Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
(hierna: Wet WOZ) een beschikking gegeven (hierna: de WOZbeschikking) en daarbij de waarde van [adres 1] in [woonplaats] (hierna: de onroerende zaak) vastgesteld. Tevens is de aanslag onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2019 bekendgemaakt.
2.Feiten
3.Geschil en conclusies van partijen
4.Gronden
[taxateur 1] , WOZ taxateur, waarin de waarde van de onroerende zaak per 1 januari 2018 is getaxeerd op € 270.000. Naast gegevens van de onroerende zaak bevat dit taxatierapport gegevens van de (verkochte) vergelijkingsobjecten [adres 2] , [adres 3] en [adres 4] te [woonplaats] . Het taxatierapport is voorzien van fotomateriaal van zowel de onroerende zaak als van de met de onroerende zaak vergeleken objecten. In de bij het taxatierapport gevoegde taxatiematrix (hierna taxatiematrix 1) zijn de waardes van de vergelijkingsobjecten en de onroerende zaak nader gespecificeerd. Bij zijn conclusie van dupliek bij de rechtbank heeft de heffingsambtenaar een aangepaste taxatiematrix overgelegd (hierna: taxatiematrix 2). Bij zijn verweerschrift in hoger beroep heeft de heffingsambtenaar tenslotte opnieuw een aangepaste taxatiematrix overgelegd met dezelfde vergelijkingsobjecten (hierna: taxatiematrix 3).
- dat in taxatiematrix 3 niet langer de grondstaffel is gehanteerd zoals bij de taxatiematrices 1 en 2,
- dat de taxateur zich in taxatiematrix 3 heeft gebaseerd op zijn deskundigheid en dat hij de onderlinge verkopen van de vergelijkingsobjecten zelfstandig heeft vergeleken, hetgeen heeft geleid tot een prijs per m² van € 139 en een prijs per m³ van € 555,
- dat hij de vastgestelde waarde met taxatiematrix 3 verdedigt, ook al is daarbij de grondstaffel niet gevolgd.
- dat hij zich afvraagt wat taxatiematrix 3 bijdraagt aan het standpunt van de heffingsambtenaar,
- dat de zaak met het in hoger beroep loslaten van de grondstaffel, het in geding brengen van een niet nader verklaarde prijs per m² en het wijzigen van de prijzen per m³ onduidelijker en oncontroleerbaar wordt en dat de heffingsambtenaar hem daarmee belemmert in zijn verdediging,
- dat hij het overleggen van taxatiematrix 3 daarom in strijd acht met een goede procesorde en het hof vraagt taxatiematrix 3 buiten beschouwing te laten voor het door de heffingsambtenaar te leveren bewijs.
5.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raadwww.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).