Uitspraak
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2013 te [geboorteplaats] .
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om de verlenging van een machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2013, die in een loyaliteitsconflict tussen haar ouders verkeert. De moeder, verzoekster in hoger beroep, is het niet eens met de beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 15 november 2021, waarin de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige bij de vader werd verlengd tot 21 april 2022. De moeder stelt dat de minderjarige klem zit tussen de ouders en dat de uithuisplaatsing niet in haar belang is. De vader en de gecertificeerde instelling (GI) zijn van mening dat de situatie bij de vader veilig is en dat de minderjarige nog steeds klem zit tussen de ouders. Het hof heeft de mondelinge behandeling op 10 januari 2022 gehouden, waarbij zowel de moeder als de vader, de GI en de Raad voor de Kinderbescherming zijn gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat de gronden voor de uithuisplaatsing nog steeds aanwezig zijn, omdat de voorwaarden voor terugplaatsing bij de moeder niet zijn vervuld. De ouders hebben weliswaar enige vooruitgang geboekt, maar er is nog veel wantrouwen en er zijn geen concrete stappen gezet richting een co-ouderschapsregeling. Het hof heeft daarom de beschikking van de rechtbank bekrachtigd en de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd.