betwisting door Eurovite - had het op de weg van [appellant] gelegen om nader te verklaren waarom deze afwijkingen van de norm geen invloed (kunnen) hebben op de uitkomst van het onderzoek. [persoon D] heeft in zijn nadere verklaring van 24 december 2020 aangevoerd dat op grond van de NEN-EN 12004 norm geen dwingende betonondergrond is voorgeschreven, maar dat ook andere betonproducten mogen worden gebruikt die voldoen aan “
the requirements listed in 5.3“.[persoon D] heeft echter niet verklaard dat de door hem gebruikte Murexin AM50 aan deze voorwaarden voldoet. Hij stelt slechts dat partijen deze ondergrond op het werk hadden gebruikt en dat deze door alle partijen was gezien en goedgekeurd. Dat argument gaat echter niet op voor Eurovite, aangezien zij niet bij de bouw was betrokken en ook niet betrokken was bij het goedkeuren van Murexin AM50 als ondergrond.
Tot slot heeft Eurovite nog aangevoerd dat uit het deskundigenrapport niet volgt welke tegelfragmenten zijn gebruikt (de norm schrijft tegelfragmenten van een specifieke dikte voor) en dat [persoon D] bij de uitvoering van de proef is afgeweken van de procedure zoals die staat omschreven in onderdeel 8.1.3 van de NEN-EN 12004 norm. De trekankers zouden volgens Eurovite pas na 27 dagen op te tegels moeten worden verlijmd, terwijl dit volgens het rapport van [persoon D] (nummer 12 “Beproeving”) al na een week is gebeurd. Na het aanbrengen van de trekankers moet volgens Eurovite nog 24 uur worden gewacht tot de test kan worden uitgevoerd. Uit het rapport van [persoon D] volgt dat de ankers (tenminste) twee uur na aanbrengen reeds op trek zijn belast.
5.7
Gelet op het voorgaande en in aanmerking genomen de gemotiveerde betwisting door Eurovite, kon [appellant] ter onderbouwing van zijn stelling dat de gekochte en geleverde projectpasta niet conform was niet volstaan met verwijzing naar het rapport en de nadere verklaringen van [persoon D] en is ook op dit punt door [appellant] niet voldoende onderbouwd dat het onderzoek van [persoon D] ondanks de afwijkingen van de NEN-EN 12004 norm, heeft te gelden als een voldoende betrouwbare feitelijke grondslag voor zijn vorderingen. Tegen deze achtergrond heeft [appellant] zijn standpunt, dat de geleverde projectpasta niet aan de vereiste en overeengekomen norm van een open tijd van 30 minuten voldeed en daarmee dat sprake was van non-conformiteit van de geleverde projectpasta, onvoldoende onderbouwd zoals wel op zijn weg had gelegen. De omstandigheid dat het onderzoek van [persoon D] niet ingaat op de stelling van Eurovite dat vorstschade is opgetreden, dat het onderzoek niet (geheel) conform de normen is uitgevoerd, dat onvoldoende is gemotiveerd waarom eventuele afwijkingen voor het onderzoeksresultaat niet uitmaken, dat het onderzoek heeft plaatsgevonden omstreeks het verstrijken van de houdbaarheidsdatum van de projectpasta en dat het nu onmogelijk is geworden om alsnog in rechte een deskundigenonderzoek te gelasten, komt naar het oordeel van het hof voor rekening van [appellant] .
5.8
Nu [appellant] zijn stelling dat de (eerste door Eurovite) geleverde projectpasta niet aan de vereiste en overeengekomen norm van een open tijd van 30 minuten voldeed niet voldoende van een nadere onderbouwing heeft voorzien, bestaat geen aanleiding [appellant] tot bewijslevering toe te laten. Dit nog daargelaten dat het bewijsaanbod dat daartoe is gedaan onvoldoende concreet en specifiek is. Niet is vermeld welke getuige over welk voor de beslissing mogelijk relevant feit een verklaring zou kunnen afleggen. De grieven II, III en IV (gedeeltelijk) falen.
- overige grieven en vorderingen
5.9
Op grond van het voorgaande behoeft grief IV (voor zover het de schadevergoeding betreft) geen nadere bespreking. Deze grief kan niet tot een ander oordeel leiden.
5.1
De memorie van antwoord van Eurovite bevat een ‘verborgen’ incidentele grief tegen het oordeel van de rechtbank dat de algemene voorwaarden van Eurovite tussen partijen gelding missen. Bij deze uitkomst van het hoger beroep en gelet op het feit dat Eurovite geen wijziging van de bestreden beslissing beoogt behoeft deze grief geen bespreking.
5.11
Grief V betreft de veroordeling van [appellant] in de proceskosten. Gelet op het voorgaande faalt deze grief. Als de in het ongelijk gestelde partij is hij in eerste aanleg terecht in de kosten van de procedure veroordeeld. Aangezien [appellant] ook in hoger beroep in het ongelijk wordt gesteld, zal hij ook in hoger beroep in de proceskosten worden veroordeeld.

6.De slotsom

6.1
De grieven II tot en met IV falen en grief I kan niet tot een ander oordeel leiden. Het bestreden vonnis van 11 november 2020 zal worden bekrachtigd.
6.2
Als de in het ongelijk te stellen partij zal het hof [appellant] in de kosten van het hoger beroep veroordelen. De kosten voor de procedure in hoger beroep aan de zijde van Eurovite zullen worden vastgesteld op:
- griffierecht € 772,00
- salaris advocaat € 1.180,50 (1,5 punten x tarief I € 787,00)
6.3
Als niet weersproken zal het hof ook de gevorderde wettelijke rente over de proceskosten toewijzen zoals hierna vermeld.

7.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter (rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda) van 11 november 2020;
veroordeelt [appellant] in de kosten van het hoger beroep, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Eurovite vastgesteld op € 772,00 voor verschotten en op € 1.180,50 voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit arrest, en – voor het geval voldoening binnen bedoelde termijn niet plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening;
verklaart dit arrest voor zover het de hierin vermelde proceskostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit arrest is gewezen door mrs. R.A. van der Pol, O.G.H. Milar en A.J. Swelheim, is bij afwezigheid van de voorzitter ondertekend door de rolraadsheer en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 1 maart 2022.
griffier rolraadsheer